lawan1_JeromeStarkeyGettyImages_africanwomansellingattomatostall Jerome Starkey/Getty Images

We moeten Afrika's kleine boeren helpen de wereld te voeden

KEFFI, NIGERIA – In het plattelandsdorp Kura in Kano State, Nigeria, waar ik ben opgegroeid, verloor mijn grootvader na iedere oogst ruim de helft van zijn tomaten. Hij was geen slechte boer, maar slechte wegen maakten het moeilijk voor hem om zijn tomaten naar de markt te krijgen, en hij had nooit moderne methoden geleerd om ze te bewaren. In een poging om althans een deel van zijn oogst te redden, droogde hij zijn tomaten vaak op het zand.

Dit gebeurt nog steeds bij ongeveer tachtig miljoen boeren in Nigeria. In heel Afrika bezuiden de Sahara gaat maar liefst 50% van het fruit en de groente, 40% van de wortels en knollen, en 20% van de granen en peulvruchten die worden geoogst verloren voordat deze producten de markt bereiken. Minder dan een halve kilometer verwijderd van een fabriek van tomatenpuree in Kadawa, Kano, Nigeria, drogen zo'n tweehonderd boeren iedere week ruim veertig vrachtwagenladingen aan verse tomaten in het zand.

Dit gebrek aan kennis en middelen onder boeren draagt aanzienlijk bij aan de mondiale voedselonzekerheid. In de ontwikkelingslanden vormen kleine boeren – waarvan de meesten nog geen vier hectare landbouwgrond bezitten – immers de meerderheid van alle boeren. In feite produceren kleine boeren driekwart van het voedsel op aarde, maar toch vertegenwoordigen zij 80% van de armen in de wereld.

Het produceren van voldoende voedsel om de wereldbevolking te kunnen voeden vereist dat de boeren een reeks dikwijls onvoorspelbare uitdagingen overwinnen, die samenhangen met factoren als klimaatverandering, waterschaarste, gebrek aan toegang tot voorlichtingsdiensten, en gewapende conflicten in landbouwgebieden. Als gevolg van deze uitdagingen zijn miljoenen mensen uit hun huizen verdreven, verhinderd om om het land te werken, niet in staat om hun producten naar de markt te krijgen, of afgesneden van de levering van betere zaden, mest en financiële diensten.

En de problemen blijven zich opstapelen. Het aantal voedselcrises – wanneer rampen als droogten, overstromingen of oorlog zorgen voor tekorten in de voedselaanvoer, die tot de noodzaak van externe hulp leiden – is sinds 2000 gestegen van gemiddeld vijftien per jaar naar ruim dertig per jaar.

Het gevolg is wijdverbreide voedselonzekerheid. Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) hadden in 2017 ruim 820 miljoen mensen wereldwijd geen toegang tot voldoende voedsel; ervaren ruim twee miljard mensen tekorten aan belangrijke micronutriënten; en weet de helft van de mensen die in lageinkomenslanden wonen niet zeker waar hun volgende maaltijd vandaan zal komen. Als de huidige trends aanhouden zal de hoeveelheid voedsel die wordt verbouwd in 2050 slechts de helft van de wereldbevolking kunnen voeden.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Maar deze trends kunnen veranderen – en Afrika is een goede plek om daarmee te beginnen. Zoals Akinwumi Adesina, president van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en winnaar van de 2017 World Food Prize, het heeft gezegd: “Afrika moet in de toekomst niet alleen zichzelf voeden, maar bijdragen aan het voeden van de wereld.”

Iedere strategie om de voedselzekerheid te bevorderen moet het verhogen van de productiviteit en het terugdringen van de verliezen na de oogst benadrukken. Met die doeleinden voor ogen moeten overheden en agro-industrieën ieder hun bijdrage leveren aan het bevorderen van kosteneffectieve maatregelen die hun voordeel doen met nieuwe technologieën, de infrastructuur versterken, en training en steun bieden aan kleine boeren. Overheden kunnen via hun diverse agrarische programma's de boeren helpen coöperaties te vormen, waar ze hun collectieve kracht kunnen vergroten. Particuliere firma's kunnen op hun beurt deze boeren voorzien van voorlichtingsdiensten en inputs, en dienen als grootinkopers van producten.

Dit is een bewezen aanpak. In Kebbi State, Nigeria, heeft het Anchor Borrower-plan van de Nigeriaanse Rice Farmers Association – geïmplementeerd in samenwerking met de Centrale Bank van Nigeria en een kredietprogramma van de regering – de productie en de inkomens van de boeren verhoogd, door ze te helpen coöperaties te vormen, ze te voorzien van training en inputs, en kopers te garanderen.

Bij het ontwerpen van dergelijke plannen moeten beleidsmakers zeker stellen dat ze duurzame landbouwpraktijken bevorderen die het agrarische gebruik van natuurlijke hulpbronnen als grond en water minimaliseren. Alle overheden moeten beloven ervoor te zullen zorgen dat hun landbouw- en voedselbeleid in lijn is met moderne dieetrichtlijnen, die variëteit en duurzaamheid benadrukken in grotendeels plantaardige voedingspatronen.

Het doel van de internationale gemeenschap van het beëindigen van de honger in 2030 is haalbaar. Maar om succes te hebben zal een belofte nodig zijn van zowel overheden als de particuliere sector om boeren te helpen over te stappen op duurzame – en winstgevende – landbouwpraktijken. Als dat gebeurt, zullen we niet alleen een einde kunnen maken aan de voedselonzekerheid, maar zal Adesina’s voorspelling dat “de volgende generatie miljardairs in Afrika uit boeren zal bestaan” dichterbij haar verwezenlijking komen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/95buKT5nl