LONDEN – Dit jaar markeert de twintigste verjaardag van de Anti-Personnel Mine Ban Convention (Verdrag op het Verbod van Anti-Persoonsmijnen) van de Verenigde Naties. Sinds het verdrag van kracht werd, zijn de gewapende conflicten in Afrika en elders gestaag afgenomen, en heeft de democratisering, gekoppeld aan internationale monitoring, geleid tot een vermindering van het gebruik van landmijnen en andere geïmproviseerde explosieven (IEDs) wereldwijd. Tegelijkertijd zijn inspirerende individuen en organisaties in moeilijke omstandigheden blijven werken om slachtoffers bij te staan en mijnenvelden op te ruimen.
Maar die vooruitgang wordt nu bedreigd. Volgens de Landmine Monitor 2018stijgt het gebruik van landmijnen en IEDs in een alarmerend tempo, evenals het aantal doden en gewonden als gevolg van deze explosieven. De meeste slachtoffers vallen in Syrië, Afghanistan, Jemen, Nigeria, Myanmar en Libië, waar rebellenmilities, regeringstroepen en extremistische groeperingen als de Islamitische Staat nieuwe mijnenvelden hebben gelegd. Door nog niet opgeruimde mijnen uit het verleden blijven deze explosieve overblijfselen van de oorlog de levens van miljoenen mensen beïnvloeden, vooral die van burgers en kinderen, in zo'n vijftig landen.
Nu de internationale gemeenschap zich primair richt op het beperken van het gebruik van landmijnen, het voorkomen van sterfgevallen en het helpen van gewonden, gaat veel minder aandacht uit naar de manier waarop deze explosieven de herstelwerkzaamheden na afloop van een conflict bedreigen. De naar schatting één miljoen IEDs die in Jemen zijn gebruikt, en de duizenden soortgelijke explosieven in Syrië maken de weg naar vrede en wederopbouw in deze landen aanzienlijk lastiger.
Wat de zaken nog ingewikkelder maakt, is dat de opruimingsoperaties traag verlopen, afhankelijk zijn van imperfecte opsporingsmethoden en incomplete informatie. Veel mijnenvelden werden jaren of zelfs decennia geleden gelegd, en kunnen zijn verplaatst door aardverschuivingen, overstromingen of andere natuurlijke oorzaken.
De mijnopruimingsoperaties kampen met coördinatieproblemen, omdat het proces versnipperd is over diverse niet-gouvernementele organisaties en VN-agentschappen. De beperkte middelen van regeringen van staten die zojuist een conflict achter de rug hebben maken het plannen en coördineren nog moeilijker. De hoge kosten van het opruimen van mijnen leiden dikwijls tot vermoeidheid onder de donoren. Hoe moeten de mijnopruimingsoperaties tegen de achtergrond van deze problemen worden aangepakt?
De afgelopen paar jaar hebben we onderzoek gedaan naar de impact van het ruimen van landmijnen in Mozambique, het enige land dat vooruitgang heeft geboekt van “zwaar met mijnen bezaaid” (in 1992) naar “landmijnvrij” (vanaf 2015). Tussen 1977 en 1992 had Mozambique te kampen met een burgeroorlog waarbij honderdduizenden het leven lieten als gevolg van geweld, ondervoeding en honger. Ruim vier miljoen van de grofweg veertien miljoen inwoners van het land raakten ontheemd.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Volgens een rapport van Human Rights Watch uit 1992 waren delen van Mozambique “teruggeworpen in de steentijd”; die moesten “van de grond af aan” worden opgebouwd. Duizenden mijnenvelden die over het hele land verspreid waren maakten de wederopbouw echter lastig. Regeringstroepen hadden mijnen gebruikt ter bescherming van dorpen, steden en fundamentele infrastructuur, terwijl RENAMO, een militante groepering gesteund door Rhodesië en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, ze uitgebreid had gebruikt in haar strategie van terreur. Er waren zelfs oudere mijnenvelden, een overblijfsel van de onafhankelijkheidsoorlog van 1964-1974, toen zowel de vrijheidsstrijders van FRELIMO als de Portugese strijdkrachten ze om verschillende redenen gebruikten. Milities, boevenbendes en zelfs commerciële bedrijven gebruikten landmijnen voor militaire doeleinden, bescherming en terreur.
