MÜNCHEN – Het toenemende risico van een terugkeer van de inflatie in de Verenigde Staten en Europa begint de discussies onder economen aan te wakkeren. Een belangrijke bron van inflatieangst is de verwachting dat, zodra de COVID-19-pandemie door vaccins is overwonnen, de ingehouden vraag zal exploderen in een consumptie-orgie. Bovendien zullen de huidige ongekend grote reddingsprogrammaʼs van de overheid krachtige inflatoire multiplier-effecten hebben.
Maar het internationale debat is vreemd genoeg op de VS gericht. Weinigen hebben nog nagedacht over het bijzondere inflatiegevaar dat op de loer ligt in de eurozone, waar de monetaire basis de afgelopen jaren is gestegen tot een veel hoger niveau dan in de VS, in verhouding tot de jaarlijkse economische productie.
In januari 2021 bedroeg deze verhouding, bekend als de liquiditeitscoëfficiënt in de economie, 43 procent in de eurozone, bijna het dubbele van de 24 procent die in de VS werd opgetekend. Toen de wereldwijde financiële crisis in 2008 uitbrak, waren de cijfers daarentegen vrijwel identiek: respectievelijk 12 procent en 11 procent.
MÜNCHEN – Het toenemende risico van een terugkeer van de inflatie in de Verenigde Staten en Europa begint de discussies onder economen aan te wakkeren. Een belangrijke bron van inflatieangst is de verwachting dat, zodra de COVID-19-pandemie door vaccins is overwonnen, de ingehouden vraag zal exploderen in een consumptie-orgie. Bovendien zullen de huidige ongekend grote reddingsprogrammaʼs van de overheid krachtige inflatoire multiplier-effecten hebben.
Maar het internationale debat is vreemd genoeg op de VS gericht. Weinigen hebben nog nagedacht over het bijzondere inflatiegevaar dat op de loer ligt in de eurozone, waar de monetaire basis de afgelopen jaren is gestegen tot een veel hoger niveau dan in de VS, in verhouding tot de jaarlijkse economische productie.
In januari 2021 bedroeg deze verhouding, bekend als de liquiditeitscoëfficiënt in de economie, 43 procent in de eurozone, bijna het dubbele van de 24 procent die in de VS werd opgetekend. Toen de wereldwijde financiële crisis in 2008 uitbrak, waren de cijfers daarentegen vrijwel identiek: respectievelijk 12 procent en 11 procent.