skidelsky171_Culture ClubGetty Images_faust Culture Club/Getty Images

De Faustiaanse verleiding

LONDEN – In haar dystopische roman Oryx en Crake uit 2003 beschrijft Margaret Atwood een pil genaamd BlyssPluss, die iedereen gelukkig zal maken en ziekten zal elimineren. Maar wijdverbreid gebruik van de pil zou de winsten van de farmaceutische concerns drukken, dus betalen deze bedrijven HelthWyzer, een medicijnontwikkelaar, om gebruikers ziek te maken door een virus in de pillen in te bouwen. HelthWyzer kan zijn winst vervolgens verdubbelen door een virusremmer te verkopen. ʻDe beste ziekten, vanuit een zakelijk oogpunt,ʼ legt de wetenschapper Crake uit, ʻzijn die ziekten die slepende aandoeningen veroorzaken. Idealiter – dat wil zeggen, voor een maximale winst – zou de patiënt ofwel beter moeten worden ofwel moeten sterven, net voordat al zijn of haar geld op is. Het komt aan op een nauwgezette calculatie.ʼ

Crakeʼs ʻidealeʼ ziekte is er dus een die de productie en verkoop van virusremmers stimuleert. Een betreurenswaardig gevolg van dit gewiekste zakenplan is dat het grootste deel van de wereldbevolking sterft.

De provocerende gedachte hier is opzettelijk het slechte te willen om het goede voort te kunnen brengen. Dit is verwant aan het idee van de bekende ontwikkelingseconoom Albert O. Hirschman over ʻoptimaleʼ crises – die diep genoeg zijn om vooruitgang teweeg te brengen, maar niet zo diep dat ze de middelen om die vooruitgang te verwezenlijken wegvagen. Hirschman zelf steunde projecten waarvan hij dacht dat ze waarschijnlijk zouden mislukken, om zo ʻdrukpuntenʼ voor verbetering te creëren.

Dit alles doet vragen rijzen over de betekenis van de extreme gebeurtenissen die zich volgens velen de komende eeuw zullen voordoen als gevolg van de klimaatverandering – en natuurlijk over de betekenis van de meer traditionele plagen en hongersnoden die ons waarschijnlijk zullen treffen.

De bron van deze speculaties is zowel theologisch als prozaïsch: waarom, als God almachtig en volmaakt goed is, heeft hij een wereld geschapen vol lijden en kwaad? Eén antwoord, aldus Stephen Davies in zijn boek The Street-Wise Guide to the Devil and His Works uit 2019, is dat Satan in Gods schepping is geplaatst ʻom het geloof en de deugdzaamheid [...] van de mensheid te testen en te onderzoeken.ʼ Een ander is dat ʻhet kwaad nodig is om het goede te vervolmaken.ʼ De duivel is dus een ʻvijandige macht die een sterker en voller soort goedheid naar voren brengt en mogelijk maakt.ʼ

De rol van Satan in de Christelijke theodicee is derhalve het teweegbrengen van slechte gebeurtenissen om een noodzakelijke reactie uit te lokken. De duivel speelt deze rol in zowel Miltons Paradise Lost als in Shelleyʼs Prometheus Unbound. De econoom Joseph Schumpeter drukte hetzelfde idee uit met zijn theorie dat economieën vooruitgang boeken dankzij ʻcreatieve vernietiging.ʼ

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Maar de ultieme uitdrukking van dit idee is Goetheʼs Faust. In de openingsscene, ʻProloog in de hemel,ʼ legt God zijn probleem uit aan de demon Mephistopheles. De mensheid, naar Gods beeld geschapen, heeft het potentieel voor vooruitgang, maar is van nature lui en onwetend: ʻHet is zo makkelijk voor de mens om terug te vallen, en al gauw wil hij helemaal niets meer doen.ʼ God stuurt Mephistopheles erop uit om hen uit hun zelfgenoegzaamheid te wekken, als de kracht die ʻaltijd het kwade doet, en toch het goede teweegbrengt.ʼ

Zal dit dan de boodschap zijn van de extreme klimaatgebeurtenissen die ons waarschijnlijk zullen overkomen? Slechts weinigen geloven nu immers oprecht dat de wereld de doelstellingen van de recente klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP26) zal halen, of dat we, zelfs als dat wel gebeurt, de opwarming van de aarde zullen kunnen beperken tot 1,5º Celsius boven het pre-industriële niveau.

