NAIROBI – De COVID-19-pandemie, in combinatie met ontwrichtingen van de aanbodketens en de stijgende inflatie, heeft de kwetsbaarheid van de Afrikaanse voedselsystemen aan het licht gebracht, waardoor de honger op het hele continent alleen al in 2020 met zestig procent zal toenemen. De klimaatverandering, die naar verwachting de zoetwaterecosystemen en landbouwgronden zal aantasten en grote delen van Afrika onbewoonbaar zal maken, zal de situatie alleen maar verergeren.
Terwijl de pandemie en de oorlog in Oekraïne de wereldwijde voedselonzekerheid hebben verergerd, miljoenen in extreme armoede hebben gestort en decennia van vooruitgang hebben teruggedraaid, is de situatie in de Afrikaanse landen met lagere inkomens nog nijpender. De bevolking van het continent is toegenomen tot 1,4 miljard mensen en zou tegen 2050 kunnen verdubbelen, terwijl de landbouwproductiviteit, ondanks verbeteringen, aanzienlijk achterblijft bij de mondiale benchmarks. Hierdoor zijn regeringen gedwongen meer voedsel te importeren, waardoor de prijzen stijgen.
Maar er zijn enkele lichtpuntjes. Ethiopië, Marokko en Rwanda zijn er bijvoorbeeld in geslaagd de landbouwproductiviteit te verhogen door een visie voor hun binnenlandse industrieën vast te stellen, publieke en particuliere belanghebbenden samen te brengen, de noodzakelijke infrastructuur op te bouwen, en voortdurend te leren en zich aan te passen. Als gevolg daarvan hebben deze landen hun landbouwproductie verhoogd, de voedselzekerheid verbeterd, het inkomen van de landbouwers opgetrokken en de veerkracht van de lokale voedselsystemen bij externe schokken versterkt.
Neem Ethiopië, waar de binnenlandse opbrengsten met 76 procent zijn gestegen en de totale voedselproductie met vijftig procent is toegenomen sinds de oprichting van het Agricultural Transformation Agency (ATA) in 2010. Volgens schattingen van het ATA hebben de landbouwhervormingen honderdvijftigduizend mensen behoed voor de hongerdood, het aantal ondervoede Ethiopiërs met 11,5 miljoen mensen verminderd en ongeveer 286.000 mensen uit de armoede gehaald.
Ook Marokko’s Plan Maroc Vert (Groen Marokko), dat in 2008 werd gelanceerd om de binnenlandse landbouw te moderniseren en duurzame economische groei te bevorderen, heeft de landbouwsector nieuw leven ingeblazen. Het agentschap voor landbouwontwikkeling, dat is opgericht om de uitvoering van het plan te ondersteunen, schat dat het bbp van de landbouw in de periode 2008-’18 met 5,25 procent per jaar is gegroeid, sneller dan de economie als geheel (3,8 procent). Dit resulteerde in een stijging van de landbouwexport met 117 procent en 342.000 nieuwe banen. Ook het waterbeheer is verbeterd: het aantal druppelirrigatiesystemen is verviervoudigd tot 542.000 hectare.
Sinds 2004 ontwikkelt en implementeert Rwanda zijn Strategic Plan for the Transformation of Agriculture (PSTA). Het International Food Policy Research Institute schat dat elke dollar die de regering aan landbouw besteedt, overeenkomt met een toename van het bbp met 2,05 dollar, wat betekent dat het programma tussen 2018 en 2021 730 miljoen dollar aan economische winst heeft opgeleverd en 1,1 miljoen mensen uit de armoede heeft geholpen. Het strategisch plan van Rwanda heeft ook het waterbeheer en het bodembehoud verbeterd.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Wat deze drie landen gemeen hebben, is een diep inzicht in de uitdagingen die voor ons liggen, een duidelijke visie om die het hoofd te bieden en een sterke verbintenis om de doeltreffende bestuursmechanismen te ontwikkelen die nodig zijn om oplossingen te implementeren. Op basis van deze voorbeelden hebben wij vier belangrijke beginselen vastgesteld die andere Afrikaanse landen kunnen helpen hun eigen landbouwsector met succes te transformeren.
