ZÜRICH – Europa lijkt het sterkst te veranderen als gevolg van crises. De Europese Unie werd opgericht in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. De wereldwijde financiële crisis van 2008 en de daaropvolgende crisis in de eurozone hebben gezorgd voor meer financiële samenwerking tussen Europese landen. De COVID-19-pandemie gaf de aanzet tot meer budgettaire coördinatie via het Next Generation-herstelfonds van de EU. Nu zet de oorlog in Oekraïne de Europese energiestrategie op de helling en leidt hij tot een nieuw debat over defensie.
In deze context mogen beleidsmakers een andere crisis in slow motion niet vergeten: de aanzienlijke achterstand van Europese bedrijven op technologisch gebied, in vergelijking met andere leidende economieën. Nu de technologie in elke sector om zich heen grijpt en de concurrentiedynamiek verandert, zijn innovatie en technologisch leiderschap even cruciaal voor de strategische autonomie van de EU als energievoorziening of defensie, vooral in een tijd van toenemende geopolitieke turbulentie.
Achterblijvende technologie verklaart grotendeels waarom grote Europese bedrijven het minder goed doen dan hun Amerikaanse tegenhangers. Volgens nieuw onderzoek van het McKinsey Global Institute zijn de inkomsten van grote Europese bedrijven tussen 2014 en 2019 veertig procent trager gestegen dan die van hun Amerikaanse tegenhangers. Zij investeerden acht procent minder (gemeten aan de hand van kapitaaluitgaven in verhouding tot de voorraad geïnvesteerd kapitaal), en zij gaven veertig procent minder uit aan onderzoek en ontwikkeling. De informatie- en communicatietechnologie en de farmaceutische sector waren verantwoordelijk voor tachtig procent van het investeringsverschil, 75 procent van het O&O-verschil en zestig procent van het verschil in omzetgroei.
ZÜRICH – Europa lijkt het sterkst te veranderen als gevolg van crises. De Europese Unie werd opgericht in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. De wereldwijde financiële crisis van 2008 en de daaropvolgende crisis in de eurozone hebben gezorgd voor meer financiële samenwerking tussen Europese landen. De COVID-19-pandemie gaf de aanzet tot meer budgettaire coördinatie via het Next Generation-herstelfonds van de EU. Nu zet de oorlog in Oekraïne de Europese energiestrategie op de helling en leidt hij tot een nieuw debat over defensie.
In deze context mogen beleidsmakers een andere crisis in slow motion niet vergeten: de aanzienlijke achterstand van Europese bedrijven op technologisch gebied, in vergelijking met andere leidende economieën. Nu de technologie in elke sector om zich heen grijpt en de concurrentiedynamiek verandert, zijn innovatie en technologisch leiderschap even cruciaal voor de strategische autonomie van de EU als energievoorziening of defensie, vooral in een tijd van toenemende geopolitieke turbulentie.
Achterblijvende technologie verklaart grotendeels waarom grote Europese bedrijven het minder goed doen dan hun Amerikaanse tegenhangers. Volgens nieuw onderzoek van het McKinsey Global Institute zijn de inkomsten van grote Europese bedrijven tussen 2014 en 2019 veertig procent trager gestegen dan die van hun Amerikaanse tegenhangers. Zij investeerden acht procent minder (gemeten aan de hand van kapitaaluitgaven in verhouding tot de voorraad geïnvesteerd kapitaal), en zij gaven veertig procent minder uit aan onderzoek en ontwikkeling. De informatie- en communicatietechnologie en de farmaceutische sector waren verantwoordelijk voor tachtig procent van het investeringsverschil, 75 procent van het O&O-verschil en zestig procent van het verschil in omzetgroei.