skidelsky156_WIktor SzymanowiczNurPhoto via Getty Images_boris johnson Wiktor Szymanowicz/NurPhoto via Getty Images

Internationaal recht en politieke noodzaak

LONDEN – Iedere keer dat de ʻgroten en de goedenʼ het roerend eens zijn in hun goedkeuring of afwijzing van iets, heb ik de neiging die consensus te doorbreken. Daarom vind ik het lastig om me aan te sluiten bij het koor van morele verontwaardiging over het recente besluit van de Britse regering om ʻhet internationaal recht te schendenʼ door de Withdrawal Agreement (Terugtredingsovereenkomst, WA) met de Europese Unie te amenderen.

De ʻschendingʼ van de WA is een berekende gok, op basis van de overtuiging van de Britse regering dat zij de uitslag van het Brexit-referendum uit 2016 alleen maar gestand kan doen door aanzienlijke machinaties toe te passen. Het voornaamste probleem is het verzoenen van de WA met de Good Friday Agreement uit 1998, die vrede bracht in Noord-Ierland en de Britse regering verplichtte de grens tussen Noord-Ierland en de Ierse Republiek open te houden.

Premier Boris Johnson heeft zelf onderhandeld over de WA en de overeenkomst uiteindelijk ook ondertekend, dus hij moet zich bewust zijn geweest van het impliciete risico dat Noord-Ierland onderworpen zou blijven aan de douaneregels van de EU en de meeste regels over de gemeenschappelijke markt. Maar in zijn vastberadenheid om ʻBrexit voor elkaar te krijgenʼ heeft Johnson dit kleine, plaatselijke probleem genegeerd, de overeenkomst door het parlement gejaagd en de algemene verkiezingen van december 2019 gewonnen. Hij moet nu op zijn schreden terugkeren om de economische en politieke eenheid van Groot-Brittannië overeind te houden, terwijl hij de EU de schuld geeft dat hij dat moet doen.

https://prosyn.org/8KxToEunl