Om te beginnen is een consistente planning van cruciaal belang. Regeringen moeten duidelijke mandaten vaststellen, hun prioriteiten omschrijven, beleidslijnen op elkaar afstemmen en middelen vrijmaken. In Rwanda had het PSTA de opdracht om marktgestuurde groei te gebruiken om de grotendeels op zelfvoorziening gebaseerde landbouw van het land te hervormen. Bij de voorbereiding van de laatste versie van het plan, bekend als PSTA 4, werkte de regering samen met ontwikkelingspartners om een toekomstgerichte strategie uit te werken die in overeenstemming is met de verbintenissen van Rwanda in het kader van de Malabo Declaration van de Afrikaanse Unie en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. PSTA 4 is gericht op het stimuleren van investeringen in de particuliere sector en de overschakeling op landbouwgrondstoffen met een hogere waarde om de winsten te verhogen en de productiviteit aan te jagen, overeenkomstig de visie die de Rwandese regering bijna twintig jaar geleden heeft geformuleerd.
In de tweede plaats moeten beleidsmakers zich verzekeren van de steun van politieke leiders, relevante lokale overheden en andere belanghebbenden, zoals ontwikkelingspartners en maatschappelijke organisaties, om ervoor te zorgen dat de projecten op langere termijn duurzaam zijn. In Ethiopië heeft toenmalig premier Meles Zenawi de oprichting van het ATA publiekelijk gesteund. Latere regeringen zijn het plan blijven steunen en hebben het ATA zelfs prioritaire toegang gegeven tot schaarse harde valuta om de invoer te financieren.
In de derde plaats kunnen regeringen, door de landbouwplannen te structureren rond een organisatie die voor haar doel geschikt is, een bestuursstructuur creëren die bekwaam personeel in staat stelt om met alle belanghebbenden samen te werken bij het leiden van de transformatie-inspanning. Het ATA combineert bijvoorbeeld lokale en internationale expertise en coördineert met de ministeries die verantwoordelijk zijn voor land, water, landbouw en industrie om beleid te ontwikkelen en uit te voeren.
Ten slotte zou een resultaatgericht uitvoeringsproces tot betere resultaten kunnen leiden. Door een grondige kennisbasis voor de landbouwsector te ontwikkelen en deze vervolgens aan te passen naarmate nieuwe gegevens opduiken, kunnen regeringen snel resultaten boeken en programma’s met een groot uitbreidingspotentieel vaststellen. Marokko heeft bijvoorbeeld specifieke plannen opgesteld voor zestien regio’s, en een routekaart met ruim zevenhonderd projecten. Om de vooruitgang te volgen hielden ambtenaren specifieke prestatie-indicatoren bij, zoals opbrengst en productiviteit voor vee, pluimvee en andere sectoren.
Afrika is natuurlijk ongelooflijk divers. De landen variëren qua taal, geografie, bevolkingsgrootte, politieke systemen en economisch beleid, waardoor een uniforme aanpak onmogelijk is. Maar Ethiopië, Marokko en Rwanda, die onderling sterk verschillen, zijn erin geslaagd de voedselzekerheid en het economisch welzijn te verbeteren door zich te houden aan de vier beginselen die hier worden uiteengezet. Hun succes toont aan dat een duurzaam, klimaatbestendig continent niet alleen mogelijk is, maar zelfs binnen handbereik ligt.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Marietje Schaake
warns that Big Tech’s outsize influence threatens democracy, suggests what Western leaders can learn from Chinese technology governance, urges governments to use public procurement to influence the trajectory of digital technology, and more.
