Een boog van voorspoed in het Midden-Oosten?

PRINCETON – Nu Egypte op de drempel van een burgeroorlog staat, met alarmerende geweldsniveau's aan alle kanten en een zich steeds verder verscherpende verdeeldheid, is het moeilijk een echt lichtpuntje te ontdekken in het Midden-Oosten of Noord-Afrika. De doodsstrijd van Syrië gaat onverminderd door; de sektarische aanslagen in Irak worden steeds frequenter en dodelijker; de draadjes van de breekbare vrede in Libanon zijn aan het rafelen; de Libische milities zijn losgeslagen en verstoren de normale politieke orde; en de ster van Turkije als belichaming van de islamitische democratie is vervaagd.

Toch heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, ondanks deze litanie van problemen, besloten zich te focussen op Israel en Palestina. Zijn rechtvaardiging – “als het nu niet gebeurt, dan nooit” – klopt vrijwel zeker. Maar er is een andere, even sterke (zij het vaak over het hoofd geziene) reden voor deze stap: het enorme potentieel van een Israëlisch-Palestijns-Jordaanse economische zone, als motor voor de groei en de ontwikkeling van de hele regio.

In de onsterfelijke woorden van James Carville, Bill Clintons campagneleider in 1992: “Het is de economie, domkop”. Het vermaledijde onvermogen van de economieën van het Midden-Oosten en Noord-Afrika om de welvaart te leveren waar hun volkeren al lang zo wanhopig naar smachten, is een factor die de mensen voortdurend de straat op jaagt. Het is niet de enige factor, maar de stijgende voedselprijzen hebben bijgedragen aan het verspreiden van de koorts van de revolutie, van een kleine groep activisten naar een groot deel van de Egyptische bevolking, in 20011 en in juni van dit jaar opnieuw, toen de meest geuite grieven tegen de voormalige president Mohamed Morsi niet over zijn ideologie gingen, maar over zijn onverschilligheid jegens de noden van gewone Egyptenaren.

https://prosyn.org/fFYf8m6nl