okonjoiweala30_Joe RaedleGetty Images_vaccines Joe Raedle/Getty Images

De trage reactie op mpox (apenpokken) is een nieuwe pandemische waarschuwing

NEW YORK – Het voelt als een film die we al gezien hebben. Een nieuwe virusstam doodt mensen in enkele van de armste landen ter wereld en hoewel er vaccins tegen de ziekteverwekker bestaan, zorgen productietekorten en belemmeringen in de regelgeving ervoor dat ze de mensen in nood niet bereiken.

De reactie op de uitbraak van mpox (apenpokken) in Centraal-Afrika duidt erop dat we geen lering hebben getrokken uit COVID-19, toen de ongelijke toegang tot vaccins de duur van de pandemie verlengde en de economische gevolgen verergerde. Nog verontrustender is dat het laat zien hoe onvoorbereid we zijn op een nieuwe wereldwijde gezondheidscrisis.

Er zijn echter twee positieve kanten. De eerste is een kwestie van geluk. Terwijl het coronavirus heel makkelijk werd overgedragen omdat het zich door de lucht verspreidde, verspreidt mpox zich veel langzamer via nauw contact, waardoor de tol beperkt is gebleven. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) telt ongeveer honderdduizend bevestigde gevallen van mpox sinds januari 2022, en de Afrikaanse centra voor ziektebestrijding en -preventie melden 724 sterfgevallen door mpox in 2024.

In de tweede plaats biedt deze crisis een kans. Door samen te werken om de blokkades voor de mpox-respons weg te nemen, kunnen regeringen, internationale organisaties en de biofarmaceutische sector zich beter voorbereiden op toekomstige ziekteverwekkers. De makkelijkste obstakels om op te ruimen zijn regels die het moeilijker maken om vaccins te produceren en te verspreiden.

Mpox-vaccins werden goedgekeurd in de Europese Unie, Japan, de Verenigde Staten en Canada, na een uitbraak in 2022. Maar in de Democratische Republiek Congo (DRC), het land dat het hardst werd getroffen door de uitbraak die vorig jaar begon, keurden de toezichthoudende instanties pas in juni de mpox-vaccins goed, wat een extra hindernis vormde voor de inkomende gedoneerde vaccins.

Veel lageinkomenslanden vertrouwen op de WHO om de veiligheid en werkzaamheid van vaccins te beoordelen, en de goedkeuring van de WHO is ook nodig voor Gavi en UNICEF om op grote schaal vaccins te kunnen bestellen en distribueren. Ondanks het harde werk van de WHO verhinderden de regels van de organisatie om mpox tot noodsituatie te verklaren en noodgebruik van mpox-vaccins toe te staan tot half augustus, toen de verspreiding van de ziekte haar tot een internationaal probleem voor de volksgezondheid had gemaakt.

De verklaring van de WHO maakte de weg vrij voor UNICEF om een aanbesteding uit te schrijven voor maximaal twaalf miljoen doses tot 2025. Tegelijkertijd werkte de WHO samen met fabrikanten en toezichthoudende instanties om de gegevens te verzamelen die nodig zijn voor een volledige ‘prekwalificatie’ van mpox-vaccins (die ook betrekking heeft op niet-spoedeisend gebruik). De eerste hiervan werd toegekend op 13 september en een paar dagen later bereikte Gavi een overeenkomst met de fabrikant, het Deense Bavarian Nordic, om vijfhonderdduizend doses te kopen voor levering dit jaar.

Om dergelijke vertragingen in toekomstige noodsituaties te voorkomen, moeten landen beter voorbereid zijn om vaccins te ontvangen. Regeringen zouden kunnen beginnen met het erkennen van wettelijke goedkeuringen door andere landen, en ze kunnen de onderhandelingen over een voorgestelde WHO Pandemic Agreement gebruiken om nationale en regionale toezichthouders en de WHO nieuwe instrumenten te geven om goedkeuringen te versnellen.

