MADRID – Mondiale veiligheid (een veilige en vreedzame omgeving, vrij van conflict) is een publiek goed. Met andere woorden; alle landen en burgers ter wereld hebben er voordeel bij, of ze er nu aan bijdragen of niet. Met dit gegeven in het achterhoofd is het voor de hand liggend dat er veel z.g. free riders zijn (zij die de voordelen van het goed genieten, zonder er in te investeren). Maar als het op mondiale stabiliteit aankomt kan de wereld zich eenvoudigweg geen free-riding Europa veroorloven.
Zeker, door het gewelddadige verleden van Europa is de grootste bijdrage van de Europese Unie aan de internationale veiligheid de verzekering van stabiliteit in de eigen regio geweest. Vandaag de dag, bijna een eeuw na het uitbreken van de eerste wereldoorlog, zijn vrede en stabiliteit diep in Europa verankerd.
Andere regio’s echter blijven instabiel. Strategische kruidvaten als het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië bijvoorbeeld ontberen de regionale veiligheidsstructuren waar Europa mee begiftigd is. De geografische nabijheid van het Midden-Oosten betekent dat Europa het niet kan negeren, terwijl het dwaas zou zijn om het economische gewicht van Zuidoost-Azië te onderschatten.
De EU is de grootste economie ter wereld, met een jaarlijks bbp van meer dan 15,5 biljoen euro, en het is de grootste handelsmacht, verantwoordelijk voor 20% van de wereldhandel. Het is duidelijk dat de EU zijn bijdrage aan de mondiale veiligheid zou moeten willen vergroten, verder dan door alleen de vrede bewaren tussen de lidstaten. Dit is geen tijd voor Europa om op zijn lauweren te gaan rusten, vooral met een Verenigde Staten die zich uit twee oorlogen aan terugtrekken zijn en te maken heeft isolationistische neigingen.
Nou is er een ontmoeting van Europese Raad deze maand: op 19 en 20 december zullen de staatshoofden en regeringen van de 28 lidstaten van de EU samenkomen om het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) te bespreken. Er moet tijdens de besprekingen een vooruitziende, ambitieuze blik worden aangehouden om een echte mondiale Europese veiligheidsstrategie in het vooruitzicht te brengen. Helaas ontbreekt het in nationale en Europese instituties aan het leiderschap dat nodig is om zo’n strategische visie te realiseren.
De top zal vanaf het begin met verschillende obstakels te maken krijgen. Om te beginnen bepalen de voortdurende consequenties van de gelijktijdige economische, politieke en institutionele crises nog steeds de Europese agenda. Het realiseren van een lange termijnvisie is moeilijker dan ooit als er zich zoveel vereisten voor de korte termijn (het doen herleven van de groei en werkgelegenheid, het winnen van verkiezingen, het opnieuw engageren van een wantrouwig publiek en groeiende populistische sentimenten, om er maar een paar te noemen) tegelijkertijd materialiseren.
In deze sfeer lijkt het logisch dat het verdiepen van de integratie van Europa’s defensie en veiligheid laag op de prioriteitenlijst staat. Maar het tegendeel is waar: verdere ontwikkeling van het GVDB is essentieel voor het voortbestaan van de Europese manier van leven.
De raad van deze maand zal de basis leggen voor de verdere ontwikkeling van de GVDB door het aanpakken van drie onderwerpen: operationele efficiency, militaire slagkracht en de staat van de Europese defensie -industrie. Als het Europese defensie- en veiligheidsbeleid sterk, mondiaal en effectief wil zijn is het noodzakelijk om voordeel te halen uit zowel de specialisatie als het samenbrengen van de technologie en hulpbronnen van de lidstaten.
