BANGKOK – De meeste landen in Azië en de Pacific hebben inmiddels een of ander herstelplan voor de periode na de pandemie opgesteld. Veel van die plannen omvatten investeringen in duurzaamheid, iets waartoe de Verenigde Naties overheden herhaaldelijk hebben opgeroepen. Sommige plannen behelzen momenteel louter begrotingstotalen, wat inhoudt dat de beleidsmakers de uitgaven nog moeten toewijzen.
Ongeacht de huidige mate van gedetailleerdheid ontbreekt in alle herstelprogrammaʼs van de regio een belangrijke bevolkingsgroep: die van de plattelandsvrouwen. Tenzij de regeringen snel een genderperspectief toevoegen aan hun bestedingsprioriteiten zal deze grote en cruciale groep achterblijven, en zal de economische impact van de officiële programmaʼs niet leiden tot verwezenlijking van hun volledige potentieel.
Een dergelijke uitkomst zou de zaken er alleen maar erger op maken. Plattelandseconomieën, die toch al te maken hadden met een zwakkere financiële buffer en met minder toegang tot openbare diensten dan stedelijke gebieden, worden op drie fronten belaagd: door de COVID-19-pandemie, de daarmee samenhangende economische neergang, en de niet aflatende opmars van de klimaatverandering. Bovendien hebben vrouwen meer dan mannen geleden onder de domino-effecten van de pandemie, met grotere economische verliezen en een zwaardere belasting van de geestelijke gezondheid.
De sleutel tot het bevorderen van een vorm van herstel na de pandemie waar plattelandsvrouwen baat bij hebben, is het creëren van groene banen die bestand zijn tegen de schokken van de klimaatverandering en die het ondernemerschap in sectoren als landbouw en energie nieuw leven kunnen inblazen. Kleine en middelgrote ondernemingen die door vrouwen worden geleid kunnen hierbij een cruciale rol spelen.
Bescheiden veranderingen in de manier waarop regeringen herstelfondsen toewijzen en prioriteren, met name als het gaat om investeringen in hernieuwbare energie, kunnen het leven van tientallen miljoenen mensen verbeteren. En in sommige grotere landen zoals India, waar lockdowns, ontwrichte bevoorradingsketens en het verlies van bestaansmiddelen in de steden een omgekeerde migratie naar de dorpen op gang hebben gebracht, zullen dergelijke aanpassingen nog veel méér mensen ten goede komen.
Steun voor groene energie is een makkelijk doelwit voor herstelmaatregelen. De ontwikkeling van hernieuwbare energie heeft tijdens de pandemie bewezen veerkrachtig te zijn. Zelfs ondanks vertragingen in sectoren als het transport en de bouw zijn er tal van nieuwe hernieuwbare-energieprojecten van de grond gekomen. Zuid-Korea heeft bijvoorbeeld onlangs aangekondigd dat het 43 miljard dollar zal investeren in de bouw van offshore-windmolenparken.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
De elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen is in 2020 met bijna 7 procentgestegen, maar dit vertelt niet het hele verhaal. Je zou intuïtief kunnen denken dat vrouwen en mannen in principe op dezelfde manier profiteren van de infrastructuur voor hernieuwbare energie, maar de realiteit is heel anders.
In Azië en de Pacific zijn het meestal vrouwen die in een huishouden daadwerkelijk energie gebruiken. Maar het systeem is niet voor hen ontworpen. In sommige landen, zoals Bangladesh, hebben vrouwen geen toegang tot hernieuwbare energie, omdat die ter beschikking wordt gesteld op plaatsen die traditioneel voorbehouden zijn aan mannen, zoals openbare markten.
Om dit te verhelpen kunnen regeringen prikkels geven zoals subsidies en zachte leningen voor de installatie van kleinschalige hernieuwbare-energiesystemen in plattelandsgebieden die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. In Bangladesh verstrekt de Infrastructure Development Company Limited bijvoorbeeld rechtstreekse subsidies en microkredieten voor zonne-energiesystemen voor thuisgebruik.
Overheden moeten ook steun verlenen aan door vrouwen geleide bedrijven, die onevenredig hard zijn getroffen door de COVID-19-crisis. Uit onderzoeken van het milieuprogramma van de Verenigde Naties in het kader van het EmPower-project, dat samen met de vrouwenorganisatie van de VN wordt uitgevoerd en door de Zweedse regering wordt gefinancierd, blijkt dat kleinschalige ondernemingen die door vrouwen worden geleid, zijn getroffen door inkomstenderving, kasstroomproblemen en moeilijkheden bij het aantrekken van nieuwe investeringen.