Soepele grensoverschrijdende handel is van vitaal belang in gezondheidscrises. Tijdens de COVID-19-pandemie hebben toeleveringsketens in meerdere landen geholpen om de productie en distributie van de dringend noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen, testkits en miljarden vaccindoses op te voeren. In 2021 was de wereldwijde handel in medische producten 1,5 biljoen dollar waard, een stijging van 29 procent ten opzichte van 2019, volgens gegevens van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Maar onderweg waren er ontwrichtingen, omdat diverse regeringen de export beperkten en de toegang tot vaccins afsneden voor veel landen die afhankelijk zijn van import.

Een ander probleem is het feit dat, tot de recente donatie van een miljoen doses mpox-vaccins door de Amerikaanse president Joe Biden, de DRC slechts een paar honderdduizend doses had ontvangen, hoewel het land ruim honderd miljoen inwoners heeft. Hier zien we een probleem dat verder gaat dan handelsbelemmeringen: er is veel te weinig vooruitgang geboekt in het diversifiëren van de vaccinproductie en het opbouwen van extra productiecapaciteit.

Vóór de COVID-19 pandemie kwam tachtig procent van de wereldexport van vaccins uit slechts tien landen, wat betekende dat exportbeperkingen in slechts een paar van die landen voldoende waren om de wereldwijde bevoorrading te verstoren. Het decentraliseren van de productie van vaccins en diagnostica naar meer ontwikkelingslanden zou helpen om de voorraden schokbestendig te maken. Maar dit vereist actie op meerdere fronten door overheden, internationale organisaties en de private sector.

Intellectuele eigendom (IP) is één front. Tijdens de pandemie bereikten de WTO-lidstaten een zwaar bevochten besluit over de intellectuele eigendom van het COVID-19-vaccin, dat hulpmiddelen biedt om de productiecapaciteit te diversifiëren. Voor mpox en toekomstige gezondheidsbedreigingen hebben farmaceutische bedrijven de verantwoordelijkheid om proactief te zijn. Door zich voor te bereiden op het sluiten van vrijwillige overeenkomsten met potentiële partners, kunnen ze de productie waar nodig snel wereldwijd opschalen. Aangezien de Medicines Patent Pool een bewezen staat van dienst heeft in het faciliteren van dergelijke overeenkomsten, moeten we ons richten op het nog beter laten werken van deze aanpak.

De ontwikkelingslanden moeten er op hun beurt voor zorgen dat hun wet- en regelgevende kaders klaar zijn om lokale of regionale productie te ondersteunen, hetzij door vrijwillige licenties van octrooihouders, hetzij door gebruik te maken van de flexibiliteit in de IP-regels van de WTO. De WTO, de WHO en de Wereldorganisatie voor Intellectueel Eigendom kunnen regeringen op dit gebied helpen.

Maar IP is niet het enige probleem. Regeringen moeten het ook eens worden over de locatie van regionale productiecentra om schaalvoordelen mogelijk te maken. De inspanningen van de Regionalized Vaccine Manufacturing Collaborative om de productie van vaccins regionaal te organiseren en op te schalen, kunnen regeringen hierbij helpen. Nieuwe productiefaciliteiten in Afrika en elders hebben een aanhoudende vraag nodig om te kunnen blijven functioneren. De gezamenlijke inkoopaanpak die de African Vaccine Acquisition Trust tijdens de COVID-19-pandemie heeft ingevoerd, is een stap in de goede richting. In de toekomst zou het Pandemic Fund van de Wereldbank kunnen helpen bij de financiering van langetermijnaankopen, aangezien dit een investering in een mondiaal publiek goed zou zijn.

Tijdens de COVID-19-pandemie heeft het WTO-secretariaat samengewerkt met vaccinproducenten en regeringen van lidstaten om handelsgerelateerde knelpunten die de productie en distributie van vaccins belemmerden, te identificeren en aan te pakken. Wij staan klaar om ons steentje bij te dragen aan de bestrijding van mpox en andere bedreigingen in de toekomst. Regeringen, maatschappelijke organisaties en de private sector moeten ophouden langs elkaar heen te praten over deze kwesties en beginnen samen te werken.

https://prosyn.org/gDpWVZ9nl