Terwijl vroege naoorlogse schattingen ervan uitgingen dat er in 1992 misschien wel één miljoen landmijnen verspreid over heel Mozambique lagen, duidden onze gegevens op ongeveer een kwart miljoen explosieven in achtduizend gevaarlijke gebieden. Maar wat hun precieze aantal ook was, er zijn maar een paar mijnen voor nodig om burgers te terroriseren en de economische activiteit te kortwieken.
In onze studie hebben we onderzocht hoe de ontwikkeling van de plaatselijke economische activiteit op diverse plekken in Mozambique, weerspiegeld in satellietbeelden van de lichtintensiteit bij nacht, reageerde op de mijnopruimingsoperaties tussen 1992 en 2015. We kwamen erachter dat de economische activiteit in bescheiden mate toename als alle mijnen werden geruimd, wat erop duidt dat het opruimen van mijnen de ontwikkeling inderdaad bevordert. Maar belangrijker nog is dat we hebben vastgesteld dat het opruimen van mijnen relatief grotere winst oplevert als het zich specifiek op wegen en spoorwegen richt, en op dorpen die agrarische markten huisvesten.
Het van mijnen ontdoen van belangrijke gebieden die verbonden zijn met transportnetwerken leidt tot een grote stijging van de algehele economische activiteit, omdat er positieve effecten van uitgaan, zelfs in gebieden waar nooit mijnen zijn gelegd. Contrafeitelijke beleidssimulaties duiden erop dat Mozambique’s zeer versnipperde ontmijningsproces heeft geresulteerd in aanzienlijke verliezen, vergeleken met wat bereikt had kunnen worden met een meer gecoördineerde inspanning, gericht op de centrale knooppunten van het beperkte transportnetwerk van het land.
Net als de ongelukkige families van Tolstoi is iedere burgeroorlog op zijn eigen manier destructief, wat betekent dat je voorzichtig moet zijn bij het extrapoleren van onderzoeksresultaten. Niettemin duidt ons onderzoek op een paar algemene lessen voor de internationale gemeenschap bij het maken van plannen voor de wederopbouw van Jemen, Syrië, Libië en Afghanistan, en de voortzetting van de mijnopruimingsoperaties in Colombia, Cambodja en veel Afrikaanse landen.
In de eerste plaats moeten degenen die leiding geven aan die operaties proberen de ruimtelijke verbindingen en de gebieden die de transportinfrastructuur huisvesten te identificeren, evenals de plaatselijke en regionale marktplaatsen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze prioritering bemoeilijkt wordt door andere overwegingen, zoals de noodzaak om de terugkeer van vluchtelingen te faciliteren, de vrede te bewaren, de hulp te distribueren, enzovoort; niettemin zou het overwegen van het economische potentieel van het ruimen van mijnen in belangrijke gebieden helpen om het succes op de langere termijn te garanderen.
In de tweede plaats houdt de ervaring van Mozambique een les in voor diegenen in de internationale gemeenschap die aarzelen om het Verdrag over het Verbod op Mijnen uit te breiden met een verbod op antitank- (en anti-voertuig-)mijnen, die nog steeds legaal worden geacht wegens hun veronderstelde “strategische belang.” Uit onze bevindingen blijkt dat dit soort landmijnen, doordat ze de interregionale stromen van goederen, mensen en ideeën in gevaar brengen, de economische ontwikkeling en het herstel na conflicten bedreigen.
Helaas is de International Mine Awareness Day (4 april) nooit relevanter geweest, gezien het aanhoudende gebruik van deze dodelijke explosieven in de hele wereld. Naast het helpen van de slachtoffers moet de internationale gemeenschap de opruimingsoperaties intensiveren. Dit proces vergt een strategische, holistische en gecoördineerde aanpak om ervoor te zorgen dat het opruimen van mijnen leidt tot duurzame economische ontwikkeling en blijvende vrede.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Less than two months into his second presidency, Donald Trump has imposed sweeping tariffs on America’s three largest trading partners, with much more to come. This strategy not only lacks any credible theoretical foundations; it is putting the US on a path toward irrevocable economic and geopolitical decline.
