PARIJS – De slachtoffers van de oorlog van de Russische president Vladimir Poetin in Oekraïne vallen niet alleen onder de Oekraïners die het directe doelwit zijn van de Russische strijdkrachten. De Russische agressie vormt ook een bedreiging voor de mondiale duurzaamheidsagenda, met mogelijk verwoestende gevolgen voor de hele planeet.
De COVID-19-pandemie heeft de aandacht en de middelen van de wereld al afgeleid van de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs uit 2015, omdat landen zich concentreerden op hun onmiddellijke volksgezondheidsbehoeften. Nu versterkt de oorlog van Poetin de economische, sociale en geopolitieke druk op landen, terwijl de onderlinge verdeeldheid toeneemt. Dit voorspelt niet veel goeds voor de inspanningen om de gezamenlijke uitdaging van de klimaatverandering aan te pakken.
Om onze kansen op redding van de duurzaamheidsagenda te vergroten, moeten we de zorgen en de vereisten die uit de huidige crisis voortvloeien onderkennen en onze aanpak dienovereenkomstig aanpassen. Dat betekent dat we milieu-, sociale en bestuurskwesties (ESG) zowel holistischer als gedetailleerder moeten benaderen.
Om te beginnen moet bij iedere bespreking van het energiebeleid rekening worden gehouden met de niet-onderhandelbare doelstelling om tegen 2050 een koolstofdioxide-uitstoot van nul te bereiken, en met de noodzaak om de energievoorziening veilig te stellen en de sociale cohesie te waarborgen. Als het energiebeleid uitsluitend op veiligheidsoverwegingen is toegespitst, dreigt het de duurzaamheidsagenda te ondermijnen.
De Europese inspanningen om Russisch gas te vervangen door vloeibaar aardgas (LNG) uit de Verenigde Staten of Qatar zijn hiervan een goed voorbeeld. Men zou kunnen aanvoeren dat dit slechts een ʻtijdelijke oplossingʼ is, bedoeld om een urgent probleem aan te pakken. Dergelijke systemen kunnen echter makkelijk verankerd raken – bijvoorbeeld als exploitanten langetermijnverbintenissen van regeringen eisen – wat de inspanningen om de elektriciteitsproductie koolstofvrij te maken, zou ondermijnen.
Zeker, de oorlog in Oekraïne vraagt om dringende maatregelen, waaronder wellicht ook tijdelijke oplossingen. Dergelijke maatregelen moeten echter zorgvuldig worden geïntegreerd in een bredere strategie, die zowel een snellere omschakeling naar hernieuwbare energie omvat – wat in de Europese Unie kan vergen dat de financieringscapaciteit van het EU-pakket voor het herstel van de pandemie (Next Generation genaamd) wordt uitgebreid – als een heroverweging van kernenergie.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
De EU moet haar standpunt over kernenergie in haar taxonomie voor duurzame financiering, die bedrijven, beleggers en beleidsmakers moet leiden in de richting van klimaatvriendelijke activiteiten en investeringen, nog definitief bepalen. Er zij echter op gewezen dat het door het Internationaal Energieagentschap in zijn World Energy Outlook 2021 voorgestelde netto-nulpad oproept tot een verhoging van het aandeel van kernenergie in de energiemix.
Dit is niet alleen een zaak voor beleidsmakers; alle beleggers moeten een meer holistische benadering van energie hanteren, waarbij de noodzaak om af te stappen van fossiele brandstoffen in evenwicht wordt gebracht met de geopolitieke beperkingen van landen. Evenzo moeten beleggers beter in staat zijn milieu- en sociale overwegingen in samenhang te beoordelen.
Het idee van een ʻrechtvaardige klimaattransitieʼ is niet nieuw. Maar het krijgt wel een nieuwe betekenis tegen de achtergrond van de oorlog van Rusland in Oekraïne, die wereldwijd niet alleen de prijzen van energie, maar ook die van voedsel heeft opgedreven. Door de ontwrichting van de voedselvoorziening vanuit Rusland en Oekraïne vormt de oorlog een bedreiging voor de mondiale voedselzekerheid.
De landbouw en de levensmiddelenindustrie – energie-intensieve sectoren die verstrekkende gevolgen hebben voor de biodiversiteit – zouden altijd een sleutelrol spelen in de transitie naar netto-nul. Maar de oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat bij elke strategie om de milieu-impact van deze sectoren te beperken ook rekening moet worden gehouden met de noodzaak om de voedselzekerheid te waarborgen, bijvoorbeeld door diversificatie van het aanbod.
De noodzaak om milieu- en sociale overwegingen te combineren geldt voor bedrijven, maar ook – en misschien nog wel in belangrijker mate – voor regeringen, waarvoor de financiële sector nog geen voldoende gedetailleerde gemeenschappelijke methodologie heeft vastgesteld. De aanpak die uit de bus komt, moet rekening houden met de doeltreffendheid waarmee regeringen de verdelingseffecten van beleidsmaatregelen in verband met de transitie naar netto-nul beheren. Zonder een eerlijke verdeling van de lasten zal de steun van de bevolking voor klimaatmaatregelen afnemen.
