Bubbles.

Het probleem met financiële zeepbellen

LONDEN – Al heel snel nadat de omvang van de financiële crisis van 2008 duidelijk was geworden begon er een levendig debat over de vraag of de centrale banken en toezichthouders meer hadden kunnen – en moeten – doen om de crisis te voorkomen. Het traditionele gezichtspunt, vooral gedeeld door Alan Greenspan, de vroegere voorzitter van de US Federal Reserve (het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken), is dat iedere poging om financiële zeepbellen van te voren door te prikken gedoemd is te mislukken. Het beste wat de centrale banken kunnen doen is de rommel opruimen.

Het doorprikken van zeepbellen kan inderdaad de groei onnodig smoren – tegen hoge sociale kosten. Maar er is een tegenargument. Economen bij de Bank voor Internationale Vereffeningen (BIS) hebben betoogd dat de kosten van de crisis zo groot zijn geweest, en dat de schoonmaakoperatie zo lang heeft geduurd, dat we nu op zoek moeten gaan naar manieren om preventief te handelen als we opnieuw een gevaarlijke opbouw van liquiditeit en kredieten signaleren.

Vandaar het felle (zij het verheven en beleefde) debat tussen beide kampen op de recente bijeenkomst van het Internationale Monetaire Fonds in Lima, Peru. Voor de liefhebbers van literatuur: het deed me denken aan Gulliver’s Travels van Jonathan Swift. Gulliver is gevangen in een strijd tussen twee stammen. De ene stam vindt dat een gekookt ei altijd aan het smalle uiteinde moet worden geopend, terwijl de andere stam op het standpunt staat dat een lepel beter in het grotere en rondere uiteinde past.

https://prosyn.org/CbZ92lEnl