Today's profound global uncertainty is not some accident of history or consequence of values-free technologies. Rather, it reflects the will of rival great powers that continue to ignore the seminal economic and social changes underway in other parts of the world.
explains how Malaysia and other middle powers are navigating increasingly uncertain geopolitical terrain.
LONDEN – Dit jaar markeert de twintigste verjaardag van de Anti-Personnel Mine Ban Convention (Verdrag op het Verbod van Anti-Persoonsmijnen) van de Verenigde Naties. Sinds het verdrag van kracht werd, zijn de gewapende conflicten in Afrika en elders gestaag afgenomen, en heeft de democratisering, gekoppeld aan internationale monitoring, geleid tot een vermindering van het gebruik van landmijnen en andere geïmproviseerde explosieven (IEDs) wereldwijd. Tegelijkertijd zijn inspirerende individuen en organisaties in moeilijke omstandigheden blijven werken om slachtoffers bij te staan en mijnenvelden op te ruimen.
Maar die vooruitgang wordt nu bedreigd. Volgens de Landmine Monitor 2018stijgt het gebruik van landmijnen en IEDs in een alarmerend tempo, evenals het aantal doden en gewonden als gevolg van deze explosieven. De meeste slachtoffers vallen in Syrië, Afghanistan, Jemen, Nigeria, Myanmar en Libië, waar rebellenmilities, regeringstroepen en extremistische groeperingen als de Islamitische Staat nieuwe mijnenvelden hebben gelegd. Door nog niet opgeruimde mijnen uit het verleden blijven deze explosieve overblijfselen van de oorlog de levens van miljoenen mensen beïnvloeden, vooral die van burgers en kinderen, in zo'n vijftig landen.
Nu de internationale gemeenschap zich primair richt op het beperken van het gebruik van landmijnen, het voorkomen van sterfgevallen en het helpen van gewonden, gaat veel minder aandacht uit naar de manier waarop deze explosieven de herstelwerkzaamheden na afloop van een conflict bedreigen. De naar schatting één miljoen IEDs die in Jemen zijn gebruikt, en de duizenden soortgelijke explosieven in Syrië maken de weg naar vrede en wederopbouw in deze landen aanzienlijk lastiger.
Wat de zaken nog ingewikkelder maakt, is dat de opruimingsoperaties traag verlopen, afhankelijk zijn van imperfecte opsporingsmethoden en incomplete informatie. Veel mijnenvelden werden jaren of zelfs decennia geleden gelegd, en kunnen zijn verplaatst door aardverschuivingen, overstromingen of andere natuurlijke oorzaken.
De mijnopruimingsoperaties kampen met coördinatieproblemen, omdat het proces versnipperd is over diverse niet-gouvernementele organisaties en VN-agentschappen. De beperkte middelen van regeringen van staten die zojuist een conflict achter de rug hebben maken het plannen en coördineren nog moeilijker. De hoge kosten van het opruimen van mijnen leiden dikwijls tot vermoeidheid onder de donoren. Hoe moeten de mijnopruimingsoperaties tegen de achtergrond van deze problemen worden aangepakt?
De afgelopen paar jaar hebben we onderzoek gedaan naar de impact van het ruimen van landmijnen in Mozambique, het enige land dat vooruitgang heeft geboekt van “zwaar met mijnen bezaaid” (in 1992) naar “landmijnvrij” (vanaf 2015). Tussen 1977 en 1992 had Mozambique te kampen met een burgeroorlog waarbij honderdduizenden het leven lieten als gevolg van geweld, ondervoeding en honger. Ruim vier miljoen van de grofweg veertien miljoen inwoners van het land raakten ontheemd.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Volgens een rapport van Human Rights Watch uit 1992 waren delen van Mozambique “teruggeworpen in de steentijd”; die moesten “van de grond af aan” worden opgebouwd. Duizenden mijnenvelden die over het hele land verspreid waren maakten de wederopbouw echter lastig. Regeringstroepen hadden mijnen gebruikt ter bescherming van dorpen, steden en fundamentele infrastructuur, terwijl RENAMO, een militante groepering gesteund door Rhodesië en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, ze uitgebreid had gebruikt in haar strategie van terreur. Er waren zelfs oudere mijnenvelden, een overblijfsel van de onafhankelijkheidsoorlog van 1964-1974, toen zowel de vrijheidsstrijders van FRELIMO als de Portugese strijdkrachten ze om verschillende redenen gebruikten. Milities, boevenbendes en zelfs commerciële bedrijven gebruikten landmijnen voor militaire doeleinden, bescherming en terreur.
