China moet een einde maken aan het quota-systeem

HONG KONG – Op 1 maart heeft de Chinese Staatsraad een nieuwe reeks beperkingen afgekondigd, bedoeld om de vastgoedprijzen in toom te houden door de speculatieve vraag aan banden te leggen. De maatregelen omvatten scherpere limieten voor de huizenaankoop door niet-ingezetenen in steden waar de prijzen buitensporig zijn gestegen, een hernieuwde belasting van 20% op kapitaalwinsten, een verplichte aanbetaling van 70%, en een premie van 30% op tweede hypotheken.

Hoewel de voorgaande ronde van restricties voor de huizensector van nog geen twee jaar geleden ertoe heeft geleid dat het marktsentiment tijdelijk omlaag ging, werden de stijgende vastgoedprijzen er niet door bedwongen. Ook de jongste maatregelen zouden wel enig effect kunnen sorteren, maar voor het op de langere termijn afkoelen van de turbulente Chinese vastgoedmarkt, die afhankelijk is van goedkope kredieten, zal het nodig zijn de onderliggende zwakheden van het monetair beleid aan te pakken.

Om de geldhoeveelheid te kunnen controleren heeft de Chinese Volksbank lange tijd gebruik gemaakt van kredietquota's als 'leidraad' voor de banken. Dit beleid was geworteld in de praktijk van het centrale plannen, dat – drie decennia geleden - tot kunstmatig lage prijzen heeft geleid, en tot tekorten aan basisbehoeften en essentiële grondstoffen zoals graan en staal. Naarmate de vrije markt zich ontwikkelde, ontstond er een tweeledig prijssysteem, waarin degenen die toegang hadden tot via quota's toegekende goederen minder hoefden te betalen. Als gevolg hiervan was de overheid gedwongen subsidies te verstrekken aan de 'verliezers' van het systeem,  zoals stadsbewoners en staatsbedrijven, totdat een sterke verhoging van het aanbod dankzij de stijging van de marktprijzen de noodzaak van quota's voor fabrieksgoederen wegnam.

https://prosyn.org/JsXTLrSnl