De menselijke stad

SINGAPORE – Het ingewikkelde netwerk van internationale organisaties dat het mondiale bestuur vormt, is zo geïsoleerd en ineffectief geworden, dat weinigen er nog op rekenen dat het resultaten zal opleveren. Nu, na tientallen jaren van onderlinge strijd en zelf-marginalisering, moeten deze internationale organisaties zich rond een steeds urgentere mondiale prioriteit verenigen: die van de duurzame verstedelijking.

De wereld ondergaat een ongekende en onomkeerbare golf van verstedelijking, waarbij het deel van de wereldbevolking dat in steden leeft naar verwachting in 2030 op 60% zal komen. Maar deze snelle verstedelijking drijft de industriële consumptie van fossiele brandstoffen en het watergebruik van de huishoudens op, en laat de vraag naar voedsel stijgen in gebieden waar landbouwgrond schaars is. Kortom, de huidige ontwikkelingen op het gebied van de verstedelijking zijn niet duurzaam.

Maar de bestaande pogingen om hierin verandering te brengen zijn bedroevend ontoereikend. Hoewel de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zijn organisatie voor menselijke nederzettingen, UN-HABITAT, heeft opgedragen de duurzame verstedelijking te bevorderen, heeft deze dienst niet genoeg invloed om ervoor te zorgen dat dit cruciale probleem op de mondiale agenda terechtkomt.

Bovendien coördineren de spelers op het gebied van de internationale ontwikkeling – waaronder VN-organisaties, NGO's, programma's van particuliere ondernemingen en andere liefdadigheidsinstellingen – zelden hun activiteiten, ook al concentreren zij hun interventies steeds meer in dichtbevolkte steden.

Gezien het feit dat het bevorderen van duurzame verstedelijking en het verbeteren van de coördinatie de vooruitgang op andere belangrijke terreinen (zoals die van de vrouwenrechten, klimaatverandering, jeugdwerkloosheid en alfabetisering) zou ondersteunen, moet duurzame verstedelijking een bureaucratische prioriteit worden. En zij moet worden aangevuld door een technologische schokgolf, waarbij geld wordt gesluisd naar de ontwikkeling en distributie van innovaties die steden leefbaarder, efficiënter en duurzamer moeten maken.

In feite bestaan veel bruikbare innovaties al, zoals bouwmaterialen die energie opwekken en transportmiddelen die geen CO2-uitstoot opleveren; ze hoeven alleen nog maar toegankelijk te worden gemaakt voor degenen die ze het hardst nodig hebben. Systemen als kleinschalige waterfilterinstallaties, draagbare hartmonitoren en goedkope tabletcomputers verbeteren nu al op dramatische wijze de levenskwaliteit van de armste inwoners van de wereld en dragen ertoe bij dat het economische speelveld eerlijker wordt.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

De toekomstige impact van het mondiaal bestuur hangt af van het smeden van nieuwe bondgenootschappen, die moeten helpen de stroom cruciale kennis en technologieën uit een steeds uiteenlopender scala aan bronnen naar stedelijke bevolkingen over de hele wereld op gang te brengen. De middelen die nodig zijn om het leven in de stad op een duurzamer leest te schoeien, vloeien niet langer uitsluitend van Noord naar Zuid en van West naar Oost. China heeft de leiding genomen in de export van zonnecellen, terwijl nu zelfs in de Arabische wereld 'cleantech'-parken verrijzen.

Regeringen, bedrijven, aanbodketenmanagers, strategen op het gebied van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen, NGO's en anderen moeten zich erop vastleggen hun fossiele voetafdruk terug te dringen en hun middelen aan te wenden om bij te dragen aan duurzame verstedelijking. Mogelijkheden om zulke bijdragen te leveren doen zich voortdurend voor – en in alle sectoren.

In de bouw vormen aannemers bijvoorbeeld bondgenootschappen met laboratoria om materialen te testen die hitte beter weerkaatsen, terwijl ze energie absorberen waar koelsystemen op kunnen draaien. Nutsbedrijven maken gebruik van nieuwe software-instrumenten om slimme energiemeters in huizen en kantoren te kunnen inzetten. Twee Amerikaanse steden – New York en Seattle – hebben de doelmatigheidsnormen voor nieuwbouw naar recordhoogtes opgevijzeld.

