sauvant8_GettyImages Getty Images

FDI moet onderdeel worden van de G20 Agenda

NEW YORK – Terwijl de wereld veel aandacht heeft voor de economische schade die teweeg wordt gebracht door de handelsoorlogen van de Amerikaanse president Donald Trump, wordt de tweelingzuster van de mondiale handel – de directe buitenlandse investeringen (Foreign Direct Investments, kortweg FDI) – grotendeels over het hoofd gezien. En toch maakt het, nu de FDI-stromen in 2017 op $1,43 bln worden geschat – bovenop de $28 bln die al is geïnvesteerd –, heel wat uit hoe deze stromen worden beheerd.

Internationale investeringen zijn voor veel landen een belangrijke bron van externe financiering geworden; met name voor ontwikkelingslanden kunnen de FDI de officiële ontwikkelingshulp met een forse marge overtreffen. Maar als de FDI een betekenisvolle bijdrage willen leveren aan de economische groei en de duurzame ontwikkeling, moeten de bestaande stromen nóg groter worden. Om dat te laten gebeuren heeft het internationale beleggingsbeleid behoefte aan betere coördinatie. We geloven dat de G20 het beste forum is om dit proces te faciliteren.

Het huidige FDI-raamwerk – een rommeltje van ruim 3000 overeenkomsten – is ontoereikend om het beleggingsniveau te bereiken dat nodig is om in het jaar 2030 aan de Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, SDGs) van de VN te kunnen voldoen. Een paar van de grootste economieën van de wereld moedigen binnenlandse bedrijven bijvoorbeeld aan om hun activiteiten terug te halen naar eigen land en daar te investeren. Veel landen vergroten ook de controles op binnenkomende FDI; zij passen striktere screeningen toe op fusies en overnames, en eisen toegang tot elkaars wederzijdse markten in ruil voor investeringen.

Bovendien heeft een toename van het aantal rechtszaken dat door buitenlandse investeerders tegen gastlanden is aangespannen geleid tot druk op de pogingen om de mechanismen voor het beslechten van geschillen te verbeteren, terwijl sommige landen zich helemaal uit de mondiale arbitragecentra terugtrekken.

Als deze trends niet worden gekeerd, kan het gevolg zijn dat er sprake zal zijn van een afname van de FDI-stromen, en wellicht zelfs van de opkomst van “investeringsoorlogen,” voortvloeiend uit de overmatige politisering van de goedkeuring van buitenlandse investeringen. Toch zijn grotere investeringsstromen duidelijk nodig om de mondiale ontwikkelingsdoelstellingen te kunnen verwezenlijken; wat minder duidelijk is, is hoe je dat voor elkaar krijgt.

Anders dan het mondiale handelssysteem beschikt het internationale investeringsregime momenteel niet over een multilaterale organisatie om de regelgeving te faciliteren, beleidsontwikkelingen te monitoren, of te bemiddelen bij geschillen. Maar er zou wel zo'n organisatie in stelling gebracht kunnen worden, en de G20 is de verstandigste plek om te beginnen. Op z'n minst kan de G20 de juiste mate van richtinggeving bieden om te helpen bij het verder brengen van het FDI-beleid.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

De leden van de G20 nemen al tweederde van de mondiale FDI-stromen naar het buitenland voor hun rekening. Bovendien participeren ze al in de meeste investeringsverdragen, en gaat het net zozeer over ontwikkelde als over ontwikkelingslanden. Niet alleen is de G20 een belangrijk kanaal voor beleidsdialoog en coördinatie; de organisatie is ook zeer geschikt om de leiding te nemen bij inspanningen om belangrijke internationale investeringsproblemen aan te pakken.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit geen nieuw idee is. Tijdens China's voorzitterschap van de G20 in 2016 heeft de G20 bijvoorbeeld de “Guiding Principles for Global Investment Policymaking” (Leidende Principes voor de Beleidsvorming rond Mondiale Investeringen) aanvaard. Deze reeks van negen concepten was bedoeld om een open, transparante en behulpzame beleidsomgeving te scheppen voor investeringen, terwijl de samenhang tussen nationale en internationale regels werd bevorderd.

Maar zoals we hebben betoogd in een recente beleidsnotitie voor de T20-denktank van de G20, is het werk aan dit probleem nog maar net van start gegaan. In feite moeten er minstens drie extra stappen worden gezet als de pogingen om het internationale investeringsregime te verbeteren willen slagen.

In de eerste plaats moet de G20 een beroep doen op andere internationale groeperingen om analyses uit te voeren van hun investeringsbeleid, teneinde naleving van de negen principes van het blok te verzekeren. Als er gaten worden aangetroffen, moeten er strategieën voor het dichten daarvan worden ontwikkeld. Bovendien moet de G20 om deze naleving en het delen van kennis te bevorderen – en om een koers uit te stippelen voor het onderhandelen over toekomstige regelingen – een peer-learning netwerk faciliteren, dat geïnteresseerde overheden en toezichthouders op elkaar aansluit.

In de tweede plaats moet de G20 de United Nations Commission on International Trade Law (Commissie van de Verenigde Naties voor het Internationaal Handelsrecht, UNCITRAL) en het International Center for Settlement of Investment Disputes (Internationale Centrum voor de Beslechting van Investeringsgeschillen, ICSID) aansporen de pogingen te intensiveren om hun eigen mechanismen voor het beslechten van geschillen te hervormen. Omdat het vermogen om geschillen op te lossen de sleutel is voor ieder succesvol investeringsregime, moet het proces voor het oplossen van meningsverschillen boven ieder twijfel verheven zijn. Om zeker te stellen dat dit ook zo is, moet de G20 de voortgang bijhouden door regelmatig om updates te vragen van de UNCITRAL en het ICSID.

Tenslotte moet de G20 de gesprekken van de Wereldhandelsorganisatie WTO over de facilitering van investeringen ondersteunen. Om preciezer te zijn: de G20 moet onderstrepen dat toekomstige overeenkomsten verenigbaar zijn met het “most-favored-nation”-beginsel, terwijl prioriteit moet worden gegeven aan duurzame FDI boven andere vormen van buitenlandse investeringen.

De G20 kunnen een leidende rol spelen bij het overwinnen van de tekortkomingen die het internationale investeringsregime plagen. Maar om dit te doen moeten de huidige en de toekomstige voorzitters van de G20 een basis bieden voor gesprekken over op handelen gerichte beleidsvorming. Internationale investeringen kunnen het soort spanningen vermijden die momenteel de wereldhandel in hun greep hebben, maar uitsluitend als de regels van het spel de aandacht krijgen die ze nodig hebben.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/yz619PHnl