Omdat vrouwen in de regio economisch vaker actief zijn in de informele sector, worden zij niet in dezelfde mate bij de herstelfinanciering betrokken als mannen. De overheden zouden daarom een gendercomponent moeten toevoegen aan hun herstelprogrammaʼs, zodat deze effectief gericht kunnen zijn op allen die daar behoefte aan hebben.
Een derde eenvoudige oplossing is meer te investeren in de bevordering van digitale geletterdheid en digitale vaardigheden bij vrouwen en gemarginaliseerde gemeenschappen. De digitale kloof tussen mannen en vrouwen is groot. Vrouwen in lage- en middeninkomenslanden hebben 8 procent minder kans dan mannen om een mobiele telefoon te bezitten. En in 2019 was slechts 48 procent van de vrouwen in de hele wereld online, tegenover 58% van de mannen.
Een grotere digitale geletterdheid zou vrouwen in staat kunnen stellen een grotere rol te spelen in de hernieuwbare-energiesector van de regio. Het kopen, verkopen en bijhouden van het gebruik van huishoudelijke energie gebeurt steeds vaker online, waarbij landen als India, Nepal en Bangladesh digitale platforms gebruiken om de marktvraag te bundelen en consumenten aan energieleveranciers te koppelen. Een beter begrip van deze technologieën zal vrouwen – zowel kleine boeren als ondernemers – de kans geven bestaande markten voor kleinschalige energieproductie aan te boren (en uit te breiden).
Dergelijke initiatieven kunnen ook andere voordelen opleveren. Een stabiele, betrouwbare elektriciteitsvoorziening uit hernieuwbare minigrids, die door vrouwen in plattelandsgebieden worden beheerd, kan bijvoorbeeld masten voor mobiele telecommunicatie van stroom voorzien, waardoor telecommunicatie-exploitanten hun dekking kunnen uitbreiden.
Gendergerichte herstelmaatregelen zouden zowel overheden als bedrijven ten goede komen, en niet alleen in Azië en de Pacific. Beleidsmakers zouden de inclusieve economische ontwikkeling bevorderen en blijk geven van sociaal en ecologisch bewustzijn, terwijl bedrijven zouden profiteren van nieuwe markten en van een groeiende online-bevolking die bereid en in staat is voor goederen en diensten te betalen. En niemand zou dan nog achterblijven.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
While even the world’s poorest economies have become richer in recent decades, they have continued to lag far behind their higher-income counterparts – and the gap is not getting any smaller. According to this year’s Nobel Prize-winning economists, institutions are a key reason why. From Ukraine’s reconstruction to the regulation of artificial intelligence, the implications are as consequential as they are far-reaching.
BANGKOK – De meeste landen in Azië en de Pacific hebben inmiddels een of ander herstelplan voor de periode na de pandemie opgesteld. Veel van die plannen omvatten investeringen in duurzaamheid, iets waartoe de Verenigde Naties overheden herhaaldelijk hebben opgeroepen. Sommige plannen behelzen momenteel louter begrotingstotalen, wat inhoudt dat de beleidsmakers de uitgaven nog moeten toewijzen.
Ongeacht de huidige mate van gedetailleerdheid ontbreekt in alle herstelprogrammaʼs van de regio een belangrijke bevolkingsgroep: die van de plattelandsvrouwen. Tenzij de regeringen snel een genderperspectief toevoegen aan hun bestedingsprioriteiten zal deze grote en cruciale groep achterblijven, en zal de economische impact van de officiële programmaʼs niet leiden tot verwezenlijking van hun volledige potentieel.
Een dergelijke uitkomst zou de zaken er alleen maar erger op maken. Plattelandseconomieën, die toch al te maken hadden met een zwakkere financiële buffer en met minder toegang tot openbare diensten dan stedelijke gebieden, worden op drie fronten belaagd: door de COVID-19-pandemie, de daarmee samenhangende economische neergang, en de niet aflatende opmars van de klimaatverandering. Bovendien hebben vrouwen meer dan mannen geleden onder de domino-effecten van de pandemie, met grotere economische verliezen en een zwaardere belasting van de geestelijke gezondheid.
De sleutel tot het bevorderen van een vorm van herstel na de pandemie waar plattelandsvrouwen baat bij hebben, is het creëren van groene banen die bestand zijn tegen de schokken van de klimaatverandering en die het ondernemerschap in sectoren als landbouw en energie nieuw leven kunnen inblazen. Kleine en middelgrote ondernemingen die door vrouwen worden geleid kunnen hierbij een cruciale rol spelen.
Bescheiden veranderingen in de manier waarop regeringen herstelfondsen toewijzen en prioriteren, met name als het gaat om investeringen in hernieuwbare energie, kunnen het leven van tientallen miljoenen mensen verbeteren. En in sommige grotere landen zoals India, waar lockdowns, ontwrichte bevoorradingsketens en het verlies van bestaansmiddelen in de steden een omgekeerde migratie naar de dorpen op gang hebben gebracht, zullen dergelijke aanpassingen nog veel méér mensen ten goede komen.
