mattison1_artpartner imagesGetty Images_arrowpath artpartner images/Getty Images

Het plannen van de route naar netto-nul

LONDEN – De reisgegevens van het enorme aantal wereldleiders, bedrijfs-CEOʼs en beleggers die naar Glasgow zijn afgereisd voor de jongste conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP26), lijken misschien triviaal. De koolstofvoetafdruk van hun favoriete vervoermiddel – vliegtuig, auto of trein – of de omvang van hun entourage verbleekt in vergelijking met die van de overeenkomsten die zij hopen te bereiken. Maar de realiteit is dat het zonder zorgvuldige planning van hun reis onmogelijk zou zijn geweest om deze mensen voor deze essentiële gebeurtenis bijeen te brengen.

Hetzelfde kan worden gezegd van de explosieve belangstelling van beleggers en bedrijven om zich ertoe te verbinden tegen 2050 een koolstofdioxide-uitstoot van nul te bereiken. De Glasgow Financial Alliance for Net Zero, die in april van start is gegaan, vertegenwoordigt nu meer dan 450 financiële bedrijven die verantwoordelijk zijn voor een vermogen van ongeveer 130 biljoen dollar, en die zich ertoe hebben verplicht om in 2050 of eerder tot een netto-nuluitstoot te komen.

Deze beloften zijn belangrijk, maar ze brengen de financiële markten in een interessante positie. Er is veel informatie over de klimaatdoelstellingen van bedrijven op de langere termijn, maar slechts heel weinig over de stappen die zij op de korte termijn zullen nemen om die doelstellingen te bereiken. Om dit in de juiste context te plaatsen: stel dat een bedrijf een omzetprognose voor 2050 publiceert, maar weinig details geeft over zijn omzetprognoses voor 2025, over hoe het bedrijf zich in de loop der tijd zal ontwikkelen of over zijn kortetermijnstrategie. Om de geloofwaardigheid van de toezeggingen van bedrijven te kunnen beoordelen, hebben beleggers meer details nodig over de planning op de korte termijn tot 2025 en over hoe deze acties de netto-nul-doelstelling van 2050 dichterbij zullen brengen.

De nadruk op 2025 weerspiegelt het potentieel van dat jaar om een omslagpunt te markeren voor de overgang naar netto-nul. De Platts Future Energy Outlooks van S&P Global geven aan dat de wereld sneller moet handelen om de emissies te beperken en dat er tegen dat jaar concrete vooruitgang moet zijn geboekt, anders dreigt de gemiddelde stijging van de wereldtemperatuur met 2° Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau te worden overschreden. Om dit te voorkomen, moeten bijna alle economische sectoren – van zware industrie tot vervoer – hun totale jaarlijkse emissies tegen 2025 tot onder het niveau van 2019 hebben teruggebracht, en moet het aanbod van wind- en zonne-energie ten opzichte van 2019 met respectievelijk 133 procent en 98 procent zijn toegenomen.

Zoals bij iedere belangrijke transitie is er ook bij de groene economische transitie sprake van een balans van risicoʼs en kansen. De vraag naar vergelijkbare en consistente scenarioanalyses blijft stijgen, nu bedrijven kapitaal proberen vrij te maken en beleggers hun portefeuillestrategieën proberen af te stemmen op de doelstellingen van het klimaatverdrag van Parijs van 2015. Nu het wereldwijd beheerde vermogen in toenemende mate is gebonden aan de netto-nul-doelstelling en de actieve betrokkenheid van beleggers het passieve rentmeesterschap verdringt, zullen succesvolle bedrijven de bedrijven zijn die gedetailleerde plannen voor deze transitie delen. Dit betekent een reële kans voor vooruitstrevende bedrijven om rechtstreeks kapitaal aan te trekken van institutionele beleggers en via de steeds populairder wordende duurzaamheids- of ESG- (ecologische, sociale en governance) indices. (Het vermogen in Europese, op duurzaamheid gerichte passieve fondsen is in 2020 verdrievoudigd).

De kansen voor beleggers in bedrijven die bezig zijn met de groene transitie zijn duidelijk. Maar hoe zit het met de risicoʼs?

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

ESG-factoren kunnen de kredietkwaliteit beïnvloeden en doen dat ook, met name het vermogen en de bereidheid van kredietnemers om aan financiële verplichtingen te voldoen. Deze criteria speelden al een prominente rol in de kredietwaardigheid – en dus in de kredietratings van S&P Global – lang voordat ze meer dan tien jaar geleden werden samengevoegd en een samengestelde indicator werden. Soms hebben ESG-overwegingen invloed op de vooruitzichten van een hele bedrijfstak. Dit jaar heeft S&P Global Ratings zijn risicobeoordeling voor de olie- en gasindustrie geactualiseerd, en daarin diverse risicoʼs opgenomen die steeds belangrijker worden, waaronder de energietransitie.

Dergelijke risicoʼs zullen steeds zwaarder gaan wegen. In augustus noemde VN-secretaris-generaal António Guterres de publicatie van het meest recente rapport van het Intergovernmental Panel on Climate Change een ʻcode rood voor de mensheid.ʼ Wat betekent dit voor bedrijven en beleggers?

Volgens gegevens van S&P Global Trucost zullen fysieke activa die eigendom zijn van nutsbedrijven, en van bedrijven in de sectoren materialen, energie, niet-duurzame consumptiegoederen en gezondheidszorg, in 2050 met de grootste klimaatgerelateerde risicoʼs te maken krijgen, waarbij 66 procent van de marktwaarde van de S&P 1200 activa omvat die een hoog risico lopen. Waterstress zal tegen 2050 het grootste klimaat-gerelateerde risico vormen voor activa, vooral voor de nuts- en de materialensector. En de bedrijfsinfrastructuur in Azië, Oost-Azië, het Midden-Oosten en Noord-Amerika is het meest blootgesteld aan zware weersomstandigheden en andere negatieve gevolgen van de klimaatverandering.

Het besef van de urgentie van dit alles is duidelijk, en zowel bedrijven als beleggers zullen in toenemende mate toegang moeten hebben tot hoogwaardige gegevens en geavanceerde analyses om klimaatgerelateerde risicoʼs te kunnen begrijpen en aan te pakken, en geloofwaardige aanpassingsplannen te kunnen ontwikkelen.

In de afgelopen twaalf maanden is aanzienlijke vooruitgang geboekt, maar om in 2050 netto-nul te bereiken, is een duidelijkere focus op kortetermijnplanning en meer transparantie over de strategie nodig. Op dit moment is de bestemming bepaald, maar de route ernaartoe wordt nog uitgestippeld. Bedrijven moeten geprezen worden voor het formuleren van ambitieuze klimaatdoelstellingen, maar net als de leiders die hun reis naar Glasgow plannen, moeten zij nu laten zien hoe zij daar zullen komen.

https://prosyn.org/gYq3qG8nl