The massive losses suffered by Hezbollah and Hamas – and the weakening of Iran’s so-called “axis of resistance” – needs to be seen in strategic terms. Put simply, it creates an opening to transform for the better not just Gaza and Lebanon but also much of the region.
thinks Israel’s decimation of Iran’s proxies in Gaza and Lebanon must be viewed in strategic terms.
NAIROBI – De COVID-19-pandemie, in combinatie met ontwrichtingen van de aanbodketens en de stijgende inflatie, heeft de kwetsbaarheid van de Afrikaanse voedselsystemen aan het licht gebracht, waardoor de honger op het hele continent alleen al in 2020 met zestig procent zal toenemen. De klimaatverandering, die naar verwachting de zoetwaterecosystemen en landbouwgronden zal aantasten en grote delen van Afrika onbewoonbaar zal maken, zal de situatie alleen maar verergeren.
Terwijl de pandemie en de oorlog in Oekraïne de wereldwijde voedselonzekerheid hebben verergerd, miljoenen in extreme armoede hebben gestort en decennia van vooruitgang hebben teruggedraaid, is de situatie in de Afrikaanse landen met lagere inkomens nog nijpender. De bevolking van het continent is toegenomen tot 1,4 miljard mensen en zou tegen 2050 kunnen verdubbelen, terwijl de landbouwproductiviteit, ondanks verbeteringen, aanzienlijk achterblijft bij de mondiale benchmarks. Hierdoor zijn regeringen gedwongen meer voedsel te importeren, waardoor de prijzen stijgen.
Maar er zijn enkele lichtpuntjes. Ethiopië, Marokko en Rwanda zijn er bijvoorbeeld in geslaagd de landbouwproductiviteit te verhogen door een visie voor hun binnenlandse industrieën vast te stellen, publieke en particuliere belanghebbenden samen te brengen, de noodzakelijke infrastructuur op te bouwen, en voortdurend te leren en zich aan te passen. Als gevolg daarvan hebben deze landen hun landbouwproductie verhoogd, de voedselzekerheid verbeterd, het inkomen van de landbouwers opgetrokken en de veerkracht van de lokale voedselsystemen bij externe schokken versterkt.
Neem Ethiopië, waar de binnenlandse opbrengsten met 76 procent zijn gestegen en de totale voedselproductie met vijftig procent is toegenomen sinds de oprichting van het Agricultural Transformation Agency (ATA) in 2010. Volgens schattingen van het ATA hebben de landbouwhervormingen honderdvijftigduizend mensen behoed voor de hongerdood, het aantal ondervoede Ethiopiërs met 11,5 miljoen mensen verminderd en ongeveer 286.000 mensen uit de armoede gehaald.
Ook Marokko’s Plan Maroc Vert (Groen Marokko), dat in 2008 werd gelanceerd om de binnenlandse landbouw te moderniseren en duurzame economische groei te bevorderen, heeft de landbouwsector nieuw leven ingeblazen. Het agentschap voor landbouwontwikkeling, dat is opgericht om de uitvoering van het plan te ondersteunen, schat dat het bbp van de landbouw in de periode 2008-’18 met 5,25 procent per jaar is gegroeid, sneller dan de economie als geheel (3,8 procent). Dit resulteerde in een stijging van de landbouwexport met 117 procent en 342.000 nieuwe banen. Ook het waterbeheer is verbeterd: het aantal druppelirrigatiesystemen is verviervoudigd tot 542.000 hectare.
Sinds 2004 ontwikkelt en implementeert Rwanda zijn Strategic Plan for the Transformation of Agriculture (PSTA). Het International Food Policy Research Institute schat dat elke dollar die de regering aan landbouw besteedt, overeenkomt met een toename van het bbp met 2,05 dollar, wat betekent dat het programma tussen 2018 en 2021 730 miljoen dollar aan economische winst heeft opgeleverd en 1,1 miljoen mensen uit de armoede heeft geholpen. Het strategisch plan van Rwanda heeft ook het waterbeheer en het bodembehoud verbeterd.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Wat deze drie landen gemeen hebben, is een diep inzicht in de uitdagingen die voor ons liggen, een duidelijke visie om die het hoofd te bieden en een sterke verbintenis om de doeltreffende bestuursmechanismen te ontwikkelen die nodig zijn om oplossingen te implementeren. Op basis van deze voorbeelden hebben wij vier belangrijke beginselen vastgesteld die andere Afrikaanse landen kunnen helpen hun eigen landbouwsector met succes te transformeren.
