KIEV – De onmiddellijke economische crisis in Oekraïne is opgelost, maar de economie blijft kwetsbaar en heeft nog steeds internationale steun nodig. Als de nieuwe Oekraïense regering zelfvoldane trekjes gaat vertonen, kan de vooruitgang van het land verloren gaan.
Oekraïne is een lange weg gegaan sinds de “Euromaidan”-opstand van 2013-2014. Toen de vroegere president Viktor Janoekovitsj in februari 2014 naar Rusland vluchtte, kwam de Oekraïense economie in een vrije val terecht; in nog geen twee jaar is zij met 17% gekrompen. De begroting en de externe tekorten waren al onhoudbaar geworden en aan een radicale herziening toe, dus de Russische agressie was genoeg om de economie over de rand heen te duwen.
Tegen het einde van 2015 had de voormalige Oekraïense premier Arseni Jatsenjoek opmerkelijke vooruitgang geboekt bij het saneren van de financiën van zijn land, maar louter op de gebieden waar hij en zijn technocratische hervormers de baas waren.
Eén van de belangrijkste gebieden was de energiesector. Sinds het begin van de jaren negentig hadden Oekraïense oligarchen enorm geprofiteerd van het tegen lage prijzen opkopen van gesubsidieerd gas en het tegen marktprijzen verkopen ervan. De afgelopen twee jaar heeft de Oekraïense regering de energieprijzen echter gestandaardiseerd en de subsidies geëlimineerd (die 10% van het bbp waren gaan bedragen en tot illegale geldstromen hadden geleid).
Deze maatregelen zijn effectief gebleken: Oekraïne heeft de gasconsumptie het afgelopen jaar al met 20% teruggedrongen en weet nog steeds meer energie te besparen. De overheid heeft het begrotingstekort teruggebracht van 10,5% van het bbp in 2014 naar slechts 2,5% van het bbp in 2015, en houdt de begrotingsdiscipline ook het komende begrotingsjaar vast.
Oekraïne is uit het economische gat aan het klimmen dat Janoekovitsj heeft helpen graven. Om te beginnen heeft hij een onhoudbaar tekort op de betalingsbalans gecreëerd door aan te dringen op een onrealistisch hoge wisselkoers voor de Oekraïense munt, de grivna. Nadat de regering-Janoekovitsj in november 2013 werd gedwongen de wisselkoers te laten zweven, kelderde de grivna naar een niveau van slechts een derde van zijn eerdere waarde ten opzichte van de dollar, stegen de energieprijzen en rees de inflatie de pan uit, piekend op een geannualiseerd peil van 61% in april 2015.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Bijna drie jaar later kan Oekraïne zijn buitenlandse schulden weer afbetalen. De Nationale Bank van Oekraïne (NBU) koopt buitenlandse valuta om de wisselkoersstabiliteit in stand te houden, en heeft de inflatie teruggebracht naar slechts 8% (vanaf augustus jongstleden), door geleidelijk aan de rente te verlagen en de valutaregulering te versoepelen.
Tijdens de regering-Janoekovitsj tierde de corruptie welig in het hele Oekraïense banksysteem. Bankeigenaren keerden 80 tot 90% van de kredieten aan zichzelf uit en gebruikten het geld om nóg meer banken te kopen. Sindsdien heeft NBU-voorzitsterValeria Hontareva aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het saneren van de sector, door tachtig van de 180 Oekraïense banken te sluiten, terwijl een aantal kleine banken nog op de nominatie staat om gesloten te worden.
Op eigen kracht had Oekraïne niet zo ver kunnen komen. In februari 2015 stond het land op de rand van een financiële ineenstorting, omdat de internationale valutareserves waren geslonken naar een bedrag van slechts $5 mrd en kopers in paniek waren geraakt door de kelderende wisselkoers. Het Internationale Monetaire Fonds heeft de econome gered met een injectie van $5 mrd, en de internationale reserves van Oekraïne zijn inmiddels gestegen naar $14 mrd. Bovendien zullen, omdat Oekraïne zijn particuliere schulden vorig jaar vrijwillig heeft gesaneerd, de aflossingsbetalingen tot 2020 laag blijven.
