obama biden signing financial recovery act Charles Ommaney/Getty Images

Seculiere stagnatie is geen verzinsel

CAMBRIDGE – Joseph Stiglitz heeft onlangs de relevantie van seculiere stagnatie voor de Amerikaanse economie van de hand gewezen en al doende (zonder mijn naam te noemen) mijn werk tijdens de ambtstermijnen van de presidenten Bill Clinton en Barack Obama aangevallen. Ik ben geen belangeloze toeschouwer, maar dit is niet de eerste keer dat ik het politieke commentaar van Stiglitz net zo zwak vind als ik zijn theoretisch-wetenschappelijke werk hoog acht.

Stiglitz klinkt als conservatieven als John Taylor wanneer hij suggereert dat seculiere stagnatie een fatalistische doctrine was die werd uitgevonden om in een excuus te voorzien voor de slechte economische prestaties tijdens het presidentschap van Obama. Dat klopt gewoon niet. De theorie van seculiere stagnatie, zoals die naar voren is gebracht door Alvin Hansen en door mij is overgenomen, houdt in dat de private economie wellicht niet in staat is na een stevige inzinking op eigen kracht de weg terug te vinden naar volledige werkgelegenheid, zodat overheidsbeleid van cruciaal belang wordt. Ik denk dat dit ook is wat Stiglitz meent, dus ik begrijp zijn aanvallen niet.

In al mijn bijdragen over seculierestagnatie heb ik onderstreept dat het geen pleidooi was voor een of ander soort fatalisme, maar eerder voor beleid dat de vraag aanjaagt, vooral via het laten groeien van de begroting. In 2012 betoogdenBrad DeLong en ik dat een dergelijke begrotingsexpansie zichzelf zeer waarschijnlijk weer zou terugverdienen. Ik onderstreepte ook de rol van de toenemende ongelijkheid bij het toenemen van de besparingen en de rol van structurele veranderingen in de richting van de vermindering van de massaproductie bij het verminderen van de vraag.

https://prosyn.org/yS0MlGfnl