Industrial chimneys.

Fossiele brandstof verdwazing

BERLIJN – Als de wereld een klimaatcatastrofe wil vermijden zal deze moeten afzien van het verbranden van bijna 90% van zijn bewezen kolenreserves, plus een derde van de olie en de helft van alle gasreserves. Maar in plaats beleid door te voeren dat gericht is op het verwezenlijken van dit doel, blijven regeringen niet alleen de fossiele brandstoffenindustrie subsidiëren, maar ze gaan ook door met het gebruiken van schaarse publieke hulpbronnen om nieuwe reserves te vinden. Dit moet veranderen, en snel.

In een poging deze verandering te versnellen hebben de Heinrich Böll Stichting en Friends of the Earth International cruciale data over de kolenindustrie verzameld in de net verschenen Kolenatlas. De cijfers zijn frappant.

Volgens het Internationaal Monetair Fonds bereikten de subsidies voor kolen (inclusief milieuschade) dit jaar 3,9% van het mondiale bbp na belastingen. Van de regeringen van de G-20 wordt geschat dat ze 88 miljard dollar per jaar besteden aan exploratiesubsidies voor nieuwe fossiele brandstoffen. En een recent rapport door de Natural Defense Council, Oil Change International, en het Wereldnatuurfonds onthulde dat van 2007 tot 2014, overheden meer dan 73 miljard dollar – ofwel meer dan 9 miljard per jaar – publiek geld richting kolenprojecten dirigeerden. Voorop hierin liepen Japan (20 miljard doller), China (rond de 15 miljard dollar), Zuid-Korea (7 miljard dollar), en Duitsland (6,8 miljard dollar).

Deze publieke investeringen komen bovenop de al substantiële commerciële financiering van de kolensector. In 2013 voorzagen 92 vooraanstaande banken in ten minste 66 biljoen euro, meer dan vier keer zoveel als in 2005. Al dit geld is gegaan naar het ondersteunen van een industrie die een enorm deel van de mondiale uitstoot veroorzaakt – en vast van plan lijkt hier mee door te gaan.

Sinds 1988 hebben slechts 35 kolenproducenten, zowel particulier als nationaal, een derde van alle CO2 uitstoot veroorzaakt. De schade die hun producten veroorzaken is geen geheim. En toch hebben kolen- en andere fossiele brandstoffenproducenten geweigerd om hun verdienmodellen aan te passen. In plaats daarvan hebben ze er actief aan gewerkt om pogingen om klimaatverandering op een nationaal en internationaal niveau te verzachten te blokkeren, mede door het financieren van ontkenners van klimaatverandering en door het lobbyen tegen doelstellingen voor hernieuwbare energie en succesvolle middelen zoals terugleveringstarieven.

Ondertussen betoogt de kolenindustrie dat deze een onmisbare rol speelt in het overkomen van ‘energie-armoede’; dit betekent het gebrek aan toegang tot moderne niet vervuilende vormen van energie, voornamelijk elektriciteit. Het is waar dat energie-armoede een groot probleem vormt, en zo’n 1,2 miljard mensen wereldwijd treft. Voor boeren die leunen op opgepompt water om hun gewassen te irrigeren betekent dit een lagere effectiviteit en productiviteit. Voor huishoudens die op hout, koeienmest of kerosine moeten stoken om te koken betekent dit luchtvervuiling binnenshuis die ziekten aan de luchtwegen kan veroorzaken. Voor schoolgaande kinderen betekent slechte verlichting ’s avonds verloren leerkansen.

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Maar kolen zijn niet de oplossing. Alleen de gevolgen voor de gezondheid van kolenproductie en -verbranding al zijn verbijsterend. In 2013 resulteerde pneumoconiose (‘stoflongen’) bij mijnwerkers in meer dan 25.000 doden wereldwijd. In de Europese Unie is de verbranding van kolen jaarlijks verantwoordelijk voor 18.200 voortijdige sterfgevallen en 8.500 nieuwe gevallen van chronische bronchitis. In China sterven een geschatte 250.000 mensen voortijdig door de verbranding van kolen.

De lichamelijke tol brengt ook grote economische kosten met zich mee, van verloren werkdagen tot druk op de gezondheidszorg. Klimaatverandering zal ook enorme kosten opleggen, zelfs als er krachtige verzachtings- en aanpassingsmaatregelen worden genomen. Voor de 48 minst ontwikkelde landen zullen de kosten van kolen spoedig oplopen tot een geschatte 50 miljard dollar per jaar.

Verre verwijderd van het ontvangen van subsidies zou de fossiele brandstoffen industrie juist moeten betalen voor klimaatverandering. De twee grootste fossiele brandstoffenproducenten – Chevron en ExxonMobil – harkten vorig jaar samen tenslotte meer dan 50 miljard dollar aan winst binnen.

Als de wereld enig kans wil maken de stijging van de mondiale oppervlakte temperatuur te beperken tot twee graden Celsius boven pre-industriële niveaus, zonder gedwongen te worden om gevaarlijke en risicovolle technieken als Koolstof Afvang en Opslag in te zetten of geo-engineering, zal zijn energiesysteem op de schop moeten.

Ten eerste moeten de wereldleiders zich engageren aan het uitfaseren van fossiele brandstoffen, met als expliciet doel om 90% van de bewezen kolenreserves onaangeroerd te laten, en de helft van de gasreserves. Ze moeten ook zo snel mogelijk de publieke subsidies voor kolen beëindigen, binnen de komende paar jaar, terwijl ze garanderen dat arme en kwetsbare gemeenschappen niet lijden onder een stijging van de energieprijzen.

Bovendien moeten regeringen wereldwijd kolen- en andere fossiele brandstoffenproducenten aansprakelijk stellen voor de schade die hun producten hebben veroorzaakt, onder meer door een heffing op de winning van fossiele brandstoffen ter financiering van het Warschaumechanisme voor Verlies en Schade dat onder het Kaderverdrag voor Klimaatverandering van de VN valt. Bestaande internationale wetgeving – in het bijzonder het ‘vervuiler betaalt’ principe, de ‘geen kwaad doen’ regel, en het recht op compensatie – ondersteunen zo een systeem.

Ten slotte moeten wereldleiders om energie armoede aan te pakken de financiering voor gedecentraliseerde hernieuwbare energieprojecten opschalen, inclusief via mondiaal gefinancierde terugleveringstarieven voor mini-netwerken voor hernieuwbare energie in ontwikkelingslanden.

Het succes van de industrie voor fossiele brandstoffen in het beschermen van zijn eigen belangen is ten koste gegaan van de gezondheid van onze planeet en zijn bewoners. Het is tijd om ons perverse mondiale energiesysteem te hervormen – en het begin is om kolen en andere fossiele brandstoffen op de plek te laten waren ze horen.

https://prosyn.org/IATi3Ndnl