Roller coaster and sunset.

De achtbaan van de grondstoffenprijzen

CAMBRIDGE – De zogenoemde 'supercyclus' op het gebied van de mondiale grondstoffenprijzen is niet bepaald een nieuw fenomeen. Hoewel de details verschillen, hebben de exporteurs van primaire grondstoffen de neiging in elkaars voetsporen te treden, en verlopen economische processen vaak volgens herkenbare patronen. Maar net als bij een achtbaan maakt het element van voorspelbaarheid in de cyclus van de grondstoffenprijzen de zwenkingen en draaibewegingen niet veel makkelijker te verteren.

Sinds het einde van de 18e eeuw zijn er zeven of acht bloeiperiodes geweest op het gebied van de grondstoffenprijzen (exclusief olie), in vergelijking met de prijzen van fabrieksgoederen. (Het exacte aantal hangt af van de manier waarop je pieken en dalen definieert). De bloeiperiodes duren meestal zeven tot acht jaar, maar de bloeiperiode die in 1933 begon hield bijna twee decennia aan. Die uitzondering op de regel was het gevolg van de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende naoorlogse wederopbouw van Europa en Japan, en de daarmee gepaard gaande snelle economische groei in de Verenigde Staten. De meest recente bloeiperiode, die begon in 2004 en eindigde in 2011, past beter in het plaatje.

Inzinkingen van de grondstoffenprijzen – waarbij die prijzen met ruim 30% onderuit kunnen gaan – kennen eenzelfde looptijd van gemiddeld zeven jaar. De huidige inzinking is nu in het vierde jaar aangeland, en de grondstoffenprijzen (exclusief olie) zijn tot nu toe met ongeveer 25% gedaald.

https://prosyn.org/EG5fXdQnl