US President-elect Joe Biden may have promised a “return to normalcy,” but the truth is that there is no going back. The world is changing in fundamental ways, and the actions the world takes in the next few years will be critical to lay the groundwork for a sustainable, secure, and prosperous future.
For more than 25 years, Project Syndicate has been guided by a simple credo: All people deserve access to a broad range of views by the world’s foremost leaders and thinkers on the issues, events, and forces shaping their lives. At a time of unprecedented uncertainty, that mission is more important than ever – and we remain committed to fulfilling it.
But there is no doubt that we, like so many other media organizations nowadays, are under growing strain. If you are in a position to support us, please subscribe now.
As a subscriber, you will enjoy unlimited access to our On Point suite of long reads and book reviews, Say More contributor interviews, The Year Ahead magazine, the full PS archive, and much more. You will also directly support our mission of delivering the highest-quality commentary on the world's most pressing issues to as wide an audience as possible.
By helping us to build a truly open world of ideas, every PS subscriber makes a real difference. Thank you.
NEW YORK – Bijna tweehonderd jaar lang hebben er twee leerscholen bestaan ten aanzien van de vraag wat de inkomensverdeling bepaalt – en hoe de economie functioneert. De eerste, die van Adam Smith en de negentiende-eeuwse liberale economen, richt zich op concurrerende markten. De tweede, die inziet hoe het soort liberalisme van Smith leidt tot een snelle concentratie van rijkdom en inkomen, neemt als uitgangspunt de monopolistische tendensen van ongeremde markten. Het is belangrijke beide leerscholen te begrijpen, want onze ideeën over overheidsbeleid en de bestaande ongelijkheid worden gevormd door de vraag welke van deze twee scholen naar jouw overtuiging een betere beschrijving geeft van de werkelijkheid.
Volgens negentiende-eeuwse liberalen en hun latere volgelingen zijn, omdat markten nu eenmaal competitief zijn, de rendementen van individuen gerelateerd aan hun sociale bijdragen – hun “marginale product,” in de taal der economen. Kapitalisten worden eerder beloond voor hun spaargedrag dan voor hun consumeren – voor hun onthouding, in de woorden van Nassau Senior, een van mijn voorgangers als Drummond-hoogleraar Politieke Economie aan de Universiteit van Oxford. Inkomensverschillen hangen dan samen met hun bezit van menselijk en financieel kapitaal. Wetenschappers die zich met ongelijkheid bezighielden richtten zich dus op de bepalende factoren in de verdeling van dat soort bezit, door er onder meer op te letten hoe dat van generatie op generatie werd doorgegeven.
De tweede leerschool neemt als uitgangspunt “macht,” zoals het vermogen om monopolistische controle uit te oefenen of – op de arbeidsmarkt – gezag over werknemers te laten gelden. Wetenschappers op dit terrein hebben zich gericht op de vraag wat macht doet ontstaan, hoe die in stand wordt gehouden en wordt versterkt, en op andere kenmerken die kunnen voorkomen dat markten concurrerend worden. Allerlei onderzoek over uitbuiting die voortkomt uit de asymmetrische toegang tot informatie is een belangrijk voorbeeld.
We hope you're enjoying Project Syndicate.
To continue reading, subscribe now.
Subscribe
orRegister for FREE to access two premium articles per month.
Register
Already have an account? Log in