Op dezelfde manier werken autofabrikanten, producenten van mobiele apparatuur en lokale overheden samen om duurzaam transport te bevorderen door prikkels te leveren voor het doelbewust afzien van het bezit van een eigen auto. Als gevolg daarvan wint het carpoolen terrein in steden als Berlijn.

Bovendien heeft het MIT de opvouwbare elektrische CityCar ontwikkeld, waarvan er vier op een conventionele parkeerplek passen. Op de Rio+20-conferentie vorig jaar hebben de acht grootste multilaterale ontwikkelingsbanken $175 mrd toegezegd voor de ontwikkeling van duurzaam transport.

Informatietechnologie kan de druk op het transportsysteem eveneens verlichten. Singapore gebruikt zijn vrijwel complete glasvezelnetwerk bijvoorbeeld om verkeersopstoppingen in de stad tegen te gaan, door een heel arsenaal aan maatregelen te introduceren om werknemers aan te moedigen te gaan thuiswerken. Als deze maatregelen effect sorteren, zullen zich waarschijnlijk zelfvoorzienende satellietsteden ontwikkelen, die de met het transport samenhangende energieconsumptie verder zullen terugdringen, terwijl ze een actievere burgermaatschappij bevorderen.

Singapore geeft ook op een ander terrein het goede voorbeeld: bij de productie en distributie van gerecycled drinkwater. Veel steden in de hele wereld volgen dit voorbeeld door hun programma's voor het opvangen en behandelen van (regen-)water uit te breiden.

Intussen verspreiden de experimenten met 'vertical farms' – die beogen de voedselproductie in de steden te verhogen door gewassen te verbouwen in glazen wolkenkrabbers – zich van het Amerikaanse Midden-Westen tot in het Japanse Osaka. En India is marktleider geworden in het omzetten van biomassa en voedselafval in energie.

Uiteraard mogen de miljarden boeren en dorpelingen over de hele wereld niet worden vergeten. Interventies als het aanleggen van elektriciteit op het platteland, de levering van droogte-resistente zaden en agrarische technologie, en de uitbreiding van micro-verzekeringen zijn van cruciaal belang, niet alleen voor het welzijn van de plattelandsbevolking, maar ook voor het ontketenen van een nieuwe “Groene Revolutie”, zonder welke de stadsbewoners geconfronteerd zullen worden met ernstige voedseltekorten.

Nu er iedere dag nieuwe, innovatieve oplossingen verschijnen is de werkelijke uitdaging erin gelegen ze op de juiste schaalgrootte te brengen – en dat vergt internationale samenwerking. Maar de 'slimste' steden zijn niet noodzakelijkerwijs de meest technologisch geavanceerde. Het zijn eerder de plaatsen waar technologie en overheidsbeleid de welvaart en aspiraties van de burgers ondersteunen. Dit cruciale gegeven zal ten grondslag liggen aan de discussies op de tweede jaarlijkse topconferentie van de New Cities Foundation in juni – het thema is “De Menselijke Stad” – en zou de kern moeten vormen van alle duurzame verstedelijkingsinitiatieven.

Het tot een strategische prioriteit verheffen van duurzame verstedelijking zou de enige manier kunnen zijn om de onderling verbonden crises van baanloze groei, jeugdwerkloosheid en inkomensongelijkheid te overwinnen. Hoewel sommige fabrieksbanen kunnen worden uitbesteed of geautomatiseerd, kunnen robots nog geen gebouwen (her-)inrichten, zonnecellen op daken installeren of vertical farms bouwen. Zelfs de ontwikkelingen in sommige steden, zoals Singapore en Tokyo, in de richting van metro's en auto's zonder bestuurder zullen aanzienlijke hoeveelheden arbeid vergen om de relevante systemen aan te leggen en te onderhouden. In de toekomst zullen – net als in het verleden – de meest arbeidsintensieve banen worden gevonden in de bouw van huizen en productiefaciliteiten, en in het levend maken en houden van menselijke gemeenschappen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/z0jUKTinl