Terwijl de nationale budgetten krimpen als gevolg van bezuinigingen, zou de EU de uitgaven van de lidstaten aan veiligheid nog eens goed moeten bekijken. Het is zinloos als elke nationale overheid beperkte hulpbronnen op dezelfde manier investeert. Dit momentum heeft potentieel: bezuinigingen kunnen veranderd worden in een mogelijkheid om de Europese defensie-industrie te coördineren en te integreren om zo de algehele efficiency te maximaliseren.
Het doel moet zijn om de veiligheidsintegratie van Europa aan te jagen (in de breedste zin) en Europa naar het hoofdpodium van de mondiale veiligheid te tillen. Als de lidstaten deze weg volgen, voorwaarts gestuwd door technologische en operationele excellentie en innovatie dan zullen ze manieren vinden om onnodige uitgaven te elimineren en het gebruik van hulpbronnen te optimaliseren.
De Europese defensie-industrie zal niet in staat zijn vooruitgang te boeken zonder een goed functionerende markt; open, transparant en met gelijke kansen voor alle Europese producenten. Ontwikkelingen in militaire industrie leiden tot significante positieve externe factoren, zoals civiel-militaire samenwerkingen en investeringen in onderzoek en ontwikkeling, die een basisvoorwaarde zijn voor toekomstige groei, innovatie en concurrentie.
Een cruciaal element in de coördinatie en het goed functioneren van de Europese veiligheids- en defensiebeleid is het Europees Defensieagentschap (EDA). Bij de komende top, zouden de leiders het belang van het EDA, waarvan het budget bevroren is op aandringen van bepaalde lidstaten, moeten onderstrepen,.
Het zou onverantwoordelijk zijn om de ontmoeting van de Raad in december te zien als de zoveelste top. Europa en een steeds instabielere wereld hebben een levensvatbaar kader voor mondiale veiligheid nodig. Een ver doorontwikkeld GVDB (zelf al een hoeksteen voor verdere Europese integratie) moet een fundamenteel onderdeel van zo’n systeem zijn.
Vertaling: M. Trap
MADRID – Mondiale veiligheid (een veilige en vreedzame omgeving, vrij van conflict) is een publiek goed. Met andere woorden; alle landen en burgers ter wereld hebben er voordeel bij, of ze er nu aan bijdragen of niet. Met dit gegeven in het achterhoofd is het voor de hand liggend dat er veel z.g. free riders zijn (zij die de voordelen van het goed genieten, zonder er in te investeren). Maar als het op mondiale stabiliteit aankomt kan de wereld zich eenvoudigweg geen free-riding Europa veroorloven.
Zeker, door het gewelddadige verleden van Europa is de grootste bijdrage van de Europese Unie aan de internationale veiligheid de verzekering van stabiliteit in de eigen regio geweest. Vandaag de dag, bijna een eeuw na het uitbreken van de eerste wereldoorlog, zijn vrede en stabiliteit diep in Europa verankerd.
Andere regio’s echter blijven instabiel. Strategische kruidvaten als het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië bijvoorbeeld ontberen de regionale veiligheidsstructuren waar Europa mee begiftigd is. De geografische nabijheid van het Midden-Oosten betekent dat Europa het niet kan negeren, terwijl het dwaas zou zijn om het economische gewicht van Zuidoost-Azië te onderschatten.
De EU is de grootste economie ter wereld, met een jaarlijks bbp van meer dan 15,5 biljoen euro, en het is de grootste handelsmacht, verantwoordelijk voor 20% van de wereldhandel. Het is duidelijk dat de EU zijn bijdrage aan de mondiale veiligheid zou moeten willen vergroten, verder dan door alleen de vrede bewaren tussen de lidstaten. Dit is geen tijd voor Europa om op zijn lauweren te gaan rusten, vooral met een Verenigde Staten die zich uit twee oorlogen aan terugtrekken zijn en te maken heeft isolationistische neigingen.
