Een New Deal voor kwetsbare staten

PARIJS – Vandaag de dag leeft ruwweg een kwart van de wereldbevolking in kwetsbare, door conflicten verscheurde staten. Ondanks het feit dat er de afgelopen vijftig jaar grote hulpbedragen naar deze staten zijn gegaan, blijven gewapende conflicten en geweld de levens van miljoenen mensen in de hele wereld teisteren. Internationale en nationale partners moeten de manier waarop zij met deze staten omgaan radicaal veranderen.

Ik heb de noodzaak van een nieuwe aanpak in 2004 uit de eerste hand in Sri Lanka ervaren. Binnen twee maanden na de verwoestende tsunami, die in december 2003 had toegeslagen, bezochten bijna vijftig staatshoofden en ministers het eiland. Ze kwamen allemaal met hun eigen plannen, hun eigen maatschappelijke organisaties en hun eigen televisieploegen. Weinigen kwamen met een diep inzicht in de dynamiek van het politieke conflict tussen de militante Tamils en de staat Sri Lanka. Er werden grote fouten gemaakt, die het geweld verder hebben gevoed.

Onze grootste uitdaging vandaag de dag is afstand nemen van het partnerschapsmodel, dat ervan uitgaat dat prioriteiten, beleidsmaatregelen en financieringsbehoeften moeten worden vastgelegd in de hoofdsteden van de donorlanden en op de hoofdkantoren van de ontwikkelingspartners. Staten die door conflicten worden verscheurd moeten voortaan hun eigen lot kunnen bepalen.

We moeten modellen opstellen voor de periode vlak ná een conflict, zoals het model dat wordt bepleit door de G7+, een groep van achttien kwetsbare staten. Dit model is eenvoudig: Landen beoordelen hun eigen situatie, met behulp van instrumenten die zij zelf ontwikkelen en die goed aansluiten bij de lokale context, om een visie en een plan te formuleren voor het consolideren van de vrede en het bewerkstelligen van voorspoed.

Dit kan klinken als een luchtkasteel, maar we hebben er al een voorproefje van gekregen in Afrika, waar Sierra Leone's Agenda for Prosperity (Agenda voor Voorspoed) 2013-2017 en de Liberia Vision 2030 het potentieel van zulke programma's hebben laten zien. De vooruitgang op het gebied van nationale prioriteiten als de consolidatie van de vrede, het uitbreiden van de toegang tot het rechtssysteem, of het verhogen van de veiligheid wordt op lokaal niveau in de gaten gehouden. Het blijkt dat het gebruik maken van lokale systemen en vaardigheden kan leiden tot het versterken ervan.

De “New Deal for Engagement in Fragile States (Nieuwe Deal voor de Betrokkenheid bij Kwetsbare Staten),” die voortbouwt op een reeks internationale toezeggingen inzake hulp en ontwikkeling, en in 2011 werd goedgekeurd op het Fourth High-Level Forum on Aid Effectiveness in het Zuid-Koreaanse Busan, stelt precies zo'n model voor. Daarin is vastgelegd wat er het meest toe doet bij het opbouwen van vreedzame staten en samenlevingen: beloften – de 'Peace- and State-building Goals' – om verbeteringen aan te brengen in de manier waarop nationale en internationale partners betrokken zijn bij door conflicten getroffen en kwetsbare staten.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Deze “New Deal” erkent wat de geschiedenis van het bewaren van de vrede ons vertelt: dat nationaal leiderschap en nationale zeggenschap over ontwikkelingsagenda's de sleutel zijn tot het bereiken van zichtbare en duurzame resultaten. Zoals Kosti Manibe Ngai, de minister van Financiën van Zuid-Soedan, het heeft gezegd: “Niets over ons zonder ons.”

In vele gesprekken met de president van Zuid-Soedan, Salva Kiir, hebben we het opstellen van een korte prioriteitenlijst voor de nieuwe staat besproken. Maar zulke doelstellingen zijn louter betekenisvol als de partners van een kwetsbare staat bereid zijn de leiding te aanvaarden vanuit een hoofdstad als Juba, in plaats van uit het eigen hoofdkantoor.

Ruim veertig landen en instellingen hebben de New Deal gesteund, door te beloven betere partnerschappen op te bouwen – en de vereiste middelen en het benodigde politieke kapitaal bij te zullen dragen. Dit is de reden dat het model van de New Deal innovatief is; het creëert politieke steun rond kwesties waar aandacht aan moet worden besteed als landen de overstap willen maken van conflicten en fragiliteit naar vrede en stabiliteit.

Het ondersteunen van een alomvattende politieke dialoog en het waarborgen dat conflicten met vreedzame middelen worden opgelost, zijn de voornaamste prioriteiten, evenals veiligheid, toegang tot de rechterlijke macht en een dynamische particuliere sector die voldoende arbeidsplaatsen genereert. Bovendien zijn veel kwetsbare staten rijk aan natuurlijke hulpbronnen. Zij moeten een transparant beheer daarvan opzetten - gericht op het aan banden leggen van de corruptie en het controleren van illegale geld- en goederenstromen – om de inkomsten binnen te kunnen halen die nodig zijn om diensten te leveren.

Wanneer de aandacht hierop wordt gericht, kan dat ervoor zorgen dat kwetsbare staten de leiding en de verantwoordelijkheid nemen. Als partners moeten we dit nationale leiderschap steunen. Na de catastrofale aardbeving in Haïti in 2010 werd het land “de republiek der NGO's” genoemd. Niet in staat om de omstandigheden te scheppen, waarin de Haïtianen zelf het voortouw konden nemen om hun land weer op te bouwen, hebben de externe partners van Haïti de inrichting van een goed functionerend bestuurssysteem ondermijnd.

Hoe kunnen we dus onze beloften en prioriteiten omzetten in betere levens voor mensen die kampen met conflicten en fragiliteit?

De OESO-landen moeten het goede voorbeeld geven en de beloften nakomen die zij hebben gedaan. Onze partners moeten, via groeperingen als de G7+, de veranderingen in beleid en praktijk blijven eisen die zijn beloofd.

We moeten ook veranderingen op de langere termijn plannen. Naarmate de einddatum (2015) van de Millennium Development Goals naderbij komt, blijven de bevordering van de vrede, veiligheid en niet-gewelddadige conflictoplossing van vitaal belang. Deze zaken moeten in iedere toekomstige ontwikkelingsagenda worden opgenomen.

Onlangs zijn de leden van de International Dialogue on Peacebuilding and Statebuilding (de Internationale Dialoog voor Vredeshandhaving en het Opbouwen van Staten), het politieke platform op hoog niveau dat de New Deal heeft voortgebracht, opnieuw bijeengekomen in Washington, DC, om de vooruitgang in de verandering van onze werkwijze te bespreken en de toezeggingen in het kader van de New Deal te implementeren. Ze werden het eens over het Washington Communiqué, dat er bij de ontwikkelingspartners, de G7+-landen en maatschappelijke organisaties op aandringt hun inspanningen te verhogen om de New Deal te gebruiken om concrete resultaten te bereiken. Het Communiqué roept tevens op tot het opstellen van een ontwikkelingsagenda voor ná 2015, die het belang erkent van vredeshandhaving en het opbouwen van staten.

Uiteindelijk hangt onze vooruitgang af van de vastberadenheid van iedereen om de levens te veranderen van de 1,5 miljard mensen, die zijn getekend door geweld, conflicten en onveiligheid.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/H2xY57pnl