nianwar2_Afif Abd HalimNurPhoto via Getty Images_malaysiaflood Afif Abd Halim/NurPhoto via Getty Images

We moeten de armoede goed meten

KUALA LUMPUR – De Oscarwinnende film Parasite uit 2019 trok een wereldwijd publiek voor zijn fascinerende weergave van Zuid-Koreaʼs grimmige inkomensongelijkheid. De verbeelding in deze film van het acute gevoel van vervreemding van een huishouden met een laag inkomen vond veel weerklank, ongetwijfeld omdat soortgelijke gevoelens ook in veel andere landen tastbaar zijn. En de kloof tussen de haves en de have-nots groeit, dankzij de dubbele uitdaging van COVID-19 en de klimaatverandering.

De armen hebben het meest te lijden in tijden van crisis, omdat zij het sociale kapitaal missen dat degenen die het beter hebben beschermt. Om Martin Luther King Jr. te parafraseren: de boog van de ongelijkheid buigt af naar méér ongelijkheid. Daarom moeten beleidsmakers absoluut iets doen aan de groeiende kloof tussen rijk en arm, en adequate vangnetten creëren voor degenen die dat het hardst nodig hebben.

De  Multidimensional Poverty Index (MPI), die niet-inkomensgerelateerde maatstaven van deprivatie meet, zoals die op het gebied van onderwijs, gezondheid en levensstandaard, is een essentieel instrument om de omvang van het probleem in kaart te brengen. Mijn land, Maleisië, sloot zich in 2013 aan bij het wereldwijde netwerk van landen die de MPI toepassen, nadat het jarenlang verouderde methoden had gebruikt om de armoede te meten. In 2019 leidde een vernietigende kritiek van de toenmalige speciale VN-rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten Philip Alston er uiteindelijk toe dat de regering haar definitie herzag.

https://prosyn.org/yVOaqsCnl