mwagner1_William West_Getty Images_reef William West/Getty Images

De dood van werelderfgoed-sites

SAN FRANCISCO, CALIFORNIË – De klimaatverandering heeft opnieuw een slachtoffer geëist. Dit jaar is bijna een kwart van het koraal in de Australische werelderfgoed-site van het Great Barrier Reef – een van de rijkste en meest complexe ecosystemen ter wereld – afgestorven, de ergste massale koraalbleking uit de geschiedenis. Zelfs in de noordelijke uithoek van het rif, dat zich lange tijd op voldoende afstand van menselijke invloeden als de ontwikkeling van kustgebieden had bevonden om de gezondheid van het koraal grotendeels in stand te kunnen houden, is 50% van het koraal nu dood.

De bovengemiddelde zeetemperaturen die deze bleking teweeg hebben gebracht, zijn 175 maal waarschijnlijker geworden door de klimaatverandering. Nu de oceaan hitte uit de atmosfeer blijft opnemen, zal grootschalige koraalbleking zoals deze, die het Great Barrier Reef heeft gedecimeerd – om maar te zwijgen van andere ontwrichtende fenomenen die door de stijgende temperaturen zijn veroorzaakt – waarschijnlijk steeds frequenter en verwoestender worden.

De toekomst van onbetaalbare werelderfgoed-sites – en van onze hele planeet – hangt af van de onmiddellijke terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen die de klimaatverandering op gang brengen. Toch slagen veel regeringen die verantwoordelijk zijn voor de bescherming van deze sites binnen hun grenzen er niet alleen niet in krachtige actie op dit gebied te ondernemen; zij spelen ook een actieve rol in vervuilende energieprojecten als kolenmijnen en elektriciteitscentrales die op steenkool draaien.

Zelfs nu het Great Barrier Reef voor onze ogen afsterft, blijft Australië zijn exploitatie van vervuilende fossiele brandstoffen uitbreiden. Het afgelopen jaar heeft de Australische overheid zowel de enorme Carmichael-kolenmijn goedgekeurd als de Abbot Point-terminal, in de buurt van het rif, bedoeld om de mondiale export van steenkool uit de Carmichael-mijn te vergemakkelijken. De emissies die kunnen worden herleid naar de Carmichael-mijn zullen tot de hoogste ter wereld behoren die afkomstig zijn van één enkel project.

En het probleem beperkt zich niet tot Australië. In het laagliggende Bangladesh, een van de landen die het kwetsbaarst zijn voor klimaatverandering, steunt de overheid een voorstel om twee grote, kolengestookte centrales te bouwen naast de werelderfgoed-site van de Sundarbans. Ook India steunt het voorstel.

Deze elektriciteitscentrales zullen niet alleen grote hoeveelheden broeikasgassen uitstoten, zij zullen ook de Sundarbans verwoesten, waar de Ganges en andere rivieren uitstromen in de Baai van Bengalen, in een spectaculaire delta van mangrove-eilanden die het leefgebied is van de bedreigde Bengaalse tijger en rivierdolfijnen. De elektriciteitscentrales zullen het water vervuilen met giftige kolenas, voortdurend verkeer van kolenschepen teweeg brengen, en het dreggen van rivierbeddingen noodzakelijk maken. Het kwikzilver uit de schoorstenen zal zich ophopen in het zeeleven, en voorgoed het voedselaanbod verontreinigen van honderdduizenden mensen en kwetsbare diersoorten.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Het is waar dat Bangladesh weinig energievoorzieningen heeft, een probleem dat moet worden opgelost als het land zich economisch wil blijven ontwikkelen. Maar er zijn alternatieven. Het land heeft aanzienlijke mogelijkheden voor de productie van duurzame energie, en is al een wereldleider op het gebied van zonne-energie op daken.

Uiteraard komt de verantwoordelijkheid om de gevaarlijke, door de mens veroorzaakte klimaatverandering af te wenden niet louter ten laste van landen die onderdak bieden aan werelderfgoed-sites. Maar nu we weten wat we vandaag de dag weten, is het initiëren van zulke verwoestende energieprojecten onverdedigbaar.

Omdat overheden er niet in slagen ons natuurlijke erfgoed te beschermen, moet de World Heritage Committee (WHC) tussenbeide komen, om te helpen een einde te maken aan de meedogenloze exploitatie van fossiele brandstoffen. De WHC moet aanbevelingen aan regeringen doen om de met fossiele brandstoffen samenhangende bedreigingen terug te dringen, plekken aanwijzen die in het bijzonder gevaar lopen door die bedreigingen, en controlemissies uitvoeren.

Het doel moet in de allereerste plaats zijn regeringen die over de mogelijkheden beschikken met fossiele brandstoffen samenhangende bedreigingen voor bepaalde plekken terug te dringen aan te moedigen actie te ondernemen. Dergelijke stappen van de kant van de WHC zouden ook helpen het maatschappelijk middenveld te informeren en te steunen, terwijl er druk kan worden uitgeoefend op financiële instellingen om de financiering te weigeren die nodig is voor enorme ontwikkelingsprojecten.

De jaarvergaderingen van de WHC, zoals degene die zojuist beëindigd is in Istanboel, zijn het ideale forum voor dergelijke inspanningen. Tientallen organisaties en ruim zestigduizend individuen hebben de WHC al opgeroepen een beroep te doen op India en Bangladesh om de voorgestelde kolencentrales te schrappen en in plaats daarvan in duurzame energie te investeren. Tegelijkertijd hebben tientallen bekende wetenschappers, NGO's en internationale en Australische juristen geëist dat de WHC Australië adviseert geen ontwikkelingen te blijven steunen die de impact van de klimaatverandering op het Great Barrier Reef zullen verergeren.

Nu de dreiging van de klimaatverandering steeds groter wordt, moeten invloedrijke instellingen als de WHC zich teweer stellen tegen de giftige en verraderlijke erfenis van de afhankelijkheid van steenkool en andere fossiele brandstoffen. Als de WHC blijft zwijgen over deze cruciale kwestie, zullen de werelderfgoed-sites over de hele wereld daaronder lijden.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/irKaDcbnl