Ondanks deze aanzienlijke macro-economische prestaties is de micro-economische vooruitgang van Oekraïne echter bescheiden geweest. De regering heeft het ondernemingsbestuur bij de staatsbedrijven in de energiesector verbeterd en publieke databases ingericht om het eigendom van en de aanbestedingen bij bedrijven te kunnen volgen. Maar de economie is nog steeds veel te zwaar gereguleerd, en een nóg groter deel van de 1800 staatsbedrijven moet worden geprivatiseerd.
Belangrijker nog is dat Oekraïne de rechtsstaat moet versterken. De regering heeft juridische hervormingen voorgesteld om het makkelijker te maken corruptie te bestrijden, maar stuit op zware weerstand van het oude establishment. In augustus is een geschil tussen stafleden van het kantoor van de procureur-generaal en leden van het nieuwe Anticorruptiebureau in een vuistgevecht ontaard.
In april heeft president Petro Porosjenko Jatsenjoek, met wie hij ruzie had gemaakt, aan de dijk gezet, om hem door een bondgenoot te vervangen, de vroegere parlementsvoorzitter Volodimir Groysman. Porosjenko beweerde dat Groysman effectiever zou blijken in de omgang met het parlement, maar het omgekeerde is gebeurd – het parlement heeft slechts elf van de 177 wetsvoorstellen van de regering-Groysman aanvaard.
De afgelopen maanden zijn de pogingen om nieuwe wetgeving en hervormingen tot stand te brengen tot stilstand gekomen, en is de wisselkoers weer gaan dalen. Het IMF heeft sinds augustus 2015 geen fondsen meer ter beschikking gesteld, maar vorige maand wél een lening van $1 mrd goedgekeurd, die de wisselkoers zou kunnen stabiliseren. De Verenigde Staten zullen naar verwachting de IMF-tranche met een kredietgarantie van $1 mrd aanvullen, en de Europese Unie zal $673 mln bieden aan macro-economische hulp.
Het Westen biedt nu nieuwe financiering aan, omdat Oekraïne een publieke database heeft ingericht voor de bezittingen en inkomens van regeringsfunctionarissen. De volgende eis van het Westen zal waarschijnlijk zijn dat Oekraïne een onafhankelijke energieregelaar benoemt. Maar er zal veel méér nodig zijn voor het creëren van economische groei, die dit jaar naar schatting van het IMF het magere peil van 1,5% zal bereiken.
Intussen zijn veel Oekraïeners verarmd. Het officiële dollarloon is sinds 2013 gemiddeld met 60% gedaald, naar een schamele $200 per maand, een achtste van het niveau in het naburige Polen. Daarom zien veel jonge Oekraïeners meer perspectief in de emigratie of in de schaduweconomie.
Erger nog, de Oekraïeners weten dat de corruptie endemisch is en dat er weinig vooruitgang is geboekt bij het breken van de machtsstructuur van de oude elite. Nu de mensen de armoede en de oorlog meer dan zat zijn, zal de aantrekkingskracht van het populisme groeien, zoals we dit jaar in het hele Westen hebben gezien.
Nu er nieuwe financiering in aantocht is, heeft de regering de mogelijkheid radicale hervormingen door te voeren en het economisch herstel een kickstart te geven. Anders riskeert zij volgend voorjaar vroegtijdige parlementsverkiezingen – die zij wellicht niet zal overleven.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Many countries’ recent experiences show that boosting manufacturing employment is like chasing a fast-receding target. Automation and skill-biased technology have made it extremely unlikely that manufacturing can be the labor-absorbing activity it once was, which means that the future of “good jobs” must be created in services.
shows why policies to boost employment in the twenty-first century ultimately must focus on services.
