mahmed4_Ernest AnkomahGetty Images)_ghana Ernest Ankomah/Getty Images)

We mogen de toekomst van Afrika niet in gevaar brengen

WASHINGTON, DC – In 2017 heeft het Internationaal Monetair Fonds vijftien Afrikaanse landen bezuiden de Sahara gecategoriseerd als landen in schuldennood of met een hoog risico daarop. Sindsdien hebben economische schokken, veroorzaakt door de COVID-19-pandemie, dramatische pieken in de voedsel- en brandstofprijzen als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de stijgende dollarkoers de crisis verergerd. Maar ook al hebben drieëntwintig landen in de regio nu te kampen met een onhoudbare schuldenlast, toch zijn er maar heel weinig landen die in gebreke zijn gebleven. Slechts twee landen – Ghana en Zambia – zijn gestopt met het aflossen van hun buitenlandse schulden, terwijl drie andere landen hebben geprobeerd hun verplichtingen te herstructureren: Tsjaad, Ethiopië en Malawi.

Waarom is de voorspelde golf van wanbetalingen uitgebleven? Hebben de aanvankelijke beoordelingen de risico’s overdreven? Hebben deze landen en hun schuldeisers een manier gevonden om de pijn van onhoudbare schulden te verzachten? Moeten we als voorvechters van economische ontwikkeling in Afrika feestvieren, of op zijn minst een beetje ontspannen?

Integendeel, er is genoeg reden om ons zorgen te maken. Zelfs nadat de G20-landen tijdelijke schuldverlichting hadden geboden en het IMF voor zeshonderdvijftig miljard dollar aan speciale trekkingsrechten (SDR’s, de reservemunt van het fonds) had uitgegeven om extra liquiditeit vrij te maken, hebben Afrikaanse regeringen moeten snijden in hun toch al karige uitgaven voor gezondheidszorg, onderwijs en overheidsinvesteringen om hun buitenlandse schuldeisers te kunnen betalen. Om wanbetaling te voorkomen, verzaken de Afrikaanse ministers van Financiën hun verplichtingen aan toekomstige generaties.

https://prosyn.org/pjpCpLPnl