Belastingverhoging test voor Japanse economie

TOKYO – Begin oktober kondigde de Japanse premier Shinzo Abe aan dat zijn regering in april  de verbruiksbelasting van 5 naar 8 procent zal verhogen en anderhalf jaar later waarschijnlijk naar 10 procent. Het contrast met wat nu in de VS gebeurt had niet groter kunnen zijn. Terwijl de tegenstanders van de Amerikaanse president Barack Obama in eigen land weigeren zijn healthcare-wet te ondertekenen, vanwege de daarmee gepaard gaande inkomensherverdeling, proberen de Japanse bureaucraten het staatsgezag te herstellen door de belastinginkomsten te gebruiken om sociale zekerheidsprogramma’s te steunen.

Er is veel te zeggen voor de verhoging van de Japanse verbruiksbelasting. De Japanse regering heeft een enorme schuldenlast en het verbruiksbelastingtarief is veel lager dan de btw-tarieven die in Europa gangbaar zijn. Tegelijkertijd is de huidige vennootschapsbelasting in Japan hoger dan elders, waardoor het voor Japan moeilijker is om binnen- of buitenlandse investeerders aan te trekken. Als Japan de concurrentie van de internationale belastingtarieven wil overleven – en daardoor de vennootschapsbelastingen als bron van inkomsten kunnen gaan beschouwen – moet de Japanse vennootschapsbelasting op de lange termijn lager worden.

Niettemin is, juist nu de Japanse economie zich nog maar net begint te herstellen van meer dan vijftien jaar stagnatie, zo’n snelle belastingverhoging niet raadzaam. In feite is zo’n snelle verhoging zelden – of nooit – toegepast. Het risico bestaat namelijk dat de consument daardoor wordt gestimuleerd om geld te gaan besteden voordat het effect ervan optreedt, waardoor de toekomstige bestedingen worden afgeremd. Bovendien resulteert een plotselinge stijging van de belastingdruk in permanent verlies van sociale welvaart.

https://prosyn.org/OdYaQmNnl