Minxin Pei
doubts China’s government is willing to do what is needed to restore growth, describes the low-tech approaches taken by the country’s vast security apparatus, considers the Chinese social-credit system’s repressive potential, and more.
Log in/Register
Please log in or register to continue. Registration is free and requires only your email address.
KIEV – De onmiddellijke economische crisis in Oekraïne is opgelost, maar de economie blijft kwetsbaar en heeft nog steeds internationale steun nodig. Als de nieuwe Oekraïense regering zelfvoldane trekjes gaat vertonen, kan de vooruitgang van het land verloren gaan.
Oekraïne is een lange weg gegaan sinds de “Euromaidan”-opstand van 2013-2014. Toen de vroegere president Viktor Janoekovitsj in februari 2014 naar Rusland vluchtte, kwam de Oekraïense economie in een vrije val terecht; in nog geen twee jaar is zij met 17% gekrompen. De begroting en de externe tekorten waren al onhoudbaar geworden en aan een radicale herziening toe, dus de Russische agressie was genoeg om de economie over de rand heen te duwen.
Tegen het einde van 2015 had de voormalige Oekraïense premier Arseni Jatsenjoek opmerkelijke vooruitgang geboekt bij het saneren van de financiën van zijn land, maar louter op de gebieden waar hij en zijn technocratische hervormers de baas waren.
Eén van de belangrijkste gebieden was de energiesector. Sinds het begin van de jaren negentig hadden Oekraïense oligarchen enorm geprofiteerd van het tegen lage prijzen opkopen van gesubsidieerd gas en het tegen marktprijzen verkopen ervan. De afgelopen twee jaar heeft de Oekraïense regering de energieprijzen echter gestandaardiseerd en de subsidies geëlimineerd (die 10% van het bbp waren gaan bedragen en tot illegale geldstromen hadden geleid).
Deze maatregelen zijn effectief gebleken: Oekraïne heeft de gasconsumptie het afgelopen jaar al met 20% teruggedrongen en weet nog steeds meer energie te besparen. De overheid heeft het begrotingstekort teruggebracht van 10,5% van het bbp in 2014 naar slechts 2,5% van het bbp in 2015, en houdt de begrotingsdiscipline ook het komende begrotingsjaar vast.
Oekraïne is uit het economische gat aan het klimmen dat Janoekovitsj heeft helpen graven. Om te beginnen heeft hij een onhoudbaar tekort op de betalingsbalans gecreëerd door aan te dringen op een onrealistisch hoge wisselkoers voor de Oekraïense munt, de grivna. Nadat de regering-Janoekovitsj in november 2013 werd gedwongen de wisselkoers te laten zweven, kelderde de grivna naar een niveau van slechts een derde van zijn eerdere waarde ten opzichte van de dollar, stegen de energieprijzen en rees de inflatie de pan uit, piekend op een geannualiseerd peil van 61% in april 2015.
Subscribe to PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Bijna drie jaar later kan Oekraïne zijn buitenlandse schulden weer afbetalen. De Nationale Bank van Oekraïne (NBU) koopt buitenlandse valuta om de wisselkoersstabiliteit in stand te houden, en heeft de inflatie teruggebracht naar slechts 8% (vanaf augustus jongstleden), door geleidelijk aan de rente te verlagen en de valutaregulering te versoepelen.
Tijdens de regering-Janoekovitsj tierde de corruptie welig in het hele Oekraïense banksysteem. Bankeigenaren keerden 80 tot 90% van de kredieten aan zichzelf uit en gebruikten het geld om nóg meer banken te kopen. Sindsdien heeft NBU-voorzitsterValeria Hontareva aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het saneren van de sector, door tachtig van de 180 Oekraïense banken te sluiten, terwijl een aantal kleine banken nog op de nominatie staat om gesloten te worden.
