De “oude” economieën slaan terug

TOKIO – De effecten van de zogenoemde “Abenomics” op de economie van Japan beginnen langzamerhand voelbaar te worden. De groei van het bruto binnenlands product op jaarbasis over het eerste kwartaal is in opwaartse richting bijgesteld, naar 4,1%, waardoor de verwachtingen van de markt werden overtroffen. Dit is een sterke aanwijzing dat de Japanse economie zich eindelijk aan het herstellen is, na twee decennia van stagnatie. Vooral de consumentenuitgaven zijn goed, nu de lonen omhoog lijken te gaan.

Bovendien zal de waardedaling van de munt, in het kielzog van de pogingen van de Bank of Japan om de jaarlijkse inflatie te laten stijgen naar 2%, naar verwachting de export ten goede komen. Maar aanzienlijke gevolgen voor de handelsbalans zijn tot nu toe uitgebleven, waarschijnlijk als gevolg van de hogere importkosten. Conventionele elektriciteitscentrales hebben de plaats ingenomen van de kerncentrales van het land – die buiten werking zijn gesteld na de aardbeving in Oost-Japan van 2011 – en de zwakke yen heeft geleid tot een hoge rekening voor de import van olie en gas.

De opleving van de Japanse groei doet zich voor in een tijd van toenemende economische onzekerheid in een groot deel van de opkomende landen. De handelsstatistieken van Japan voor mei duiden er bijvoorbeeld op dat de export naar de Verenigde Staten op jaarbasis met dubbele cijfers is gegroeid naar zo'n ¥5,1 bln, terwijl de export naar China slap was en op ¥4,8 uitkwam. De Verenigde Staten zijn China voorbijgestreefd als de voornaamste exportmarkt van Japan, nu ook de Amerikaanse economie zich herstelt van een vijf jaar durende inzinking.

https://prosyn.org/m3DwduOnl