BELMOPAN – De Summit for a New Global Financing Pact van de Franse president Emmanuel Macron, die deze week in Parijs wordt gehouden, is een historische kans om diepgaande financiële hervormingen door te voeren die ontwikkeling bevorderen en de strijd tegen de klimaatverandering een steun in de rug geven. Maar de focus van de top – klimaat, ontwikkeling en schuld – lijkt iets te missen: de natuur.
Het ongekende verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van het milieu vormen een existentieel risico voor al het leven op aarde, door de uitputting van natuurlijke hulpbronnen (waaronder water), de verstoring van de bodemvorming en dus van de voedselproductie, langere hersteltijden na natuurrampen en mogelijk klimaat- en grondstoffenconflicten. Volgens het World Economic Forum zijn het klimaat en het milieu verantwoordelijk voor zes van de tien grootste mondiale risico’s het komende decennium.
De ontwikkelingslanden hebben deze risico’s niet veroorzaakt, maar ze betalen wel de prijs: ze moeten interventies financieren om de klimaat- en biodiversiteitscrises te helpen verzachten, terwijl ze ook moeten betalen om het verlies en de schade aan te pakken die deze met elkaar verweven crises met zich meebrengen.
Toch zitten deze landen al aan de grenzen van hun begrotingsruimte, niet in de laatste plaats omdat de renteverhogingen in de geavanceerde economieën en de herbeprijzing van risico’s de kosten van de schuldendienst hebben opgedreven. Daardoor hebben ze vaak geen toegang tot betaalbare financiering.
Er worden pogingen gedaan om dit systemische probleem aan te pakken. Een opmerkelijk voorbeeld is het Bridgetown Initiative van premier Mia Amor Mottleyvan Barbados, dat tot doel heeft meer fiscale ruimte te creëren voor ontwikkeling, klimaatmitigatie en -adaptatie, en de dekking van verlies en schade. Maar er moet meer worden gedaan. In feite moet het mondiale financiële systeem helemaal opnieuw worden ontworpen.
De komende top in Parijs moet onmiddellijk een geloofwaardig hervormingsplan opleveren, dat is afgestemd op de behoeften van de natuur. Tegelijkertijd moeten multilaterale ontwikkelingsbanken de natuur centraal stellen in hun activiteiten. Het Global Biodiversity Framework, dat afgelopen december werd overeengekomen tijdens de VN-biodiversiteitsconferentie in Montreal, verplicht hen om ervoor te zorgen dat hun portefeuilles zowel natuurpositief zijn als afgestemd op het klimaatverdrag van Parijs uit 2015.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Er moet speciale aandacht worden besteed aan het opschalen van bewezen oplossingen, zoals ‘debt-for-nature swaps.’ Dergelijke ‘swaps’ – in het bijzonder de ‘blauwe obligaties’ die door The Nature Conservancy zijn geïntroduceerd – stellen een land in staat zijn schuld te herfinancieren tegen gunstigere voorwaarden, en de opbrengsten te gebruiken voor de bescherming van de biodiversiteit en aanpassing aan de klimaatverandering. Dit leidt tot hogere uitgaven voor natuurbehoud of groene investeringen en een kleinere – of in ieder geval geen grotere – schuldenlast.
In 2021 kon Belize dankzij een schuldomzettingsovereenkomst van 364 miljoen dollar met The Nature Conservancy zijn schuld verlagen met ongeveer twaalf procent van het bbp, terwijl er over een periode van twintig jaar naar schatting 180 miljoen dollar aan duurzame langetermijnfinanciering voor natuurbehoud vrijkwam. De overeenkomst omvatte ook een toezegging van Belize om dertig procent van zijn maritieme grondgebied te beschermen.
Vorig jaar stelde een soortgelijke overeenkomst – waarbij The Nature Conservancy en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank betrokken waren – de regering van Barbados in staat om honderdvijftig miljoen dollar aan schulden om te zetten, eveneens in ruil voor een toezegging om ongeveer dertig procent van zijn maritieme grondgebied te beschermen. En onder ’s werelds grootste schuld-voor-natuur-overeenkomst, die vorige maand werd bereikt, zet Ecuador 1,6 miljard dollar aan schulden om in twaalf miljoen dollar per jaar voor het behoud van de Galapagoseilanden.
‘Debt-for-nature swaps’ zijn geen wondermiddel; ze elimineren niet de behoefte aan subsidies, concessionele financiering en andere leningen, of particuliere investeringen. Toezeggingen van donoren moeten nog steeds worden nagekomen: de rijke landen hebben hun belofte uit 2009 om tegen 2020 jaarlijks honderd miljard dollar aan klimaatfinanciering aan ontwikkelingslanden te verstrekken, nog niet waargemaakt.