Een ander gebied waarop ESG-strategieën in het kielzog van de oorlog in Oekraïne gedetailleerder zullen moeten worden, is dat van de cryptocurrencies. Tot nu toe lag de nadruk op de milieu-impact van het ʻdelvenʼ van cryptocurrencies, dat enorm energie-intensief is. Maar de oorlog heeft de sociale en geopolitieke dimensies van cryptocurrencies benadrukt, die Oekraïne heeft gebruikt om zijn leger te crowdfunden, en Rusland zou kunnen gebruiken om internationale sancties te omzeilen.
Tot slot moeten beleggers een genuanceerdere kijk krijgen op de defensie-industrie. Het is gebruikelijk voor ESG-beleggers om dergelijke bedrijven uit hun portefeuilles te weren. Hoewel er geen reden is om te gaan beleggen in de ontwikkeling en productie van controversiële wapens, zouden ESG-beleggers hun benadering van bedrijven die het vermogen van landen om zich tegen agressie te verdedigen vergroten, kunnen heroverwegen. Er is dringend behoefte aan een robuustere reeks beginselen voor de integratie van mensenrechten in het beleggingsbeleid.
Op deze – en waarschijnlijk nog veel meer – manieren heeft de oorlog in Oekraïne ESG-beleggingen bemoeilijkt. Dit kan desastreus uitpakken voor de duurzaamheidsagenda, vooral als het wordt gebruikt als excuus om milieu- en sociale overwegingen naar het tweede plan te verschuiven. Het stilzwijgen van de wereld over het jongste rapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering toont aan hoe acuut dit risico is geworden.
Om een dergelijk resultaat te vermijden, moeten het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld hun krachten bundelen om een weg voorwaarts uit te stippelen. Beleggers, consumenten, werknemers en bedrijven hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om een nieuw systeem uit te werken dat beantwoordt aan de visie van het klimaatverdrag van Parijs en dat een meer omvattende benadering van ESG-beoordelingen omvat.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
For almost a year, many hoped that Israel's war with Hamas would not spread beyond Gaza. But attacks on northern Israel by Hezbollah in southern Lebanon, and now the decision by both groups' backer, Iran, to fire ballistic missiles at Israel, has made a regional conflict all but inevitable.
explains why the fighting between Israel and Hamas has escalated into a regional conflict involving Iran.
PARIJS – De slachtoffers van de oorlog van de Russische president Vladimir Poetin in Oekraïne vallen niet alleen onder de Oekraïners die het directe doelwit zijn van de Russische strijdkrachten. De Russische agressie vormt ook een bedreiging voor de mondiale duurzaamheidsagenda, met mogelijk verwoestende gevolgen voor de hele planeet.
De COVID-19-pandemie heeft de aandacht en de middelen van de wereld al afgeleid van de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs uit 2015, omdat landen zich concentreerden op hun onmiddellijke volksgezondheidsbehoeften. Nu versterkt de oorlog van Poetin de economische, sociale en geopolitieke druk op landen, terwijl de onderlinge verdeeldheid toeneemt. Dit voorspelt niet veel goeds voor de inspanningen om de gezamenlijke uitdaging van de klimaatverandering aan te pakken.
Om onze kansen op redding van de duurzaamheidsagenda te vergroten, moeten we de zorgen en de vereisten die uit de huidige crisis voortvloeien onderkennen en onze aanpak dienovereenkomstig aanpassen. Dat betekent dat we milieu-, sociale en bestuurskwesties (ESG) zowel holistischer als gedetailleerder moeten benaderen.
Om te beginnen moet bij iedere bespreking van het energiebeleid rekening worden gehouden met de niet-onderhandelbare doelstelling om tegen 2050 een koolstofdioxide-uitstoot van nul te bereiken, en met de noodzaak om de energievoorziening veilig te stellen en de sociale cohesie te waarborgen. Als het energiebeleid uitsluitend op veiligheidsoverwegingen is toegespitst, dreigt het de duurzaamheidsagenda te ondermijnen.
De Europese inspanningen om Russisch gas te vervangen door vloeibaar aardgas (LNG) uit de Verenigde Staten of Qatar zijn hiervan een goed voorbeeld. Men zou kunnen aanvoeren dat dit slechts een ʻtijdelijke oplossingʼ is, bedoeld om een urgent probleem aan te pakken. Dergelijke systemen kunnen echter makkelijk verankerd raken – bijvoorbeeld als exploitanten langetermijnverbintenissen van regeringen eisen – wat de inspanningen om de elektriciteitsproductie koolstofvrij te maken, zou ondermijnen.
