De voorwaarden voor niet-conventionele monetaire beleidsmaatregelen

PARIS – De wijdverbreide introductie van niet-conventionele monetaire beleidsmaatregelen door de grote centrale banken is kenmerkend geweest voor de mondiale financiële crisis. We hebben onder meer krachtiger kredietsteun gezien, versoepeling van de kredietvoorwaarden, 'kwantitatieve versoepeling' (het opkopen van staatsobligaties), interventies op de valuta- en effectenmarkten en liquiditeitsinjecties – om maar een paar van de genomen maatregelen te noemen.

Sommigen zien deze maatregelen als de voortzetting van het standaardbeleid met andere middelen. Als de nominale rente niet verder kan worden verlaagd, nemen de centrale banken hun toevlucht tot andere instrumenten om het monetair beleid vorm te geven. Ze zijn aan het einde van de weg gekomen en schakelen op hun vierwielaandrijving over: ze breiden hun balansen uit en geven liquiditeitsinjecties om de structuur van rentes en rendementen te beïnvloeden en op die manier de vraag te stimuleren. Maar als de centrale banken naar de gewone weg terugkeren – dwz: als ze de ongebruikelijke maatregelen loslaten – moeten ze eerst het niet-conventionele beleid ongedaan maken voordat ze de rente weer kunnen laten stijgen.

Ik wil graag een andere visie naar voren brengen. Stel dat de belangrijkste rentetarieven zijn vastgesteld op niveau's die toereikend geacht worden om de prijsstabiliteit in stand te houden, op grond van een reguliere, samenhangende inschatting van de economische en monetaire omstandigheden. Volgens de gangbare praktijk kunnen de rentetarieven dan positief zijn, dichtbij nul staan of zelfs nul procent bedragen.

https://prosyn.org/bJtvtRCnl