Terwijl vroege naoorlogse schattingen ervan uitgingen dat er in 1992 misschien wel één miljoen landmijnen verspreid over heel Mozambique lagen, duidden onze gegevens op ongeveer een kwart miljoen explosieven in achtduizend gevaarlijke gebieden. Maar wat hun precieze aantal ook was, er zijn maar een paar mijnen voor nodig om burgers te terroriseren en de economische activiteit te kortwieken.
In onze studie hebben we onderzocht hoe de ontwikkeling van de plaatselijke economische activiteit op diverse plekken in Mozambique, weerspiegeld in satellietbeelden van de lichtintensiteit bij nacht, reageerde op de mijnopruimingsoperaties tussen 1992 en 2015. We kwamen erachter dat de economische activiteit in bescheiden mate toename als alle mijnen werden geruimd, wat erop duidt dat het opruimen van mijnen de ontwikkeling inderdaad bevordert. Maar belangrijker nog is dat we hebben vastgesteld dat het opruimen van mijnen relatief grotere winst oplevert als het zich specifiek op wegen en spoorwegen richt, en op dorpen die agrarische markten huisvesten.
Het van mijnen ontdoen van belangrijke gebieden die verbonden zijn met transportnetwerken leidt tot een grote stijging van de algehele economische activiteit, omdat er positieve effecten van uitgaan, zelfs in gebieden waar nooit mijnen zijn gelegd. Contrafeitelijke beleidssimulaties duiden erop dat Mozambique’s zeer versnipperde ontmijningsproces heeft geresulteerd in aanzienlijke verliezen, vergeleken met wat bereikt had kunnen worden met een meer gecoördineerde inspanning, gericht op de centrale knooppunten van het beperkte transportnetwerk van het land.
Net als de ongelukkige families van Tolstoi is iedere burgeroorlog op zijn eigen manier destructief, wat betekent dat je voorzichtig moet zijn bij het extrapoleren van onderzoeksresultaten. Niettemin duidt ons onderzoek op een paar algemene lessen voor de internationale gemeenschap bij het maken van plannen voor de wederopbouw van Jemen, Syrië, Libië en Afghanistan, en de voortzetting van de mijnopruimingsoperaties in Colombia, Cambodja en veel Afrikaanse landen.
In de eerste plaats moeten degenen die leiding geven aan die operaties proberen de ruimtelijke verbindingen en de gebieden die de transportinfrastructuur huisvesten te identificeren, evenals de plaatselijke en regionale marktplaatsen. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze prioritering bemoeilijkt wordt door andere overwegingen, zoals de noodzaak om de terugkeer van vluchtelingen te faciliteren, de vrede te bewaren, de hulp te distribueren, enzovoort; niettemin zou het overwegen van het economische potentieel van het ruimen van mijnen in belangrijke gebieden helpen om het succes op de langere termijn te garanderen.
In de tweede plaats houdt de ervaring van Mozambique een les in voor diegenen in de internationale gemeenschap die aarzelen om het Verdrag over het Verbod op Mijnen uit te breiden met een verbod op antitank- (en anti-voertuig-)mijnen, die nog steeds legaal worden geacht wegens hun veronderstelde “strategische belang.” Uit onze bevindingen blijkt dat dit soort landmijnen, doordat ze de interregionale stromen van goederen, mensen en ideeën in gevaar brengen, de economische ontwikkeling en het herstel na conflicten bedreigen.
Helaas is de International Mine Awareness Day (4 april) nooit relevanter geweest, gezien het aanhoudende gebruik van deze dodelijke explosieven in de hele wereld. Naast het helpen van de slachtoffers moet de internationale gemeenschap de opruimingsoperaties intensiveren. Dit proces vergt een strategische, holistische en gecoördineerde aanpak om ervoor te zorgen dat het opruimen van mijnen leidt tot duurzame economische ontwikkeling en blijvende vrede.
Vertaling: Menno Grootveld