Mark Carney Andrew Parsons/ZumaPress

Geheimen van de centrale bank

LONDEN – In 1993 hebben de economen Alberto Alesina en Larry Summers een invloedrijk artikel gepubliceerd waarin werd betoogd dat onafhankelijke centrale banken de inflatie beter in toom houden, zonder negatieve gevolgen voor de economische prestaties. Sindsdien hebben veel landen in de hele wereld hun centrale banken onafhankelijk gemaakt. Niemand is op zijn schreden teruggekeerd, en iedere hint dat regeringen politieke controle willen gaan uitoefenen over de rente, zoals onlangs in India is gebeurd, wordt op de financiële markten met bezorgdheid ontvangen, en door economen met verontwaardiging.

In werkelijkheid zijn er echter vele gradaties van onafhankelijkheid en opereren niet alle nominaal onafhankelijke centrale banken op dezelfde manier. Sommige monetaire autoriteiten, zoals de Europese Centrale Bank (ECB), stellen hun eigen doelen vast. Andere, zoals de Bank of England (BoE) hebben volledige vrijheid als het gaat om het instrumentarium dat zij hanteren – controle over de kortetermijnrente – maar moeten voldoen aan door de regering vastgestelde inflatiedoelstellingen.

Er zijn ook verschillen ten aanzien van de manier waarop centrale banken zijn georganiseerd om hun doelstellingen te bewerkstelligen. In Nieuw-Zeeland beslist de bankgouverneur in zijn eentje. Bij de US Federal Reserve (Fed) worden beslissingen genomen door de Federal Open Market Committee (FOMC), waarvan de leden – zeven gouverneurs en vijf voorzitters van de regionale afdelingen van de Fed – verschillende gradaties van onafhankelijkheid genieten.

De ECB maakt geen stemgegevens bekend en probeert tijdens vergaderingen van de bestuursraad consensus te bereiken. Daarentegen telt de Monetaire Beleidscommissie (MPC) van de BoE negen leden, waarvan er vier van buiten de bank worden benoemd, terwijl alle stemmen individueel worden vastgelegd; niemand mag zich achter een institutioneel perspectief verschuilen. De Fed houdt geen stemgegevens bij, maar 'afwijkende meningen' bij belangrijke beslissingen worden wel opgetekend (die kwamen bijna niet voor toen Alan Greenspan nog voorzitter was, maar zijn sindsdien algemener geworden).

Er zijn ook verschillen in de relaties tussen de beleidsmakers en hun staf, wat ook van invloed is op de onafhankelijkheid van een centrale bank. Bij de Fed leggen de stafleden hun eigen economische voorspellingen voor aan de FOMC, zonder input van de beleidsmakers die de rente vaststellen. Bij de BoE is de MPC verantwoordelijk voor de officiële voorspellingen, die worden gepubliceerd in haar Inflatie Rapporten. Dat is behulpzaam bij het beïnvloeden van de verwachtingen, omdat een hele reeks uiteenlopende inzichten van de centrale bank de privé-sector in verwarring zou kunnen brengen, maar draagt het risico met zich mee van institutioneel groepsdenken.

Groepsdenken kan vooral gevaarlijk zijn als de centrale bank ook de toezichthouder op het bankwezen is, zoals de mondiale financiële crisis van 2008 heeft aangetoond. In 2006 kwamen alle centrale banken die rapporten over de financiële stabiliteit publiceerden (met andere woorden, bijna allemaal) tot de conclusie dat de bankstelsels in hun landen in blakende vorm verkeerden: ze waren goed gekapitaliseerd, en voorzien van een robuust bestuur en een sterk risicobeheer.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Het lijkt onwaarschijnlijk dat er destijds geen enkele analist van een centrale bank was die zich ook maar een heel klein beetje zorgen maakte over de enorme groei van de met kredieten gefinancierde zeepbellen. Economen van de Bank voor Internationale Vereffening – een organisatie van de centrale banken – hadden in niet mis te verstane bewoordingen op de risico's gewezen. En toch was er geen afwijkende mening te horen in het kleine legertje economen van de centrale banken in de wereld. De centrale banken mogen dan onafhankelijk zijn geweest van de regeringen van hun landen, intern was het heel moeilijk om van de 'partijlijn' af te wijken.

Er moet natuurlijk een evenwicht worden gevonden tussen harde institutionele discipline en het laten bloeien van honderd intellectuele bloemen. Een centrale bank is niet hetzelfde als een economiefaculteit van een universiteit, waar diversiteit vrijwel onveranderlijk een bron van kracht is. Externe waarnemers zullen altijd proberen beleidslijnen te destilleren uit iedere tekst die wordt gepubliceerd, wat de bank niet altijd zal helpen haar doelstellingen te verwezenlijken.

Toch is er duidelijk ruimte voor het toestaan van afwijkende meningen. Daarom is het bemoedigend dat de BoE experimenteert met een platform dat een bredere reeks inzichten een stem geeft: een blog genaamd Bank Underground (een verwijzing naar het metrostation onder het hoofdkwartier van de bank) waarop bijdragen staan van jonge stafleden die het heersende beleid kritiseren – of juist steunen.

In een paar weken tijd heeft Bank Underground zichzelf bewezen als een vruchtbare bron van provocatieve ideeën. Eén posting midden augustus (toen de top van de bank op vakantie was, wat de jongere stafleden de vrije teugel gaf) wees op een paar zwakheden in de interne kapitaalmodellen van banken, die de kern vormen van het Basel 3-regime voor de kapitaalvereisten. De auteur, een BoE-werknemer genaamd Tobias Neumann, betoogde dat het opnemen van meer gegevens in deze modellen ertoe kan leiden dat ze 'vervuild' raken, waardoor iets onbenulligs voor een belangrijk signaal kan worden aangezien. Als gevolg daarvan, concludeerde hij, kunnen zeer complexe modellen regelmatig misleidende informatie opleveren.

Een andere posting uit juli trok expliciet het “officiële” standpunt van de BoE in twijfel dat we, als de economie herstelt, kunnen verwachten dat niet-financiële bedrijven zullen beginnen hun balansen aan te spreken om investeringen te financieren. De auteurs, Katie Farrant en Magda Rutkowska, opperen dat het gedrag van bedrijven kan zijn veranderd als gevolg van de financiële crisis, omdat problemen bij het verkrijgen van bankfinanciering hen ertoe kunnen hebben aangezet hun buffers aan contant geld permanent te verhogen. Als dat waar is, heeft dit belangrijke implicaties voor het financiële systeem, en met name voor de banken.

In zijn korte bestaan heeft Bank Underground zijn waarde al bewezen. De gouverneur van BoE, Mark Carney, verdient alle lof voor zijn besluit om ons een blik te gunnen door een kleine scheur in de façade van de Britse centrale bank (ervan uitgaand dat de blog geen volledig ongeautoriseerd initiatief is!).

Misschien zullen we uiteindelijk ook een Fed Subway-blog zien verschijnen, hoewel ik niet optimistisch ben over de vooruitzichten voor een U-Bahn-blog van de ECB in de nabije toekomst. Intussen ben ik van plan meer tijd in de ondergrondse te gaan doorbrengen. Het licht schijnt daar beter te zijn.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/vSnYcPAnl