De rijke landen zijn er ook niet in geslaagd om voldoende particuliere investeringen te mobiliseren. Meer kredietverbetering, bijvoorbeeld door garanties van derden, zou het investeringsrisico (en dus de leenkosten van schuldemittenten) verlagen, waardoor landen tegelijkertijd hun schuldenlast kunnen verlagen en particuliere financiering voor klimaat- en natuurinvesteringen kunnen aantrekken.
Niettemin kunnen ‘debt-for-nature swaps’ een belangrijke bijdrage leveren aan de aanpak van de drievoudige uitdaging van hoge schulden, de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies in lage- en middeninkomenslanden. Zowel de Sustainable Debt Coalition, die werd opgericht en gesteund door de Afrikaanse ministers van Financiën tijdens de VN-conferentie over klimaatverandering (COP27) vorig jaar, als de V20-groep van klimaatgevoelige landen hebben opgeroepen tot een groter gebruik van deze en andere innovatieve instrumenten.
Het goede nieuws is dat de institutionele architectuur die nodig is om op grote schaal en met meer actoren ‘debt-for-nature swaps’ na te streven, al grotendeels voorhanden is. Wat nu nodig is, is de bereidheid van de aandeelhouders en daadkracht van de bestuurders om ontwikkelingsfinancieringsinstellingen beter in staat te stellen garanties te bieden voor de uitgifte van staatsobligaties in verband met klimaat- en natuurinvesteringen.
De top in Parijs kan de aanzet geven tot vooruitgang door de internationale financiële instellingen op één lijn te brengen als het gaat om mechanismen om schuldconversies te garanderen, en door een pakket hervormingen te presenteren om de effectiviteit en efficiëntie van dergelijke conversies te vergroten vóór de VN-conferentie over klimaatverandering (COP28), die op 30 november begint. Financiële hervormingen die geen rekening houden met de natuur zullen op de lange termijn onhoudbaar blijken.
‘Debt-for-nature swaps’ zijn niet langer alleen maar een haalbare economische optie; zij vormen nu ook een reddingslijn voor onze planeet. Maar als we die reddingslijn niet vastgrijpen, is dat binnenkort misschien niet meer mogelijk.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Despite the apparent resilience of Russia's economy, Vladimir Putin’s full-scale war against Ukraine comes at a high economic cost. Not only does it require today’s Russians to live a worse life than they otherwise would have done; it also condemns future generations to the same.
explains the apparent resilience of growth and employment in the face of increasingly tight sanctions.
BELMOPAN – De Summit for a New Global Financing Pact van de Franse president Emmanuel Macron, die deze week in Parijs wordt gehouden, is een historische kans om diepgaande financiële hervormingen door te voeren die ontwikkeling bevorderen en de strijd tegen de klimaatverandering een steun in de rug geven. Maar de focus van de top – klimaat, ontwikkeling en schuld – lijkt iets te missen: de natuur.
Het ongekende verlies aan biodiversiteit en de achteruitgang van het milieu vormen een existentieel risico voor al het leven op aarde, door de uitputting van natuurlijke hulpbronnen (waaronder water), de verstoring van de bodemvorming en dus van de voedselproductie, langere hersteltijden na natuurrampen en mogelijk klimaat- en grondstoffenconflicten. Volgens het World Economic Forum zijn het klimaat en het milieu verantwoordelijk voor zes van de tien grootste mondiale risico’s het komende decennium.
De ontwikkelingslanden hebben deze risico’s niet veroorzaakt, maar ze betalen wel de prijs: ze moeten interventies financieren om de klimaat- en biodiversiteitscrises te helpen verzachten, terwijl ze ook moeten betalen om het verlies en de schade aan te pakken die deze met elkaar verweven crises met zich meebrengen.
Toch zitten deze landen al aan de grenzen van hun begrotingsruimte, niet in de laatste plaats omdat de renteverhogingen in de geavanceerde economieën en de herbeprijzing van risico’s de kosten van de schuldendienst hebben opgedreven. Daardoor hebben ze vaak geen toegang tot betaalbare financiering.
Er worden pogingen gedaan om dit systemische probleem aan te pakken. Een opmerkelijk voorbeeld is het Bridgetown Initiative van premier Mia Amor Mottleyvan Barbados, dat tot doel heeft meer fiscale ruimte te creëren voor ontwikkeling, klimaatmitigatie en -adaptatie, en de dekking van verlies en schade. Maar er moet meer worden gedaan. In feite moet het mondiale financiële systeem helemaal opnieuw worden ontworpen.