Nou is er een ontmoeting van Europese Raad deze maand: op 19 en 20 december zullen de staatshoofden en regeringen van de 28 lidstaten van de EU samenkomen om het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) te bespreken. Er moet tijdens de besprekingen een vooruitziende, ambitieuze blik worden aangehouden om een echte mondiale Europese veiligheidsstrategie in het vooruitzicht te brengen. Helaas ontbreekt het in nationale en Europese instituties aan het leiderschap dat nodig is om zo’n strategische visie te realiseren.
De top zal vanaf het begin met verschillende obstakels te maken krijgen. Om te beginnen bepalen de voortdurende consequenties van de gelijktijdige economische, politieke en institutionele crises nog steeds de Europese agenda. Het realiseren van een lange termijnvisie is moeilijker dan ooit als er zich zoveel vereisten voor de korte termijn (het doen herleven van de groei en werkgelegenheid, het winnen van verkiezingen, het opnieuw engageren van een wantrouwig publiek en groeiende populistische sentimenten, om er maar een paar te noemen) tegelijkertijd materialiseren.
SPRING SALE: Save 40% on all new Digital or Digital Plus subscriptions
Subscribe now to gain greater access to Project Syndicate – including every commentary and our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – starting at just $49.99.
Subscribe Now
In deze sfeer lijkt het logisch dat het verdiepen van de integratie van Europa’s defensie en veiligheid laag op de prioriteitenlijst staat. Maar het tegendeel is waar: verdere ontwikkeling van het GVDB is essentieel voor het voortbestaan van de Europese manier van leven.
De raad van deze maand zal de basis leggen voor de verdere ontwikkeling van de GVDB door het aanpakken van drie onderwerpen: operationele efficiency, militaire slagkracht en de staat van de Europese defensie -industrie. Als het Europese defensie- en veiligheidsbeleid sterk, mondiaal en effectief wil zijn is het noodzakelijk om voordeel te halen uit zowel de specialisatie als het samenbrengen van de technologie en hulpbronnen van de lidstaten.
Terwijl de nationale budgetten krimpen als gevolg van bezuinigingen, zou de EU de uitgaven van de lidstaten aan veiligheid nog eens goed moeten bekijken. Het is zinloos als elke nationale overheid beperkte hulpbronnen op dezelfde manier investeert. Dit momentum heeft potentieel: bezuinigingen kunnen veranderd worden in een mogelijkheid om de Europese defensie-industrie te coördineren en te integreren om zo de algehele efficiency te maximaliseren.
Het doel moet zijn om de veiligheidsintegratie van Europa aan te jagen (in de breedste zin) en Europa naar het hoofdpodium van de mondiale veiligheid te tillen. Als de lidstaten deze weg volgen, voorwaarts gestuwd door technologische en operationele excellentie en innovatie dan zullen ze manieren vinden om onnodige uitgaven te elimineren en het gebruik van hulpbronnen te optimaliseren.
De Europese defensie-industrie zal niet in staat zijn vooruitgang te boeken zonder een goed functionerende markt; open, transparant en met gelijke kansen voor alle Europese producenten. Ontwikkelingen in militaire industrie leiden tot significante positieve externe factoren, zoals civiel-militaire samenwerkingen en investeringen in onderzoek en ontwikkeling, die een basisvoorwaarde zijn voor toekomstige groei, innovatie en concurrentie.
Een cruciaal element in de coördinatie en het goed functioneren van de Europese veiligheids- en defensiebeleid is het Europees Defensieagentschap (EDA). Bij de komende top, zouden de leiders het belang van het EDA, waarvan het budget bevroren is op aandringen van bepaalde lidstaten, moeten onderstrepen,.
Het zou onverantwoordelijk zijn om de ontmoeting van de Raad in december te zien als de zoveelste top. Europa en een steeds instabielere wereld hebben een levensvatbaar kader voor mondiale veiligheid nodig. Een ver doorontwikkeld GVDB (zelf al een hoeksteen voor verdere Europese integratie) moet een fundamenteel onderdeel van zo’n systeem zijn.
Vertaling: M. Trap