skidelsky155_Christopher FurlongGetty Images_construction Christopher Furlong/Getty Images

De neoliberale mythe doorgeprikt

LONDEN – Over drie economische gevolgen van COVID-19 lijkt over het algemeen overeenstemming te bestaan. In de eerste plaats staat de ontwikkelde wereld op de drempel van een ernstige recessie. In de tweede plaats zal er geen sprake zijn van een automatisch V-vormig herstel. En in de derde plaats zullen overheden derhalve hun nationale economieën voor onbepaalde tijd moeten ʻondersteunen.ʼ Maar ondanks deze consensus is weinig aandacht besteed aan de vraag wat de aanhoudende afhankelijkheid van staatssteun zal betekenen voor de relatie tussen de staat en de kapitalistische economie.

Het voornaamste obstakel voor een dergelijke manier van denken is de diepgewortelde notie dat de staat zich niet mag bemoeien met de kapitaalallocatie op de langere termijn. De orthodoxe economische theorie houdt in dat overheidsinvesteringen noodzakelijkerwijs minder efficiënt zijn dan private investeringen. Als vervolgens een te zeer vereenvoudigde logica wordt toegepast leidt dit tot de conclusie dat praktisch alle investeringsbeslissingen aan de particuliere sector moeten worden overgelaten.

De twee gebruikelijke uitzonderingen op deze regel zijn ʻpubliekeʼ goederen als straatverlichting, die particuliere firmaʼs doorgaans niet zo graag leveren, en ʻessentiëleʼ goederen als defensie, die onder nationale controle gehouden moeten worden. In alle andere gevallen, zo luidt het betoog, moet de staat particuliere ondernemingen toestaan investeringsprojecten te selecteren die beantwoorden aan de individuele consumentenvoorkeuren. Als de staat haar eigen keuzes in de plaats zou stellen van zulke rationele, op de markt gebaseerde allocaties, zouden activiteiten met een hogere waarde worden ʻweggedrukt,ʼ zouden ʻgegarandeerde mislukkingenʼ een kans krijgen en zou de groei worden belemmerd.

https://prosyn.org/iH4LPYonl