Artistic image of paprika foregrounding a newspaper.

Afrika als graanschuur

KIGALI – Op de eerste Wereldvoedseldag in 1945 vierden mensen over de hele wereld de oprichting van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en de lancering van de eerste gecoördineerde mondiale actie om honger te bestrijden. Dit jaar, op de 70e Wereldvoedseldag, scharen landen zich achter de Sustainable Development Goals; één daarvan is om honger en ondervoeding in 2030 uitgeroeid te hebben, wat samen zou moeten gaan met de creatie van een veerkrachtiger en duurzamer voedselsysteem. Maar gaat dit lukken?

Met een snel groeiende wereldbevolking (naar een geschatte 8,5 miljard in 2030), de steeds duidelijker impact van klimaatverandering, en de slinkende hoeveelheid bebouwbaar land, kan niet ontkend worden dat het behalen van dit doel een enorme opgave zal worden. Maar voor Afrika, dat over 60% van het bebouwbare land van de wereld beschikt en over klimaten die gunstig zijn voor een gigantische variëteit aan gewassen, representeert het streven hiernaar een kans bij uitstek om voedselzekerheid voor Afrikanen te garanderen (een op de vier is ondervoed) en om zijn economie aan te zwengelen door een grote voedselexporteur te worden.

Alhoewel veel Afrikaanse economieën de afgelopen jaren een snelle groei hebben ervaren blijft de landbouwsector stilstaan. De Afrikaanse landbouw wordt nog immer gedomineerd door keuterboeren die geen toegang hebben tot productiviteitsbevorderende technologieën, zich voornamelijk concentreren op een beperkt aanbod aan producten, en nog steeds slecht verbonden zijn met de markt, de lichte industrie, en de economie in bredere zin. Afgezien van het ondermijnen van de voedselzekerheid – Afrika is nog steeds een grote voedselimporteur – draagt een lage landbouwproductiviteit bij aan armoede op het platteland, zelfs nu er een in veel Afrikaanse steden middenklasse opkomt.

Afrika kan en moet de graanschuur van de wereld worden. Maar om deze visie te verwerkelijken – en om dit op een duurzame manier voor het milieu te doen – moet zijn landbouwsector een regelrechte transformatie ondergaan die hogere financiële investeringen omvat, een aanzienlijke diversificatie van gewassen en betere verbindingen met de ontluikende stedelijke consumentenmarkten. Bovendien moet Afrika meer voedselproducten met toegevoegde waarde gaan produceren voor zowel interne consumptie als de export, en dan vooral naar landen als India en China, waar de vraag nog steeds groeit.

Van Europa en Noord-Amerika tot oost-Azië en Zuid-Amerika heeft agrarische vooruitgang  een cruciale voorbode bewezen te zijn van industriële ontwikkeling en een stijgende levensstandaard. Afrika heeft als extra voordeel dat het kan profiteren van technologieën waar andere regio’s op dat moment in hun landbouwontwikkeling geen beschikking over hadden, van kostenconcurrerende zonnestroom die niet aan het elektriciteitsnet verbonden is, tot manieren om grondkarakteristieken in kaart te brengen, watergebruik te reguleren, en de toegang van boeren tot accurate prijsinformatie te garanderen.

En er is al innovatie gaande. Rwanda werkt er bijvoorbeeld aan om landbouwondersteuning te verbinden met algemenere diensten zoals elektriciteit en onderwijs. En de boerengemeenschappen van het land pionieren in het opzetten van participatieve besluitvormingsstructuren voor de landbouwplanning en conflictoplossingsmechanismen om geschillen tussen telers op te lossen.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Om de landbouwinnovatie en modernisatie te ondersteunen moeten overheden aan boeren de eigendomsrechten van hun land garanderen en daarmee de stimulans om de benodigde investeringen te doen. De uitdaging ligt in het feit dat land in veel delen van Afrika gemeenschappelijk bezit is waarbij bijna iedereen in een dorp traditionele rechten op enige landbouwgrond heeft; een systeem dat landloosheid en armoede in plattelandsgebieden heeft weten te voorkomen. Gegeven dit feit moeten hervormingen om het grondgebruik meer compatibel met de moderne commerciële landbouw te maken rekening houden met lokale tradities en de eigendomsrechten van gemeenschappen en traditionele kleine landeigenaars respecteren.

Agrarische ontwikkeling kan natuurlijk ernstige valkuilen voor de hele economie met zich meebrengen die voorzichtig omzeild moeten worden. Nu door technologie gedreven productiviteitswinst het aantal op boerderijen benodigde arbeiders bijvoorbeeld doet dalen zijn strategieën om de werkgelegenheid in andere delen van de productieketen te bevorderen en om migratie naar steden te beheersen zelf nog essentiëler geworden.

Met een Afrikaanse plattelandsbevolking die al grotendeels te weinig werk heeft is er geen tijd te verliezen in de implementatie van zulke strategieën. Gelukkig is de grote Afrikaanse bevolking van steeds beter opgeleide jongeren, die grotendeels niet geïnteresseerd zijn in het uitputtende werk in de zelfvoorzienende landbouw, wel goed geschikt om banen met een hogere toegevoegde waarde die nu in de landbouwsector en daarbuiten ontstaan in te vullen.

Een andere potentiele valkuil van de landbouwontwikkeling is milieuschade, waaronder bodemaantasting, het delven van grondvoedingsstoffen, excessief watergebruik, en watervervuiling. Hier kan Afrika wederom profiteren van de ervaring en knowhow waar andere regio’s geen toegang toe hadden in dezelfde fase van hun landbouwontwikkeling. Door voort te borduren op de beste werkwijzen van andere landen – en door hun fouten te vermijden – kan Afrika een duurzaam landbouwsysteem ontwikkelen dat bij de Afrikaanse omstandigheden past.

Zo een systeem moet hoge prioriteit geven aan het beschermen van de biodiversiteit, en het over het hele continent - dat een aantal van ’s werelds rijkste ecosystemen herbergt - tot staan brengen van de opkomst van monoculturen. Overwegingen op het gebied van klimaatverandering – inclusief de verwachte kosten van beperking en aanpassing – moeten in het proces van het opwaarderen van de landbouw, inclusief de relevante infrastructuur, centraal staan.

Als puntje bij paaltje komt moet elk land zijn eigen route richting agrarische ontwikkeling uitstippelen. Maar samenwerking – al is het alleen maar om ideeën uit te wisselen en de beste werkwijzen te bewerkstelligen – kan dit proces aanzienlijk versnellen. Daarom zal het Afrikaanse Transformatie Forum komend jaar maart in Kigali leidende figuren uit Afrikaanse regeringen, het zakenleven, de wetenschap, en het maatschappelijk middenveld samenbrengen om praktische volgende stappen richting een agrarische transformatie in Afrika te bespreken, zowel als het bredere offensief richting de opbouw van mondiaal concurrerende economieën.

De Afrikaanse landbouwtransformatie zal een lang en complex proces worden. Maar deze heeft de potentie om regionale voedselzekerheid te garanderen, een bredere economische ontwikkeling te bevorderen, en uiteindelijk de wereld te voeden. Wij hebben er het volste vertrouwen in dat de Afrikaanse leiders deze uitdaging zullen aangaan.

Vertaling Melle Trap

https://prosyn.org/KlUJBjDnl