sinn92_Uli Deckpicture alliance via Getty Images_germancourtECB Uli Deck/picture alliance via Getty Images

Duitslands grondwet en de Europese soevereiniteit

MÜNCHEN – Naast de eurocrisis, Brexit en COVID-19 wordt Europa geconfronteerd met een constitutionele crisis, nu het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ-EU) en het Duitse Bundesverfassungsgericht de degens kruisen over het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Hoewel deze jongste crisis op een ongelegen moment komt, is zij voorafgegaan door een reeks eerdere uitspraken en opinies over het beleid van de ECB en had zij dus niemand hoeven verbazen.

In zijn jongste uitspraak heeft het Bundesverfassungsgericht het HvJ-EU ervan beticht zijn boekje te buiten te zijn gegaan en een willekeurige redenering te hebben toegepast in zijn uitspraak van december 2018 in het voordeel van de ECB. Maar de wijdverbreide verontwaardiging over het besluit van het Bundesverfassungsgericht duidt op een verschil tussen wat veel commentatoren misschien graag zouden willen en de juridische werkelijkheid.

Hoewel er duidelijk sprake is van een gezagshiërarchie tussen de twee hoven van justitie als het gaat om het monetair beleid, bestaat die niet op andere beleidsterreinen, vooral niet als het gaat om het alomvattende en onconventionele fiscale reddingsbeleid dat de ECB de afgelopen jaren heeft gevoerd met behulp van de gelddrukpers. De ECB had op grond van artikel 5 van het Europees Verdrag specifiek geautoriseerd moeten worden om dergelijke maatregelen te nemen, maar die bevoegdheid is nooit toegekend.

https://prosyn.org/a2ihc1lnl