Scientists observe biodiversity Boris Hovat/Getty Images

We moeten de alarmklok luiden over het biodiversiteitsverlies

NORWICH – Nu de VN-klimaatveranderingsconferentie onderweg is in het Duitse Bonn, staat de opwarming van de aarde opnieuw bovenaan de mondiale agenda. Maar is het niet zo dat we ons druk maken over die temperatuurstijging vanwege de gevolgen voor het leven op aarde, inclusief het menselijk leven?

Dat is een belangrijke vraag om over na te denken, met het oog op het relatieve gebrek aan aandacht dat wordt besteed aan een nauw verwant en net zo belangrijk gevaar voor het voortbestaan van de mens: het verbijsterende tempo waarin wereldwijd de biodiversiteit achteruit holt.

De beschikbaarheid van voedsel, water en energie – fundamentele bouwstenen voor de veiligheid van ieder land – is afhankelijk van gezonde, sterke en diverse ecosystemen, en van het leven dat daarin aanwezig is. Maar als gevolg van menselijke activiteiten is de planetaire biodiversiteit nu sneller dan ooit aan het afnemen. Veel beleidsmakers moeten echter nog onderkennen dat het biodiversiteitsverlies net zo'n groot gevaar is als de stijging van de zeespiegel en de steeds vaker voorkomende extreme weersgebeurtenissen.

Dit gebrek aan toereikende aandacht is een feit, ondanks internationale beloften om de biodiversiteit te beschermen. In oktober 2010 kwamen de mondiale leiders bijeen in het Japanse Aichi, waar zij het Strategic Plan for Biodiversity 2011-2020 naar buiten brachten – dat twintig ambitieuze doelstellingen kende, zoals de halvering van het mondiale habitat-verlies en het beëindigen van de overbevissing. De ondertekenende landen spraken af deze doelstellingen in 2020 te zullen verwezenlijken. Het veiligstellen van de biodiversiteit is specifiek opgenomen in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs) van de VN. Maar de vooruitgang op weg naar deze mondiale biodiversiteitsdoelstellingen zal waarschijnlijk niet genoeg zijn om een aanvaardbare toekomst voor iedereen te kunnen garanderen.

Beleidsmakers hebben voor het merendeel afgesproken dat het belangrijk is de stijging van de mondiale temperatuur op minder dan 2°C boven het pre-industriële niveau te houden – het doel van het klimaatverdrag van Parijs. Té weinig leiders hebben echter enig gevoel voor urgentie aan de dag gelegd als het gaat om het stoppen van het biodiversiteitsverlies. De duurzame toekomst die wij voorstaan is afhankelijk van het beëindigen van deze onverschilligheid.

Met dat doel voor ogen zal het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES), waarvan ik de voorzitter ben, in maart volgend jaar een reeks belangrijke rapporten uitbrengen over de gevolgen van het biodiversiteitsverlies. Voorbereid in een periode van drie jaar, door ruim 550 deskundigen uit zo'n honderd landen, zullen deze rapporten vier mondiale regio's betreffen: Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, Azië en de Pacific, Afrika, Europa en Centraal-Azië. Een vijfde rapport zal zich bezighouden met de toestand van de bodemverarming en het herstel daarvan op regionaal en mondiaal niveau.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

De rapporten zullen ontwikkelingen en mogelijke toekomstscenario's in kaart brengen, en de beste beleidsopties schetsen die beschikbaar zijn om de achteruitgang van ecosystemen een halt toe te roepen, van koraalriffen tot regenwouden. Bij elkaar genomen zullen de rapporten van het IPBES de consensus-opinie van de wetenschappelijke gemeenschap vertegenwoordigen over de toestand van de biodiversiteits- en ecosysteemdiensten.

Bovendien zullen de rapporten de nauwe verbanden benadrukken tussen biodiversiteitsvelies en klimaatverandering, die tegelijkertijd zouden moeten worden aangepakt. De wereld zal de doelen van het klimaatverdrag van Parijs – en veel van de SDGs – niet kunnen verwezenlijken, als geen rekening wordt gehouden met de toestand van de biodiversiteits- en ecosysteemdiensten.

Vandaag de dag kennen de meeste overheden een scheiding tussen hun milieu-autoriteiten en de autoriteiten die zich bezighouden met energie, landbouw en planning. Daardoor is het moeilijk klimaatverandering of biodiversiteitsverlies op een holistische manier aan te pakken. Nieuwe soorten innovatieve bestuursstructuren zullen nodig zijn om deze beleidssilo's met elkaar te verbinden.

Na de uitgifte van de regionale rapporten van het IPBES volgend jaar zal in 2019 een hierop gebaseerd mondiaal rapport het licht zien. Dit zal het eerste wereldwijde overzicht zijn van de biodiversiteits- en ecosysteemdiensten sinds de gezaghebbende Millennium Ecosystem Assessment of 2005. Het zal de gezondheid beoordelen van ecosystemen op het vasteland, in zoetwatergebieden en in de zee, evenals de invloed van factoren als verzuring, de stijgende zeespiegel, de handel, invasieve soorten, overbevissing, vervuiling en veranderingen in het grondgebruik.

Voor het succes van de inspanningen om niet-duurzame vormen van het gebruik van de natuurlijke hulpbonnen in de wereld tegen te gaan zal het nodig zijn dat beleidsmakers de waarde van biodiversiteit voor hun onderdanen, milieu en economieën heroverwegen. Maar de eerste stap is zeker stellen dat we de beste peer-reviewed kennis achter de hand hebben om goede beslissingen te nemen; de aankomende rapporten van het IPBES zullen ons in die richting doen bewegen.

Als we de volledige gevolgen van de klimaatverandering nog tijdens ons leven willen aanpakken, zullen we moeten inzien dat menselijke activiteiten meer teweeg brengen dan een paar graden temperatuurstijging extra. Begin volgend jaar zullen we de gegevens over biodiversiteits- en ecosysteemdiensten hebben om dit te bewijzen, en de beleidsopties om van koers te kunnen veranderen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/3Oloqmenl