CAMBRIDGE – Toen de Indiase premier Narendra Modi deze maand in het Witte Huis een ontmoeting had met de Amerikaanse president Joe Biden, zagen veel waarnemers het begin van een ontluikende alliantie tegen China. Maar dergelijke verwachtingen zijn overdreven. Zoals de Indiase minister van Buitenlandse Zaken Subrahmanyam Jaishankar duidelijk heeft gemaakt, zit een formele alliantie er niet in, ook al is het nog steeds mogelijk om langdurige partnerschappen te onderhouden in een multipolaire wereld van ‘vrijanden.’
India heeft een lange geschiedenis van postkoloniaal wantrouwen tegen allianties. Maar het land is ook al lange tijd ongerust over China, in ieder geval sinds de grensoorlog in de Himalaya die de twee landen in 1962 uitvochten. Toen ik in de regering van president Jimmy Carter diende, werd ik naar India gestuurd om premier Morarji Desai aan te moedigen een Zuid-Aziatische kernwapenvrije zone te steunen, om te voorkomen dat de beginnende nucleaire wedloop tussen India en Pakistan uit de hand zou lopen. Zoals mijn Indiase gastheren me destijds vertelden, wilden ze niet vergeleken worden met Pakistan in Zuid-Azië, maar met China in Oost-Azië.
Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 begonnen de Verenigde Staten en India met hun jaarlijkse ‘Track Two’-gesprekken tussen voormalige diplomaten die nog steeds in nauw contact stonden met mensen in de regering. (De Amerikaanse delegatie bestond bijvoorbeeld uit figuren als Henry Kissinger en Richard Holbrooke.) De Indiase deelnemers deelden de bezorgdheid van hun Amerikaanse collega's over Al Qaeda en andere extremistische dreigingen in Afghanistan en Pakistan, maar ze maakten ook duidelijk dat ze bezwaar maakten tegen de neiging van de Amerikanen om India en Pakistan te zien als ‘verbonden door een koppelteken.’
To continue reading, register now.
Subscribe now for unlimited access to everything PS has to offer.
While carbon pricing and industrial policies may have enabled policymakers in the United States and Europe to avoid difficult political choices, we cannot rely on these tools to achieve crucial climate goals. Climate policies must move away from focusing on green taxes and subsidies and enter the age of politics.
explains why achieving climate goals requires a broader combination of sector-specific policy instruments.
The long-standing economic consensus that interest rates would remain low indefinitely, making debt cost-free, is no longer tenable. Even if inflation declines, soaring debt levels, deglobalization, and populist pressures will keep rates higher for the next decade than they were in the decade following the 2008 financial crisis.
thinks that policymakers and economists must reassess their beliefs in light of current market realities.
CAMBRIDGE – Toen de Indiase premier Narendra Modi deze maand in het Witte Huis een ontmoeting had met de Amerikaanse president Joe Biden, zagen veel waarnemers het begin van een ontluikende alliantie tegen China. Maar dergelijke verwachtingen zijn overdreven. Zoals de Indiase minister van Buitenlandse Zaken Subrahmanyam Jaishankar duidelijk heeft gemaakt, zit een formele alliantie er niet in, ook al is het nog steeds mogelijk om langdurige partnerschappen te onderhouden in een multipolaire wereld van ‘vrijanden.’
India heeft een lange geschiedenis van postkoloniaal wantrouwen tegen allianties. Maar het land is ook al lange tijd ongerust over China, in ieder geval sinds de grensoorlog in de Himalaya die de twee landen in 1962 uitvochten. Toen ik in de regering van president Jimmy Carter diende, werd ik naar India gestuurd om premier Morarji Desai aan te moedigen een Zuid-Aziatische kernwapenvrije zone te steunen, om te voorkomen dat de beginnende nucleaire wedloop tussen India en Pakistan uit de hand zou lopen. Zoals mijn Indiase gastheren me destijds vertelden, wilden ze niet vergeleken worden met Pakistan in Zuid-Azië, maar met China in Oost-Azië.
Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 begonnen de Verenigde Staten en India met hun jaarlijkse ‘Track Two’-gesprekken tussen voormalige diplomaten die nog steeds in nauw contact stonden met mensen in de regering. (De Amerikaanse delegatie bestond bijvoorbeeld uit figuren als Henry Kissinger en Richard Holbrooke.) De Indiase deelnemers deelden de bezorgdheid van hun Amerikaanse collega's over Al Qaeda en andere extremistische dreigingen in Afghanistan en Pakistan, maar ze maakten ook duidelijk dat ze bezwaar maakten tegen de neiging van de Amerikanen om India en Pakistan te zien als ‘verbonden door een koppelteken.’
To continue reading, register now.
Subscribe now for unlimited access to everything PS has to offer.
Subscribe
As a registered user, you can enjoy more PS content every month – for free.
Register
Already have an account? Log in