PARIJS – De afgelopen decennia hebben aanzienlijke vooruitgang te zien gegeven op weg naar een rechtvaardiger en gelijkwaardiger wereld op gebieden als de terugdringing van de armoede, de vaccinatie tegen besmettelijke ziekten en de levensverwachting. Maar op sommige terreinen zijn de veranderingen pijnlijk langzaam verlopen. Op één zo'n gebied – dat van de gendergelijkheid in het onderwijs – is het probleem even duidelijk als diepgaand: we concentreren ons op de verkeerde maatstaven.
Uiteraard is er goed nieuws. Zoals wordt opgemerkt in het 2019 Gender Report van UNESCO Global Education Monitoring (GEM) is het aantal ongeletterde volwassen vrouwen in de landen uit de categorie van de hogere middeninkomens tussen 2000 en 2016 met 42 miljoen individuen gedaald. En de vooruitgang op het terrein van de schoolgang in de meeste landen betekent dat de rijkere landen steeds meer worden geconfronteerd met het omgekeerde probleem dat meer jongens dan meisjes hun middelbare school niet afmaken.
Deze onevenwichtigheden leggen de beperkingen bloot van de huidige aanpak, die zich richt op gendergelijkheid – dat wil zeggen: ervoor zorgen dat gelijke aantallen jongens en meisjes naar school gaan. Het blijft in een paar van de armste landen ter wereld uiteraard van het grootste belang om meisjes onderwijs te laten volgen, en dit kan worden verwezenlijkt met gerichte maatregelen om bijvoorbeeld hun dagelijkse reis van huis naar school en terug veiliger te maken. Van de twintig landen waar de onevenwichtigheden het grootst zijn vallen Guinee, Niger en Somalië op met hun toewijding om de kloof te dichten.
PARIJS – De afgelopen decennia hebben aanzienlijke vooruitgang te zien gegeven op weg naar een rechtvaardiger en gelijkwaardiger wereld op gebieden als de terugdringing van de armoede, de vaccinatie tegen besmettelijke ziekten en de levensverwachting. Maar op sommige terreinen zijn de veranderingen pijnlijk langzaam verlopen. Op één zo'n gebied – dat van de gendergelijkheid in het onderwijs – is het probleem even duidelijk als diepgaand: we concentreren ons op de verkeerde maatstaven.
Uiteraard is er goed nieuws. Zoals wordt opgemerkt in het 2019 Gender Report van UNESCO Global Education Monitoring (GEM) is het aantal ongeletterde volwassen vrouwen in de landen uit de categorie van de hogere middeninkomens tussen 2000 en 2016 met 42 miljoen individuen gedaald. En de vooruitgang op het terrein van de schoolgang in de meeste landen betekent dat de rijkere landen steeds meer worden geconfronteerd met het omgekeerde probleem dat meer jongens dan meisjes hun middelbare school niet afmaken.
Deze onevenwichtigheden leggen de beperkingen bloot van de huidige aanpak, die zich richt op gendergelijkheid – dat wil zeggen: ervoor zorgen dat gelijke aantallen jongens en meisjes naar school gaan. Het blijft in een paar van de armste landen ter wereld uiteraard van het grootste belang om meisjes onderwijs te laten volgen, en dit kan worden verwezenlijkt met gerichte maatregelen om bijvoorbeeld hun dagelijkse reis van huis naar school en terug veiliger te maken. Van de twintig landen waar de onevenwichtigheden het grootst zijn vallen Guinee, Niger en Somalië op met hun toewijding om de kloof te dichten.