ish1_OleksandrRupetaNurPhotoviaGettyImages_japanfisheryunloading Oleksandr Rupeta/NurPhoto via Getty Images

Het opkomend tij van duurzaam zeevoedsel

STOCKHOLM – McDonald’s. Hilton. IKEA. Ieder van deze grote bedrijven heeft een enorme klantenbasis. Maar wat de meeste van hun klanten misschien niet beseffen is dat deze bedrijven leiders zijn op het gebied van een verantwoord beheer van de oceaan: ze verkopen allemaal duurzaam zeevoedsel. Dit is een belangrijk precedent – maar het is niet genoeg.

Alles het gaat om het oogsten en verkopen van zeevoedsel is “duurzaam” niet slechts een loze kreet. Het begrip staat voor verantwoordelijkheid in de hele waardeketen, beginnend op het moment dat een vis het water verlaat, om ervoor te zorgen dat het hele proces verloopt op een manier die vissersbedrijven – en het ecosysteem van de oceaan – in staat stelt te blijven bloeien.

De beweging voor duurzaam zeevoedsel is snel gegroeid. Nog maar twintig jaar geleden was duurzaamheid een niche-concept in de zeevoedsel-sector. Bijna niemand in de bedrijfstak had het erover. De meeste bedrijven hadden geen oog voor de bedrijfsmatige gevolgen op de langere termijn van overbevissing, laat staan dat ze een hoge prioriteit toekenden aan het behoud van ecosystemen.

Destijds werden de milieugroeperingen die duurzaam zeevoedsel bepleitten begroet met wantrouwen, zo niet met regelrechte afwijzing. Een omslag van het tijdschrift Seafood Business uit 1997 betoogde dat zeevoedselfirma's niet “onder de wol moesten kruipen met groene activisten.”

Maar de afgelopen twintig jaar is er veel veranderd. Consumenten over de hele wereld verwachten steeds vaker dat het zeevoedsel dat zij kopen – of dat nu in een supermarkt is of in een vijfsterrenrestaurant – duurzaam is. Het iconische blauwe product label van de Marine Stewardship Council wordt nu in bijna honderd landen aangetroffen, wat de toenemende vraag naar duurzaam voortgebrachte producten illustreert.

De mensen worden steeds bewuster als het gaat om het voedsel dat zij eten, en hun gewoonten ontwikkelen zich. Wij verwachten dat ons voedsel, dat we delen met onze kinderen, veilig en voedzaam is. Wij verwachten ook steeds vaker dat de bedrijven waarvan wij de producten consumeren niet verder bijdragen aan de overbevissing, de opwarming van het zeewater, en de verontreiniging die de oceaan onder druk zet. Wij uiten deze verwachtingen in de manier waarop we ons geld besteden.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Maar even belangrijk is dat ook de opstelling van leiders uit de bedrijfstak aan het veranderen is. Velen praten nu met groeperingen die het behoud van het zeemilieu nastreven om te bedenken hoe ze uitgeputte visgronden kunnen helpen zich te herstellen en gezonde visgronden gezond te houden. Dit is deels een weerspiegeling van hun wens om de klanten tevreden te stellen. Maar hoe slecht een veranderende vraag en een zwakkere merkloyaliteit ook mogen zijn voor het bedrijfsleven, niets is erger dan een uitgeput aanbod. Bedrijven beginnen nu te beseffen dat het onmogelijk is om straks nog vis te verkopen als er geen vis meer is.

En er zijn maar een paar bedrijven voor nodig om het verschil te maken. Zeevoedsel wordt door miljoenen over de hele wereld geconsumeerd, maar door slechts een handvol bedrijven verkocht. Relatief kleine veranderingen bij een paar bedrijven kunnen daarom al een belangrijke bijdrage leveren aan de bescherming van de toekomst van de hele bedrijfstak.

Dit effect wordt nog versterkt als de grootste spelers samenwerken om problemen in de aanbodketen van zeevoedsel op te lossen. Coöperatieve inspanningen van toonaangevende bedrijven in de sector, zoals het Seafood Business for Ocean Stewardship (SeaBOS)-initiatief, hebben een belangrijke rol gespeeld bij het stimuleren van de vooruitgang op het gebied van de duurzaamheid.

Tot voor kort onderhielden internationale zeevoedselfirma's misschien wel één-op-één-partnerschappen met NGO's op het gebied van het behoud van het zeemilieu, maar zij werkten niet samen. SeaBOS heeft dat veranderd. SeaBOS, een op de wetenschap gebaseerd initiatief, heeft de CEO's van tien van de grootste zeevoedselbedrijven ter wereld in de arm genomen, met het doel veranderingen te bevorderen in de richting van een duurzame zeevoedselproductie die een gezonde oceaan ondersteunt.

Maar het werk van de beweging voor duurzaam zeevoedsel is nog lang niet gedaan. Als we werkelijk de toekomst van de vis willen veiligstellen, zullen nog meer zeevoedselfirma's zich aan duurzaamheid moeten committeren. Voor degenen die dit al hebben gedaan, is het belangrijk dat zij andere bedrijven uit de hele wereld – van Japan en China tot Chili – bij deze inspanningen betrekken.

In een tijd dat de druk op de oceaan snel toeneemt, moeten actiegroepen en wetenschappers bovendien met kleine vissersvloten en de gemeenschappen die daarvan afhankelijk zijn samenwerken om te garanderen dat ook zij de uitdaging van het implementeren van een duurzame praktijk aankunnen. En een groter deel van het consumerende publiek zal zelfs nog resoluter moeten zijn in de eis van een transparante aanbodketen van zeevoedsel en het steunen van duurzaamheid bij iedere aankoop. Door te kiezen voor ethisch gevangen kabeljauw uit de Pacific en niet voor goedkope vis waarvan je niet weet waar die vandaan komt, kunnen consumenten echte verandering aanjagen.

Technologie kan deze ontluikende internationale toewijding aan duurzaamheid ondersteunen, onder meer door de vergaring van data en het beheer van de oceanen te faciliteren. Het zal niet lang meer duren voordat kunstmatige intelligentie vissers exact kan vertellen waar zij de meeste vis van de benodigde omvang zullen kunnen vangen, en hoe ze de negatieve gevolgen voor het ecosysteem kunnen beperken. Consumenten zullen misschien nog sneller de kans krijgen de hele reis van een vis te volgen, van de zee naar de plaatselijke kruidenier, door eenvoudigweg met hun mobieltje een QR-code te scannen.

De ultieme hoop is echter dat het “duurzame” label zó gewoon en legitiem zal worden dat consumenten op een dag eerder verrast zullen zijn als het er níet is dan als het er wél is. De normale verwachting – bij zeevoedselfirma's, visserijmanagers, milieubehoudsgroeperingen en consumenten – zal zijn dat zeevoedsel duurzaam wordt geoogst. We zijn hoopvol dat duurzaamheid spoedig de norm zal worden – binnen een paar jaar, en niet pas binnen een paar decennia.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/GtYFTFznl