Eén grote unie

PARIJS – De afgelopen weken is het idee van de oprichting van een Europese bankenunie als nieuwste oplossing gepresenteerd van de langdurige eurocrisis. Maar wat de verdiensten van een bankenunie ook mogen zijn – en dat zijn er veel –, de voorstellen om er een in het leven te roepen leiden tot meer vragen dan op dit moment kunnen worden beantwoord.

De beweegredenen van degenen die een bankenunie bepleiten, verschillen aanzienlijk van elkaar. Sommigen, met name in Zuid-Europa, zien het als een manier om de last van het ondersteunen van de noodlijdende banken (voor een deel) over te hevelen naar degenen net diepere zakken. Anderen, vooral in de eurocratie van de Europese Unie in Brussel, zien het als een nieuwe stap voorwaarts op weg naar de constructie van een Europese superstaat. De theologen van de Europese Commissie, die zich beroepen op de verwijzing in het 'heilige' Verdrag van Rome naar een “steeds hechtere unie,” zien iedere crisis als een kans om hun federalistische agenda naar voren te schuiven.

De Europese Centrale Bank heeft zich bedachtzamer, zij het niet minder enthousiast, betoond, en betoogd dat een bankenunie drie doelstellingen zou moeten hebben. In de eerste plaats zou een krachtiger, Europa-breed toezicht de financiële integratie moeten versterken, 'macro-economische onevenwichtigheden moeten tegengaan' en het voeren van het monetair beleid moeten verbeteren. Hoe één enkele Europese toezichthouder het probleem van de onevenwichtigheden zou moeten aanpakken wordt niet uit de doeken gedaan, maar het is zeker een waardige doelstelling.

https://prosyn.org/SOAkdsxnl