antibiotics David Poller/ZumaPress

Samenwerken in strijd tegen resistente bacteriën onontbeerlijk

LONDEN – De huidige antibiotica worden steeds minder effectief, niet alleen in het gevecht tegen gewone ziekten als longontsteking en urinewegontstekingen, maar ook bij het behandelen van een hele reeks infecties, zoals tuberculose en malaria, die opnieuw het risico lopen ongeneeslijk te worden. Nu de leiders van de landen van de G-7 in een recente gezamenlijke verklaring hebben toegezegd de 'anti-microbiële resistentie' (AMR) te zullen gaan aanpakken, is het tijd dat de omvangrijker G-20 – en China, dat deze groepering voor het eerst zal voorzitten – de strijd naar een hoger niveau tillen.

Iedereen zal last hebben van het onvermogen om iets aan AMR te doen, ongeacht nationaliteit of het ontwikkelingspeil van het land. In 2050 zouden als gevolg van AMR wel eens tien miljoen mensen per jaar kunnen overlijden, tegen zo'n 700.000 mensen vandaag de dag. In zowel China als India zouden tegen die tijd ongeveer één miljoen patiënten kunnen wonen. Op dat moment zou naar schatting al $100 bln aan mondiaal bbp verloren zijn gegaan.

Geen enkele strategie van de G-7, hoe goed bedacht ook, heeft enige kans van slagen als de rest van de internationale gemeenschap zich afzijdig houdt. Infecties verspreiden zich doordat mensen die ze met zich meedragen rondreizen, maar dat geldt net zo goed voor de resistentie, wat betekent dat de enige oplossing voor AMR een gezamenlijke is. Dat is de reden dat de lidstaten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) hebben ingestemd met de tenuitvoerlegging van een 'mondiaal actieplan tegen AMR,' en een beroep hebben gedaan op de Verenigde Naties om in 2016 een conferentie van politieke leiders op hoog niveau bijeen te roepen.

https://prosyn.org/hAqUuhonl