De komende top in Parijs moet onmiddellijk een geloofwaardig hervormingsplan opleveren, dat is afgestemd op de behoeften van de natuur. Tegelijkertijd moeten multilaterale ontwikkelingsbanken de natuur centraal stellen in hun activiteiten. Het Global Biodiversity Framework, dat afgelopen december werd overeengekomen tijdens de VN-biodiversiteitsconferentie in Montreal, verplicht hen om ervoor te zorgen dat hun portefeuilles zowel natuurpositief zijn als afgestemd op het klimaatverdrag van Parijs uit 2015.
Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.
Subscribe Now
Er moet speciale aandacht worden besteed aan het opschalen van bewezen oplossingen, zoals ‘debt-for-nature swaps.’ Dergelijke ‘swaps’ – in het bijzonder de ‘blauwe obligaties’ die door The Nature Conservancy zijn geïntroduceerd – stellen een land in staat zijn schuld te herfinancieren tegen gunstigere voorwaarden, en de opbrengsten te gebruiken voor de bescherming van de biodiversiteit en aanpassing aan de klimaatverandering. Dit leidt tot hogere uitgaven voor natuurbehoud of groene investeringen en een kleinere – of in ieder geval geen grotere – schuldenlast.
In 2021 kon Belize dankzij een schuldomzettingsovereenkomst van 364 miljoen dollar met The Nature Conservancy zijn schuld verlagen met ongeveer twaalf procent van het bbp, terwijl er over een periode van twintig jaar naar schatting 180 miljoen dollar aan duurzame langetermijnfinanciering voor natuurbehoud vrijkwam. De overeenkomst omvatte ook een toezegging van Belize om dertig procent van zijn maritieme grondgebied te beschermen.
Vorig jaar stelde een soortgelijke overeenkomst – waarbij The Nature Conservancy en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank betrokken waren – de regering van Barbados in staat om honderdvijftig miljoen dollar aan schulden om te zetten, eveneens in ruil voor een toezegging om ongeveer dertig procent van zijn maritieme grondgebied te beschermen. En onder ’s werelds grootste schuld-voor-natuur-overeenkomst, die vorige maand werd bereikt, zet Ecuador 1,6 miljard dollar aan schulden om in twaalf miljoen dollar per jaar voor het behoud van de Galapagoseilanden.
‘Debt-for-nature swaps’ zijn geen wondermiddel; ze elimineren niet de behoefte aan subsidies, concessionele financiering en andere leningen, of particuliere investeringen. Toezeggingen van donoren moeten nog steeds worden nagekomen: de rijke landen hebben hun belofte uit 2009 om tegen 2020 jaarlijks honderd miljard dollar aan klimaatfinanciering aan ontwikkelingslanden te verstrekken, nog niet waargemaakt.
De rijke landen zijn er ook niet in geslaagd om voldoende particuliere investeringen te mobiliseren. Meer kredietverbetering, bijvoorbeeld door garanties van derden, zou het investeringsrisico (en dus de leenkosten van schuldemittenten) verlagen, waardoor landen tegelijkertijd hun schuldenlast kunnen verlagen en particuliere financiering voor klimaat- en natuurinvesteringen kunnen aantrekken.
Niettemin kunnen ‘debt-for-nature swaps’ een belangrijke bijdrage leveren aan de aanpak van de drievoudige uitdaging van hoge schulden, de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies in lage- en middeninkomenslanden. Zowel de Sustainable Debt Coalition, die werd opgericht en gesteund door de Afrikaanse ministers van Financiën tijdens de VN-conferentie over klimaatverandering (COP27) vorig jaar, als de V20-groep van klimaatgevoelige landen hebben opgeroepen tot een groter gebruik van deze en andere innovatieve instrumenten.
Het goede nieuws is dat de institutionele architectuur die nodig is om op grote schaal en met meer actoren ‘debt-for-nature swaps’ na te streven, al grotendeels voorhanden is. Wat nu nodig is, is de bereidheid van de aandeelhouders en daadkracht van de bestuurders om ontwikkelingsfinancieringsinstellingen beter in staat te stellen garanties te bieden voor de uitgifte van staatsobligaties in verband met klimaat- en natuurinvesteringen.
De top in Parijs kan de aanzet geven tot vooruitgang door de internationale financiële instellingen op één lijn te brengen als het gaat om mechanismen om schuldconversies te garanderen, en door een pakket hervormingen te presenteren om de effectiviteit en efficiëntie van dergelijke conversies te vergroten vóór de VN-conferentie over klimaatverandering (COP28), die op 30 november begint. Financiële hervormingen die geen rekening houden met de natuur zullen op de lange termijn onhoudbaar blijken.
‘Debt-for-nature swaps’ zijn niet langer alleen maar een haalbare economische optie; zij vormen nu ook een reddingslijn voor onze planeet. Maar als we die reddingslijn niet vastgrijpen, is dat binnenkort misschien niet meer mogelijk.
Vertaling: Menno Grootveld