In zijn recente boek Decarbonomics & the Post-Pandemic Worldvoorspelt de econoom Charles Dumas een opeenvolging van extreme gebeurtenissen die gepaard gaan met stijgende temperaturen. Als de opwarming van de aarde zich tegen 2025 stabiliseert op 1,5°C, kunnen we een snellere woestijnvorming in Noord-Amerika en Afrika verwachten, de vertraging of stopzetting van de Golfstroom tegen 2100, de verdwijning van berggletsjers en delen van het Noordpoolgebied, het verlies van regenwouden, en orkanen zonder weerga in het zuidelijk deel van de Atlantische Oceaan, waardoor eilanden onder water zullen komen te staan.

In een tweede scenario bedraagt de stijging van de mondiale temperatuur meer dan 1,5°C. Als gevolg daarvan breidt de Gobi-woestijn zich uit, worden schelpdieren weggevaagd en wordt het Middellandse-Zeegebied dor en droog, met voortdurend woedende bosbranden. Bovendien staan Miami, het centrum van Londen, een groot deel van Manhattan, Sjanghai, Mumbai en Bangkok tegen het midden van de tweeëntwintigste eeuw onder water, breken er oorlogen uit om de controle over het zojuist ijsvrij geworden Noordpoolgebied, droogt Peru uit door het smeltende ijs van de Andes, en sterven er vele soorten.

Het derde scenario van Dumas is nog extremer. Een groot deel van zuidelijk Afrika en het Amazonebekken worden woestijn, Noord-India en Pakistan worden getroffen door het smelten van de sneeuw op de Himalaya, en er woeden voortdurend stormen. De stijgende zeespiegel doet New York, Londen, Nederland en Australische steden onder water verdwijnen, en tropische ziekten die veel gevaarlijker zijn dan COVID-19 verspreiden zich snel. Dumas doet geen verdere voorspellingen, omdat de schade die in de eerste drie scenarioʼs wordt aangericht ʻhet zeer waarschijnlijk maakt dat drastische maatregelen zullen worden genomen en aanvaard.ʼ

Dergelijke catastrofale gebeurtenissen hoeven geen goddelijk oordeel te zijn om als noodzakelijke wake-up calls te kunnen dienen. Hoewel verlichtingsdenkers geloofden in de lineaire vooruitgang van de menselijke geest, kan het bereiken van hogere staten van denken en gedrag in feite gedeeltelijk afhangen van extreme gebeurtenissen. De geschiedenis biedt overvloedige steun voor deze opvatting: de Tweede Wereldoorlog was bijvoorbeeld een noodzakelijke voorwaarde voor de oprichting van de Europese Unie.

Maar dit staat ver af van de stelling dat we het kwaad opzettelijk moeten uitlokken om het goede te kunnen verwezenlijken, zoals de farmaceutische bedrijven in Atwoods roman dachten te doen. Om te beginnen is het onmogelijk om ʻoptimaleʼ crises te bewerkstelligen.

Bovendien zijn we vandaag minder geneigd om het met Robespierre eens te zijn dat terreur gerechtvaardigd is als het tot deugdzaamheid leidt, omdat de theorie van de ʻnoodzakelijke prijsʼ van de vooruitgang heeft geleid tot de gruweldaden van het stalinisme en het nazisme. ʻWij kwamen situaties tegen,ʼ schreef de Duitse filosoof Karl Jaspers in 1948, ʻwaarin wij niet geneigd waren Goethe te lezen, maar ons in plaats daarvan wendden tot Shakespeare, Aeschylus of de Bijbel, als we überhaupt nog konden lezen.ʼ

Maar Faust blijft niettemin de olifant in de kamer, de ongenode gast van de moderniteit.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/G7YnMxbnl