Op eigen kracht had Oekraïne niet zo ver kunnen komen. In februari 2015 stond het land op de rand van een financiële ineenstorting, omdat de internationale valutareserves waren geslonken naar een bedrag van slechts $5 mrd en kopers in paniek waren geraakt door de kelderende wisselkoers. Het Internationale Monetaire Fonds heeft de econome gered met een injectie van $5 mrd, en de internationale reserves van Oekraïne zijn inmiddels gestegen naar $14 mrd. Bovendien zullen, omdat Oekraïne zijn particuliere schulden vorig jaar vrijwillig heeft gesaneerd, de aflossingsbetalingen tot 2020 laag blijven.
Ondanks deze aanzienlijke macro-economische prestaties is de micro-economische vooruitgang van Oekraïne echter bescheiden geweest. De regering heeft het ondernemingsbestuur bij de staatsbedrijven in de energiesector verbeterd en publieke databases ingericht om het eigendom van en de aanbestedingen bij bedrijven te kunnen volgen. Maar de economie is nog steeds veel te zwaar gereguleerd, en een nóg groter deel van de 1800 staatsbedrijven moet worden geprivatiseerd.
Belangrijker nog is dat Oekraïne de rechtsstaat moet versterken. De regering heeft juridische hervormingen voorgesteld om het makkelijker te maken corruptie te bestrijden, maar stuit op zware weerstand van het oude establishment. In augustus is een geschil tussen stafleden van het kantoor van de procureur-generaal en leden van het nieuwe Anticorruptiebureau in een vuistgevecht ontaard.
In april heeft president Petro Porosjenko Jatsenjoek, met wie hij ruzie had gemaakt, aan de dijk gezet, om hem door een bondgenoot te vervangen, de vroegere parlementsvoorzitter Volodimir Groysman. Porosjenko beweerde dat Groysman effectiever zou blijken in de omgang met het parlement, maar het omgekeerde is gebeurd – het parlement heeft slechts elf van de 177 wetsvoorstellen van de regering-Groysman aanvaard.
De afgelopen maanden zijn de pogingen om nieuwe wetgeving en hervormingen tot stand te brengen tot stilstand gekomen, en is de wisselkoers weer gaan dalen. Het IMF heeft sinds augustus 2015 geen fondsen meer ter beschikking gesteld, maar vorige maand wél een lening van $1 mrd goedgekeurd, die de wisselkoers zou kunnen stabiliseren. De Verenigde Staten zullen naar verwachting de IMF-tranche met een kredietgarantie van $1 mrd aanvullen, en de Europese Unie zal $673 mln bieden aan macro-economische hulp.
Het Westen biedt nu nieuwe financiering aan, omdat Oekraïne een publieke database heeft ingericht voor de bezittingen en inkomens van regeringsfunctionarissen. De volgende eis van het Westen zal waarschijnlijk zijn dat Oekraïne een onafhankelijke energieregelaar benoemt. Maar er zal veel méér nodig zijn voor het creëren van economische groei, die dit jaar naar schatting van het IMF het magere peil van 1,5% zal bereiken.
Intussen zijn veel Oekraïeners verarmd. Het officiële dollarloon is sinds 2013 gemiddeld met 60% gedaald, naar een schamele $200 per maand, een achtste van het niveau in het naburige Polen. Daarom zien veel jonge Oekraïeners meer perspectief in de emigratie of in de schaduweconomie.
Erger nog, de Oekraïeners weten dat de corruptie endemisch is en dat er weinig vooruitgang is geboekt bij het breken van de machtsstructuur van de oude elite. Nu de mensen de armoede en de oorlog meer dan zat zijn, zal de aantrekkingskracht van het populisme groeien, zoals we dit jaar in het hele Westen hebben gezien.
Nu er nieuwe financiering in aantocht is, heeft de regering de mogelijkheid radicale hervormingen door te voeren en het economisch herstel een kickstart te geven. Anders riskeert zij volgend voorjaar vroegtijdige parlementsverkiezingen – die zij wellicht niet zal overleven.
Vertaling: Menno Grootveld