Tony Blair Stefan Rousseau/Stringer

Een nieuwe kijk op de oorlog in Irak

NEW YORK – Zeven jaar, twaalf boekdelen vol bewijs, uitkomsten en conclusies, en een synopsis later, is het Report of the Iraq Inquiry, beter bekend als het Chilcot Report (naar de voorzitter ervan, Sir John Chilcot), voor iedereen beschikbaar. Slechts weinigen zullen er helemaal doorheen komen; de synopsis alleen al (ruim over de honderd pagina’s) is zo lang dat deze om zijn eigen synopsis vraagt.

Maar het zou jammer zijn als dit rapport niet breed gelezen werd, en belangrijker, bestudeerd, omdat het een aantal bruikbare inzichten bevat over hoe de diplomatie opereert, hoe beleid gemaakt wordt, en hoe beslissingen genomen worden. Het herinnert ons ook aan het centrale belang van de beslissing om Irak in 2003 binnen te vallen, en aan de nasleep ervan, en helpt hiermee het Midden-Oosten van nu te kunnen begrijpen.

Een centraal thema van het rapport is dat de Iraakse Oorlog niet had hoeven plaatsvinden, en zeker niet op dat moment. De beslissing een oorlog te beginnen was gedeeltelijk gebaseerd op verkeerde inlichtingen. Irak was ten meeste een groeiende dreiging, en geen directe. Alternatieven voor het gebruik van geweld – bovenal de verbetering van de slechte naleving van en steun voor het VN-embargo ontworpen om Saddam Hoessein onder druk te zetten door Turkije en Jordanië – werden nauwelijks onderzocht. De diplomatie was overhaast.

https://prosyn.org/c5lSIGtnl