dr4290c.jpg Dean Rohrer

Het einde van honger en slechte voedingsgewoonten

ROME – Soms gebeurt er iets dat van fundamentele invloed kan zijn op de mensheid, zonder dat het op dat moment zelf wordt opgemerkt. Zo'n gebeurtenis deed zich in december in Rome voor. De Raad van de FAO (de Organisatie voor Voedsel en Landbouw van de Verenigde Naties) besloot dat het doel niet langer het terugdringen van de honger moest zijn, maar het uitbannen van honger, voedselonzekerheid en slechte voedingsgewoonten. De volgende stap zal het bevestigen van deze wijziging zijn op de FAO-conferentie van juni 2013, waaraan alle lidstaten van de FAO zullen deelnemen.

Op velen zal deze kleine verandering van woordkeus als iets triviaals overkomen. Critici zullen bovendien zeggen dat het aanvaarden van zo'n doelstelling, zonder een datum vast te stellen waarop dat doel moet zijn bereikt, grotendeels betekenisloos is. Anderen kunnen beweren dat alleen het idee om de honger uit te roeien al nonsens is, omdat we daar eenvoudigweg de middelen niet voor hebben.

De afgelopen twaalf jaar is het Millennium Development Goal (Millennium Ontwikkelingsdoel) van het halveren van de honger in 2015 de drijvende kracht achter het terugdringen van de honger geweest. Het percentage hongerlijdende mensen in de ontwikkelingslanden is aanzienlijk gedaald – van 23,2% in 1990-92 tot 14,9% nu. Maar deze daling is eerder te danken aan een stijging van de wereldbevolking dan aan de kleine vermindering van het feitelijke aantal hongerlijdende mensen (van ongeveer 980 miljoen naar 852 miljoen nu).

Het doel van het 'halveren' heeft slechts een geringe politieke aantrekkingskracht, omdat het de buitengeslotenen impliciet veroordeelt tot een leven aan de rand van de samenleving, blootgesteld aan ziekten en een voortijdige dood. De Braziliaanse 'Zero Hunger'-strategie heeft daarentegen aangetoond dat het aanvaarden van het absolute doel van het uitbannen van de honger voorziet in een krachtig instrument om overheidsinstellingen tot grootschalig gecoördineerd handelen te bewegen, en om de samenleving te mobiliseren tot een waarlijk nationale inspanning om een einde te maken aan een van de grootste onrechtvaardigheden van onze tijd.

Zeker, het zal steeds moeilijker – maar beslist niet onmogelijk – worden om te voldoen aan de toenemende vraag naar voedsel in de wereld, en om dit op een duurzame manier te doen. Extra voedsel moet worden geproduceerd met behulp van technologieën die de natuurlijke hulpbronnen niet beschadigen die toekomstige generaties nodig zullen hebben om zichzelf te voeden; die de klimaatverandering niet versterken waar de boeren nu al mee kampen; en die de desintegratie niet versnellen van het delicate weefsel van de samenleving op het platteland.

Maar de uitdaging hoeft niet zo ontzagwekkend te zijn als zij lijkt. Het tempo van de bevolkingsgroei zal veel lager zijn dan in de afgelopen vijftig jaar, en er is veel ruimte voor het terugdringen van de grote hoeveelheden voedsel die nu worden verspild. Bovendien kunnen mensen, als hun inkomens stijgen, misschien makkelijker worden overgehaald gezondere en milieuvriendelijker eetgewoonten te volgen dan die van de ontwikkelde landen. De dubbele last van een slecht voedingspatroon – waarbij sprake is van honger naast obesitas, diabetes en andere ziekten die het gevolg zijn van overconsumptie – toont duidelijk het toenemende belang aan van een herijking van het mondiale dieet.

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Er is helemaal niets nieuws aan een belofte om de honger uit te bannen. De FAO werd in 1945 opgericht met als doel een wereld te creëren waarin “geen behoeftigheid” meer bestond. In de woorden van de oprichters betekende dat “de overwinning op de honger en het verwezenlijken van de normale behoeften van een fatsoenlijk leven met zelfrespect.”

Vanwege de wijdverbreide angst in de naoorlogse jaren voor opkomende voedseltekorten richtten de FAO en de internationale gemeenschap als geheel zich voornamelijk op de voedselproductie, en dat is in de daaropvolgende decennia grofweg hetzelfde gebleven. Die investeringen brachten goede rendementen op: ondanks de enorme mondiale bevolkingsgroei van 2,5 miljard mensen in 1945 naar 7 miljard vandaag de dag, is het aanbod van voedsel per hoofd van de bevolking met ruim 40% gestegen.

Het probleem is dat er ook nog steeds op grote schaal honger wordt geleden; onze aandacht moet nu dus verschuiven naar het waarborgen van de universele toegang tot een toereikende hoeveelheid voedsel. Dit moet een topprioriteit voor regeringen zijn, en een doel dat burgers overal ter wereld zouden moeten omarmen.

Voor het doorbreken van de vicieuze cirkel van honger en slechte voedingsgewoonten is het nodig de nadruk op landbouw en plattelandsontwikkeling (meer dan 70% van de bevolking die niet zeker is van voedsel leeft in de landelijke gebieden van de ontwikkelingslanden) aan te vullen met investeringen in andere sociale en productieve programma's, waaronder bescheiden maar voorspelbare financiële subsidies voor de armste gezinnen. Als het juiste beleid wordt gevoerd zal de extra vraag naar voedsel die door deze overdrachten wordt geschapen, en door programma's voor schoolmaaltijden en voedingssupplementen voor moeders en kinderen, kansen scheppen voor kleinschalige boeren om hun productie te verhogen en hun levensstandaard te verbeteren.

In juni heeft secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties op de Rio+20 Conferentie over Duurzame Ontwikkeling de Zero Hunger Challenge gelanceerd. De FAO heeft deze uitdaging aangenomen, en richt zijn pijlen nu formeel op het uitbannen van de honger. Ik kijk met vertrouwen uit naar een uitbreiding van het aantal regeringen dat zich erop wil toeleggen zo snel mogelijk stappen te zetten in de richting van het beëindigen van de honger en de slechte voedingsgewoonten binnen hun grenzen – en andere landen te helpen hetzelfde doel te bereiken.

Het is nooit het verkeerde moment voor de wereld om te proberen de honger uit te bannen, voor eens en voor altijd. Nu is dat moment aangebroken.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/6tkFCKOnl