Zeker, de oorlog in Oekraïne vraagt om dringende maatregelen, waaronder wellicht ook tijdelijke oplossingen. Dergelijke maatregelen moeten echter zorgvuldig worden geïntegreerd in een bredere strategie, die zowel een snellere omschakeling naar hernieuwbare energie omvat – wat in de Europese Unie kan vergen dat de financieringscapaciteit van het EU-pakket voor het herstel van de pandemie (Next Generation genaamd) wordt uitgebreid – als een heroverweging van kernenergie.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
De EU moet haar standpunt over kernenergie in haar taxonomie voor duurzame financiering, die bedrijven, beleggers en beleidsmakers moet leiden in de richting van klimaatvriendelijke activiteiten en investeringen, nog definitief bepalen. Er zij echter op gewezen dat het door het Internationaal Energieagentschap in zijn World Energy Outlook 2021 voorgestelde netto-nulpad oproept tot een verhoging van het aandeel van kernenergie in de energiemix.
Dit is niet alleen een zaak voor beleidsmakers; alle beleggers moeten een meer holistische benadering van energie hanteren, waarbij de noodzaak om af te stappen van fossiele brandstoffen in evenwicht wordt gebracht met de geopolitieke beperkingen van landen. Evenzo moeten beleggers beter in staat zijn milieu- en sociale overwegingen in samenhang te beoordelen.
Het idee van een ʻrechtvaardige klimaattransitieʼ is niet nieuw. Maar het krijgt wel een nieuwe betekenis tegen de achtergrond van de oorlog van Rusland in Oekraïne, die wereldwijd niet alleen de prijzen van energie, maar ook die van voedsel heeft opgedreven. Door de ontwrichting van de voedselvoorziening vanuit Rusland en Oekraïne vormt de oorlog een bedreiging voor de mondiale voedselzekerheid.
De landbouw en de levensmiddelenindustrie – energie-intensieve sectoren die verstrekkende gevolgen hebben voor de biodiversiteit – zouden altijd een sleutelrol spelen in de transitie naar netto-nul. Maar de oorlog in Oekraïne heeft aangetoond dat bij elke strategie om de milieu-impact van deze sectoren te beperken ook rekening moet worden gehouden met de noodzaak om de voedselzekerheid te waarborgen, bijvoorbeeld door diversificatie van het aanbod.
De noodzaak om milieu- en sociale overwegingen te combineren geldt voor bedrijven, maar ook – en misschien nog wel in belangrijker mate – voor regeringen, waarvoor de financiële sector nog geen voldoende gedetailleerde gemeenschappelijke methodologie heeft vastgesteld. De aanpak die uit de bus komt, moet rekening houden met de doeltreffendheid waarmee regeringen de verdelingseffecten van beleidsmaatregelen in verband met de transitie naar netto-nul beheren. Zonder een eerlijke verdeling van de lasten zal de steun van de bevolking voor klimaatmaatregelen afnemen.
Een ander gebied waarop ESG-strategieën in het kielzog van de oorlog in Oekraïne gedetailleerder zullen moeten worden, is dat van de cryptocurrencies. Tot nu toe lag de nadruk op de milieu-impact van het ʻdelvenʼ van cryptocurrencies, dat enorm energie-intensief is. Maar de oorlog heeft de sociale en geopolitieke dimensies van cryptocurrencies benadrukt, die Oekraïne heeft gebruikt om zijn leger te crowdfunden, en Rusland zou kunnen gebruiken om internationale sancties te omzeilen.
Tot slot moeten beleggers een genuanceerdere kijk krijgen op de defensie-industrie. Het is gebruikelijk voor ESG-beleggers om dergelijke bedrijven uit hun portefeuilles te weren. Hoewel er geen reden is om te gaan beleggen in de ontwikkeling en productie van controversiële wapens, zouden ESG-beleggers hun benadering van bedrijven die het vermogen van landen om zich tegen agressie te verdedigen vergroten, kunnen heroverwegen. Er is dringend behoefte aan een robuustere reeks beginselen voor de integratie van mensenrechten in het beleggingsbeleid.
Op deze – en waarschijnlijk nog veel meer – manieren heeft de oorlog in Oekraïne ESG-beleggingen bemoeilijkt. Dit kan desastreus uitpakken voor de duurzaamheidsagenda, vooral als het wordt gebruikt als excuus om milieu- en sociale overwegingen naar het tweede plan te verschuiven. Het stilzwijgen van de wereld over het jongste rapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering toont aan hoe acuut dit risico is geworden.
Om een dergelijk resultaat te vermijden, moeten het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld hun krachten bundelen om een weg voorwaarts uit te stippelen. Beleggers, consumenten, werknemers en bedrijven hebben een gedeelde verantwoordelijkheid om een nieuw systeem uit te werken dat beantwoordt aan de visie van het klimaatverdrag van Parijs en dat een meer omvattende benadering van ESG-beoordelingen omvat.
Vertaling: Menno Grootveld