CAMBRIDGE – De benoeming van Ketanji Brown Jackson als rechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof is bejubeld als een doorbraak voor zwarte Amerikanen en andere minderheidsgemeenschappen, voor vrouwen en moeders, voor advocaten, en zelfs voor degenen die naar een openbare school zijn gegaan. Maar de grootste winnaar is het Hooggerechtshof zelf.
Volgens Gallup zijn er nu meer Amerikanen die het Hooggerechtshof afkeuren dan goedkeuren. Nu het vertrouwen van het publiek in de instelling is gedaald van 62 procent in 2000 naar veertig procent in 2021, waarschuwen rechtsgeleerden en politicologen voor een legitimiteitscrisis. Toch was 66 procent van de ondervraagden voorstander van Jacksons benoeming, het hoogste percentage in ruim tien jaar.
Hoewel het Hof niet per se een ʻpopulaireʼ instelling hoeft te zijn, is de publieke perceptie toch van belang, omdat zij betrekking heeft op een vraag – en een mysterie – waarmee rechtsfilosofen al millennia worstelen: waarom houden mensen zich aan de wet? Of, anders gezegd: wat verleent de wet – en juridische instellingen – gezag?
CAMBRIDGE – De benoeming van Ketanji Brown Jackson als rechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof is bejubeld als een doorbraak voor zwarte Amerikanen en andere minderheidsgemeenschappen, voor vrouwen en moeders, voor advocaten, en zelfs voor degenen die naar een openbare school zijn gegaan. Maar de grootste winnaar is het Hooggerechtshof zelf.
Volgens Gallup zijn er nu meer Amerikanen die het Hooggerechtshof afkeuren dan goedkeuren. Nu het vertrouwen van het publiek in de instelling is gedaald van 62 procent in 2000 naar veertig procent in 2021, waarschuwen rechtsgeleerden en politicologen voor een legitimiteitscrisis. Toch was 66 procent van de ondervraagden voorstander van Jacksons benoeming, het hoogste percentage in ruim tien jaar.
Hoewel het Hof niet per se een ʻpopulaireʼ instelling hoeft te zijn, is de publieke perceptie toch van belang, omdat zij betrekking heeft op een vraag – en een mysterie – waarmee rechtsfilosofen al millennia worstelen: waarom houden mensen zich aan de wet? Of, anders gezegd: wat verleent de wet – en juridische instellingen – gezag?