Vladimir Putin

Illiberale stagnatie

NEW YORK – Vandaag, een kwart eeuw na het einde van de Koude Oorlog, staan het Westen en Rusland opnieuw tegenover elkaar. Maar ditmaal draait het geschil – op z'n minst voor één van beide partijen – heel duidelijk om geopolitieke macht en niet om ideologie. Het Westen heeft op diverse manieren democratische bewegingen in de post-Sovjet-regio gesteund, en nauwelijks zijn enthousiasme verborgen voor de verschillende “kleuren”-revoluties waarbij langzittende dictators zijn vervangen door ontvankelijker leiders – hoewel die niet allemaal de toegewijde democraten zijn gebleken die zij pretendeerden te zijn.

Te veel landen van het voormalige Sovjet-blok zijn onder de hoede gebleven van autoritaire leiders, waaronder een paar, zoals de Russische president Vladimir Poetin, die hebben geleerd hoe ze een overtuigender verkiezingsfaçade overeind moeten houden dan hun communistische voorgangers. Zij verkopen hun systeem van “illiberale democratie” op basis van pragmatisme, en niet op grond van een of andere universele geschiedkundige theorie. Deze leiders beweren dat zij eenvoudigweg beter in staat zijn om dingen voor elkaar te krijgen.

Dat is zeker waar als het gaat om het opporren van nationalistische sentimenten en het smoren van afwijkende meningen. Maar zij zijn minder doeltreffend geweest in het bevorderen van de groei op de langere termijn. Ooit een van de twee supermachten van de wereld, heeft Rusland nu een bbp dat ongeveer 40% van dat van Duitsland en net iets meer dan 50% van dat van Frankrijk bedraagt. Qua levensverwachting bij geboorte staat het land op de 153e plaats van de wereldranglijst, nét achter Honduras en Kazachstan.

https://prosyn.org/WtD97n2nl