Om te beginnen is een consistente planning van cruciaal belang. Regeringen moeten duidelijke mandaten vaststellen, hun prioriteiten omschrijven, beleidslijnen op elkaar afstemmen en middelen vrijmaken. In Rwanda had het PSTA de opdracht om marktgestuurde groei te gebruiken om de grotendeels op zelfvoorziening gebaseerde landbouw van het land te hervormen. Bij de voorbereiding van de laatste versie van het plan, bekend als PSTA 4, werkte de regering samen met ontwikkelingspartners om een toekomstgerichte strategie uit te werken die in overeenstemming is met de verbintenissen van Rwanda in het kader van de Malabo Declaration van de Afrikaanse Unie en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties. PSTA 4 is gericht op het stimuleren van investeringen in de particuliere sector en de overschakeling op landbouwgrondstoffen met een hogere waarde om de winsten te verhogen en de productiviteit aan te jagen, overeenkomstig de visie die de Rwandese regering bijna twintig jaar geleden heeft geformuleerd.
In de tweede plaats moeten beleidsmakers zich verzekeren van de steun van politieke leiders, relevante lokale overheden en andere belanghebbenden, zoals ontwikkelingspartners en maatschappelijke organisaties, om ervoor te zorgen dat de projecten op langere termijn duurzaam zijn. In Ethiopië heeft toenmalig premier Meles Zenawi de oprichting van het ATA publiekelijk gesteund. Latere regeringen zijn het plan blijven steunen en hebben het ATA zelfs prioritaire toegang gegeven tot schaarse harde valuta om de invoer te financieren.
In de derde plaats kunnen regeringen, door de landbouwplannen te structureren rond een organisatie die voor haar doel geschikt is, een bestuursstructuur creëren die bekwaam personeel in staat stelt om met alle belanghebbenden samen te werken bij het leiden van de transformatie-inspanning. Het ATA combineert bijvoorbeeld lokale en internationale expertise en coördineert met de ministeries die verantwoordelijk zijn voor land, water, landbouw en industrie om beleid te ontwikkelen en uit te voeren.
Ten slotte zou een resultaatgericht uitvoeringsproces tot betere resultaten kunnen leiden. Door een grondige kennisbasis voor de landbouwsector te ontwikkelen en deze vervolgens aan te passen naarmate nieuwe gegevens opduiken, kunnen regeringen snel resultaten boeken en programma’s met een groot uitbreidingspotentieel vaststellen. Marokko heeft bijvoorbeeld specifieke plannen opgesteld voor zestien regio’s, en een routekaart met ruim zevenhonderd projecten. Om de vooruitgang te volgen hielden ambtenaren specifieke prestatie-indicatoren bij, zoals opbrengst en productiviteit voor vee, pluimvee en andere sectoren.
Afrika is natuurlijk ongelooflijk divers. De landen variëren qua taal, geografie, bevolkingsgrootte, politieke systemen en economisch beleid, waardoor een uniforme aanpak onmogelijk is. Maar Ethiopië, Marokko en Rwanda, die onderling sterk verschillen, zijn erin geslaagd de voedselzekerheid en het economisch welzijn te verbeteren door zich te houden aan de vier beginselen die hier worden uiteengezet. Hun succes toont aan dat een duurzaam, klimaatbestendig continent niet alleen mogelijk is, maar zelfs binnen handbereik ligt.
Vertaling: Menno Grootveld