lwhite1_gettyimages_manlaptopgreenplants Getty Images

Ontwikkelingslanden kunnen leiders zijn op het gebied van de klimaatactie

LIBREVILLE – Toen Gabon het klimaatverdrag van Parijs van 2015 ratificeerde, was het echte werk nog maar net begonnen. De voornaamste uitdaging was het vinden van manieren om de natuurlijke omgeving van het land te beschermen en de toenemende klimaatcrisis aan te pakken, zonder de economische mogelijkheden voor de inwoners in te perken. Bijna vier jaar later begrijpen we de crisis waar we mee geconfronteerd worden beter, en is de noodzaak om de ontwikkeling van ons land in overeenstemming te brengen met de reactie op de klimaatcrisis urgenter dan ooit.

Ontwikkelingslanden zoals het onze kunnen niet hetzelfde ontwikkelingspad volgen dat de westerse economieën de afgelopen anderhalve eeuw hebben gevolgd. Wij kennen de ernstige gevolgen van de snelle industrialisering voor het mondiale klimaat en het milieu, dus we moeten een andere manier zien te vinden om onze levensstandaard te verbeteren.

Het is daarom alleen maar juist dat geavanceerde economieën de ontwikkelingslanden extra technologische en financiële steun bieden. Dat is immers de prijs voor onze gedeelde verantwoordelijkheid voor de planeet. Maar klimaatoplossingen zullen niet uitsluitend uit het Westen komen. Ontwikkelingslanden – inclusief Gabon – hebben ook een kans om deze transformatie te leiden.

Economische groei hoeft niet te conflicteren met bescherming van het milieu en verzachting van de klimaatverandering. De regering van Gabon wil de nationale uitstoot van broeikasgassen vóór 2025 terugdringen met minstens 50%. Als – respectievelijk – de ministers voor Bossen, Oceanen, Milieu en Klimaatverandering en het hoofd van de National Climate Council weten we dat het rentmeesterschap van de regenwouden, die bijna negen-tiende van het land bedekken, ons zal helpen dit doel te bereiken. Maar we weten ook dat onze bossen en natuurlijke rijkdommen van cruciaal belang zijn voor onze economische en sociale ontwikkeling.

Hoe kan Gabon deze schijnbaar tegenstrijdige doelstellingen met elkaar verzoenen? Hoe kunnen we onze landbouw- en bosbouwsectoren ontwikkelen, die van cruciaal belang zijn voor de uitbreiding van de voedselzekerheid en het diversifiëren van onze economie, als we ook willen voldoen aan onze internationale klimaatverplichtingen en de bescherming van Gabons rijke biodiversiteit? Het antwoord is gelegen in het intelligent plannen en het terugdringen van verkwistende schade, zodat onze bossen en gronden kunnen dienen als een natuurlijke rem op de klimaatverandering en een basis voor duurzame ontwikkeling.

Gabon wil het grootste deel van zijn klimaatverplichtingen verwezenlijken door verbeterde bosbouwpraktijken, zodat de koolstofdioxide-emissies omlaag gebracht kunnen worden terwijl de houtproductie op peil wordt gehouden. Samen met The Nature Conservancy, het Central African Forest Initiative (CAFI) en de Forest Carbon Partnership Facility lanceert de regering een omvangrijk initiatief om de bijdrage van de houtkap aan de klimaatverandering en het biodiversiteitsverlies terug te dringen.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

In 2017  hebben we een onderzoek uitgevoerd om de impact van bestaande houtkap-praktijken te kunnen kwantificeren. De komende twaalf maanden zullen we met concessie-managers bekijken welke verbeteringen we kunnen doorvoeren, zoals het versmallen van wegen, het terugdringen van overtollige houtkap, en het gebruik maken van apparatuur met een lage impact. We zullen dan een follow-up-onderzoek doen om het effect van de veranderingen te meten.

Uit het jongste onderzoek blijkt dat terwijl bij selectieve houtkap doorgaans 11 tot 33 procent van het resterende bos beschadigd wordt, een goed beheerd bos tot 96% van zijn koolstofopslag en 85% of meer van zijn biodiversiteit kan behouden. Door deze reducties van de impact te kwantificeren kunnen we bijdragen aan onze gedeelde klimaatverplichtingen op grond van het verdrag van Parijs, en aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties.