Steun voor groene energie is een makkelijk doelwit voor herstelmaatregelen. De ontwikkeling van hernieuwbare energie heeft tijdens de pandemie bewezen veerkrachtig te zijn. Zelfs ondanks vertragingen in sectoren als het transport en de bouw zijn er tal van nieuwe hernieuwbare-energieprojecten van de grond gekomen. Zuid-Korea heeft bijvoorbeeld onlangs aangekondigd dat het 43 miljard dollar zal investeren in de bouw van offshore-windmolenparken.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
De elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen is in 2020 met bijna 7 procentgestegen, maar dit vertelt niet het hele verhaal. Je zou intuïtief kunnen denken dat vrouwen en mannen in principe op dezelfde manier profiteren van de infrastructuur voor hernieuwbare energie, maar de realiteit is heel anders.
In Azië en de Pacific zijn het meestal vrouwen die in een huishouden daadwerkelijk energie gebruiken. Maar het systeem is niet voor hen ontworpen. In sommige landen, zoals Bangladesh, hebben vrouwen geen toegang tot hernieuwbare energie, omdat die ter beschikking wordt gesteld op plaatsen die traditioneel voorbehouden zijn aan mannen, zoals openbare markten.
Om dit te verhelpen kunnen regeringen prikkels geven zoals subsidies en zachte leningen voor de installatie van kleinschalige hernieuwbare-energiesystemen in plattelandsgebieden die niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten. In Bangladesh verstrekt de Infrastructure Development Company Limited bijvoorbeeld rechtstreekse subsidies en microkredieten voor zonne-energiesystemen voor thuisgebruik.
Overheden moeten ook steun verlenen aan door vrouwen geleide bedrijven, die onevenredig hard zijn getroffen door de COVID-19-crisis. Uit onderzoeken van het milieuprogramma van de Verenigde Naties in het kader van het EmPower-project, dat samen met de vrouwenorganisatie van de VN wordt uitgevoerd en door de Zweedse regering wordt gefinancierd, blijkt dat kleinschalige ondernemingen die door vrouwen worden geleid, zijn getroffen door inkomstenderving, kasstroomproblemen en moeilijkheden bij het aantrekken van nieuwe investeringen.
Omdat vrouwen in de regio economisch vaker actief zijn in de informele sector, worden zij niet in dezelfde mate bij de herstelfinanciering betrokken als mannen. De overheden zouden daarom een gendercomponent moeten toevoegen aan hun herstelprogrammaʼs, zodat deze effectief gericht kunnen zijn op allen die daar behoefte aan hebben.
Een derde eenvoudige oplossing is meer te investeren in de bevordering van digitale geletterdheid en digitale vaardigheden bij vrouwen en gemarginaliseerde gemeenschappen. De digitale kloof tussen mannen en vrouwen is groot. Vrouwen in lage- en middeninkomenslanden hebben 8 procent minder kans dan mannen om een mobiele telefoon te bezitten. En in 2019 was slechts 48 procent van de vrouwen in de hele wereld online, tegenover 58% van de mannen.
Een grotere digitale geletterdheid zou vrouwen in staat kunnen stellen een grotere rol te spelen in de hernieuwbare-energiesector van de regio. Het kopen, verkopen en bijhouden van het gebruik van huishoudelijke energie gebeurt steeds vaker online, waarbij landen als India, Nepal en Bangladesh digitale platforms gebruiken om de marktvraag te bundelen en consumenten aan energieleveranciers te koppelen. Een beter begrip van deze technologieën zal vrouwen – zowel kleine boeren als ondernemers – de kans geven bestaande markten voor kleinschalige energieproductie aan te boren (en uit te breiden).
Dergelijke initiatieven kunnen ook andere voordelen opleveren. Een stabiele, betrouwbare elektriciteitsvoorziening uit hernieuwbare minigrids, die door vrouwen in plattelandsgebieden worden beheerd, kan bijvoorbeeld masten voor mobiele telecommunicatie van stroom voorzien, waardoor telecommunicatie-exploitanten hun dekking kunnen uitbreiden.
Gendergerichte herstelmaatregelen zouden zowel overheden als bedrijven ten goede komen, en niet alleen in Azië en de Pacific. Beleidsmakers zouden de inclusieve economische ontwikkeling bevorderen en blijk geven van sociaal en ecologisch bewustzijn, terwijl bedrijven zouden profiteren van nieuwe markten en van een groeiende online-bevolking die bereid en in staat is voor goederen en diensten te betalen. En niemand zou dan nog achterblijven.
Vertaling: Menno Grootveld