john maynard keynes Tim Gidal/Picture Post/Getty Images

Een andere kijk op seculiere stagnatie

WARWICK – De publieke woordenwisseling tussen Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz en de vroegere minister van Financiën van de VS Larry Summers is opmerkelijk wegens de persoonlijke animositeit die eruit naar voren komt tussen twee economen die het in essentie met elkaar eens zijn over de economie. Stiglitz heeft een niet al te subtiele aanval op Summers gelanceerd, omdat deze niet zou hebben aangedrongen op een groter begrotingstekort toen hij onder president Obama voorzitter was van de Nationale Economische Raad. Summers antwoordt dat de politieke omstandigheden een grotere begrotingsexpansie onmogelijk maakten. Maar hoewel ze het erover eens zijn dat de Grote Recessie eerder overwonnen had kunnen worden met een forse begrotingsimpuls heeft geen van beiden het economische model geschetst dat ten grondslag ligt aan hun vertrouwen in deze uitkomst.

Summers heeft het werk van Alvin Hansen nieuw leven ingeblazen, die het concept van seculiere stagnatie in de jaren dertig had geïntroduceerd. Maar ik heb niet gezien dat Summers een volledig uitgewerkt dynamisch evenwichtsmodel heeft geformuleerd ter ondersteuning van zijn adviezen. En in zijn geschreven werk over dit onderwerp heeft hij zich naadloos heen en weer bewogen tussen een definitie van seculiere stagnatie als een situatie van permanent lagere groeicijfers tengevolge van lage investeringen en een situatie van permanent lagere werkgelegenheid tengevolge van de tekortschietende vraag.

Die twee dingen zijn niet hetzelfde. In zijn weerlegging van de uitspraken van Stiglitz spreekt Summers zijn voorkeur uit voor de tweede definitie. In zijn eigen woorden: “de private economie is na een stevige inzinking wellicht niet in staat op eigen kracht de weg terug te vinden naar volledige werkgelegenheid.”

https://prosyn.org/mu9Ja8Mnl