Door een duurzamere en meer klimaatvriendelijke houtkapindustrie te ontwikkelen kan Gabon het goede voorbeeld geven. Wij begrijpen de economische imperatieven van sectoren die helpen de levensstandaard te verhogen. Maar wij beseffen ook dat als we er niet in slagen onze bossen en natuurlijke landschappen te beschermen, we de doelstellingen van het akkoord van Parijs niet zullen verwezenlijken. Bovendien zullen de economische voordelen slechts van korte duur zijn.

Hoewel drastische reducties van het gebruik van fossiele brandstoffen essentieel zijn, kunnen we een klimaatcrisis alleen maar voorkomen als we het vermogen van de natuur vergroten om de opwarming van de aarde te bestrijden. Dit betekent dat we het vermogen van tropische regenwouden moeten benutten om de CO2 te absorberen die al is uitgestoten. Dergelijke natuurlijke oplossingen kunnen in potentie een derde van het antwoord op de klimaatverandering vormen dat we in 2030 nodig hebben om de opwarming van de aarde onder de drempel te houden waar het verdrag van Parijs op mikt.

In feite bevindt Gabon zich in het hart van een Centraal-Afrikaans powerhouse als het gaat om de opslag van koolstofdioxide. In 2015 hebben Gabon en vijf buurlanden het CAFI opgericht, met het doel de waarde van de bossen in de regio te onderkennen en te beschermen. Deze bossen vormen tezamen het op één na grootste tropische regenwoud op aarde, waarin 70 gigaton koolstofdioxide is opgeslagen en dat voorziet in het levensonderhoud van 60 miljoen mensen. Het Kongobekken mag dan slechts een derde van de omvang van het Amazone-regenwoud hebben, er ligt 60% van de hoeveelheid koolstofdioxide die het Amazone-bekken vasthoudt in opgeslagen, en de jaarlijkse hoeveelheid koolstofdioxide die erdoor wordt geabsorbeerd is relatief hoger. Het CAFI tracht momenteel op eerdere successen voort te bouwen door ambitieuzere verplichtingen aan te gaan, de coördinatie tussen bestaande initiatieven te verbeteren, en nieuwe partners en donoren binnen te brengen.

We zijn bemoedigd door de vooruitgang die we boeken in Gabon en in het Kongobekken in zijn geheel. De regeringen van ontwikkelingslanden moeten voortbouwen op dit succes en blijven leiden door het goede voorbeeld te geven via hun inspanningen om de klimaatverandering te bestrijden, weerbaarheid op te bouwen en duurzame ontwikkeling te bevorderen.

In dit opzicht is de recente overeenkomst tussen Noorwegen en Gabon, gefaciliteerd door het CAFI, een belangrijke stap in de goede richting. Op basis van deze tienjarige overeenkomst zal Noorwegen Gabon een bodemprijs betalen van $10 per gecertificeerde ton vermindering van de broeikasgasemissies, veroorzaakt door ontbossing en achteruitgang van de bossen, en per geabsorbeerde ton CO2 door deze bossen.

Gezamenlijk kunnen we echter nog steeds veel méér doen om bossen te beschermen en zich te laten herstellen, teneinde de klimaatverandering te bestrijden. Te veel beleidsmakers koesteren nog steeds de misvatting dat economische ontwikkeling en klimaatactie onverenigbaar zijn. Dat is niet het geval, zoals wij in Gabon bewijzen. Maar totdat meer regeringen zich bij ons aansluiten, zal de wereld tekort blijven schieten als het gaat om haar klimaatverplichtingen.

De gevolgen van klimaatverandering worden niet beperkt door nationale grenzen. Slechts een werkelijk mondiale inspanning om de emissies terug te dringen en de opslag van koolstofdioxide te bevorderen zal ons in staat stellen een nog ernstiger klimaatcrisis te voorkomen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/PU3Tutnnl