horta1_Liu BinXinhua via Getty Images_aiib agm Liu Bin/Xinhua via Getty Images

Het gebrek aan transparantie bij de AIIB

LISSABON/AARHUS – De in Beijing gevestigde Aziatische Infrastructuur Investeringsbank (AIIB) werd in 2016 actief en heeft zichzelf al snel opgeworpen als een belangrijke multilaterale ontwikkelingsinstelling. De bank is nu van plan in 2021 ’s werelds toonaangevende financier van grootschalige infrastructuur te worden. Maar de bank zal eerst beter haar best moeten doen om de ecologische en sociale risico’s van projecten tijdig te openbaren.

De AIIB telt momenteel 82 lidstaten, terwijl verwacht wordt dat zich binnenkort nog eens 21 landen zullen aansluiten. De grootste economieën van Europa – Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië – hebben de regering van de vroegere Amerikaanse president Barack Obama openlijk getrotseerd door mede-oprichters van de bank te worden. Hun besluit betekende een diplomatieke overwinning voor China en toonde het vermogen van dat land aan om traditionele bondgenoten uit elkaar te spelen. De Verenigde Staten en Japan zijn nog steeds geen lid van de bank.

Het Europese lidmaatschap heeft de AIIB geholpen haar internationale geloofwaardigheid te vestigen en een AAA-kredietstatus te verkrijgen. Daardoor staat de organisatie op gelijke hoogte met traditionele multilaterale ontwikkelingsbanken als de Wereldbank en is zij in staat op de internationale kapitaalmarkten extra fondsen te werven om haar initiële kapitaal van honderd miljard dollar uit te breiden.

De Europese regeringen hebben hun besluit om toe te treden tot de AIIB gerechtvaardigd door te verklaren dat zij zich er hard voor zouden maken dat de bank de hoogste internationale standaarden zou aanvaarden – te beginnen met duidelijke, tijdgebonden regels over het publiceren van belangrijke documenten over projecten. Zonder dergelijke regels komen de ecologische en sociale risico’s van een project te laat aan het licht om aan te kunnen dringen op betekenisvolle verzachtingsstrategieën.

Grootschalige infrastructuurprojecten als exportcorridors, elektriciteitscentrales en grote dammen brengen onveranderlijk grote ecologische en sociale risico’s met zich mee. Ze zijn maar al te vaak verbonden met corruptie en stijgende staatsschulden. Hun impact kan hele regio’s transformeren, talloze gemeenschappen raken, en bijdragen aan klimaatverandering en onomkeerbaar biodiversiteitsverlies.

Transparantie en publieke participatie zijn van het grootste belang bij het beheren van de risico’s  van zulke projecten. Maar de drijvende kracht en de grootste aandeelhouder achter de AIIB, de Chinese overheid, opereert in een politieke context zonder checks and balances. Zij heeft haar greep op de binnenlandse civil society en de media steeds meer verstevigd, en heeft de pleitbezorgers van de mensenrechten en zelfs van de volksgezondheid grotendeels het zwijgen opgelegd.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Bovendien heeft de AIIB een bestuursmodel aanvaard dat de nadruk legt op ʻefficiency.’ Op grond van het zogenoemde ʻaansprakelijkheidsraamwerk’ van de instelling delegeert de bestuursraad, die de lidstaten vertegenwoordigt, steeds meer beslissingsbevoegdheid over de projectfinanciering aan de president van de bank.

In eerste instantie leverde de AIIB voor het merendeel bijdragen aan de investeringen van andere multilaterale kredietverleners, zodat het beleid van de leidende bank richtinggevend was. Maar de AIIB zal steeds meer haar eigen kredietpijplijn ontwikkelen – onder haar eigen regels – met als doel de wereldleider te worden op het gebied van de infrastructuurfinanciering. De bank zal zich daarbij richten op Afrika, Latijns-Amerika, Europa en Azië.

De voornaamste beleidsinstrumenten van de AIIB met betrekking tot transparantie en de publieke toegang tot informatie zijn de Policy on Public Information (PPI) uit 2018, en het Environmental and Social Framework (ESF) uit 2016, dat vorig jaar werd geamendeerd. In september 2020 publiceerde de AIIB het ontwerp voor een herziene ESF, dat naar verwachting in februari zal worden goedgekeurd door het bestuur van de bank, na een publieke consultatieronde.

De principes van de PPI – waaronder een ʻvoorkeur voor openbaring’ – zijn welkom, maar ontoereikend. Het beleid omvat zó veel uitzonderingen dat besluiten over de documenten die de AIIB zal openbaren uiteindelijk bij de president berusten.

Het huidige ESF (uit 2016) omvat twee paragrafen over de openbaring van informatie. Die vermelden geen essentiële tijdskaders voor de openbaring van documenten zoals inschattingen van de ecologische en sociale impact. In plaats daarvan roept het ESF ertoe op dat documenten ʻtijdig’ worden geopenbaard, of ʻzodra ze beschikbaar zijn.’ Dergelijke mazen zorgen ervoor dat financiële of bedrijfsbelangen vóórgaan boven het belang van het publiek om op tijd op de hoogte te worden gesteld van de ecologische en sociale risico’s.

Het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties en de Europese aandeelhouders van de AIIB hadden de bank opgeroepen om duidelijke regels te aanvaarden over de tijdsgebonden openbaring van ecologische studies en andere relevante documenten. De AIIB heeft gereageerd door gebruik te maken van taal en terminologie die zorgvuldig zijn afgestemd op westerse gevoeligheden. Maar bij nader inzien blijkt deze inhoud vaak mager en onhelder te zijn.

Het voorgestelde raamwerk is ook opvallend zwak als het gaat om het aanpakken van de toenemende neiging om investeringen via financiële tussenpersonen als commerciële banken en private equity-fondsen te loodsen. Ook als deze entiteiten met steun van de AIIB activiteiten met een hoog risico financieren, hoeven ze geen specifieke informatie over de ecologische en sociale impact te publiceren.

Om schade te voorkomen en te verzachten moet de AIIB de volledige openbaarmaking garanderen van inschattingen van de ecologische en sociale impact, inclusief plannen voor de verwerving en herbezetting van land, voorafgaand aan de goedkeuring van projecten, als er nog een kans is om de uitkomst te beïnvloeden. Maar het herzieningsontwerp van het ESF toont de intentie van de bank om de verantwoordelijkheid voor de aansprakelijkheid af te wentelen op haar toekomstige klanten.

Als het ontwerp geen fundamentele veranderingen ondergaat zullen we een cruciale kans mislopen om transparant bestuur, eerlijkheid en ecologische duurzaamheid bij AIIB-projecten te bevorderen. Het bredere risico is dat de aanpak van de bank over de hele linie tot zwakkere ecologische en sociale normen zal leiden, als internationale financiële instellingen wedijveren om investeringsmogelijkheden.

De klimaatnoodtoestand en het onomkeerbare biodiversiteitsverlies hebben cruciale niveaus bereikt, terwijl de politieke ruimte voor civil society-organisaties in veel landen afneemt of zelfs helemaal verdwenen is. Het gebrek aan transparantie van de AIIB dreigt een slechte situatie nog verder te verslechteren.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/eBtfE1pnl