A nurse takes care of incubators at the premature baby ward of the pediatric hospital in Bangui FLORENT VERGNES/AFP/Getty Images

We moeten gendergelijkheid introduceren in de mondiale gezondheidszorg

NEW YORK – De afgelopen decennia heeft de internationale gemeenschap zichzelf de opdracht gegeven een breed scala aan sociale en ecologische doelstellingen te verwezenlijken, waarvan er vele zijn vastgelegd in de Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, of kortweg SDG's) van de VN voor 2030.

Wij hebben geijverd voor veel van die doelstellingen, evenals voor soortgelijke inspanningen die aan de SDG's vooraf zijn gegaan, omdat wij geloven dat zulke collectieve projecten noodzakelijk zijn voor het scheppen van het soort wereld dat wij willen voor onze kinderen en kleinkinderen. Maar we zijn ook gaan beseffen dat veel te veel pogingen om aan de mondiale beloftes te voldoen de betekenisvolle rapportage-mechanismen ontberen die nodig zijn om te slagen. Als we serieus zijn over het vertalen van de verheven uitspraken in werkelijke vooruitgang voor mens en planeet, zal dit moeten veranderen.

Neem de volksgezondheid, een vraagstuk dat iedereen aangaat.  De mondiale agenda op dit terrein bepaalt de normen en standaarden die vormgeven aan de manier waarop publieke en private actoren een goede gezondheid propageren, ziekten voorkomen en zorg toedienen. Tot deze agenda behoren onderzoeksinitiatieven en mondiale publieke goederen zoals vaccins en noodprogramma's voor epidemie-uitbraken. En zij brengt mensen bijeen die werken aan het bieden van universele gezondheidszorg en het garanderen van ieders recht op gezondheid.

Binnen het raamwerk van de SDG's zijn de afzonderlijke kwesties van gender en gezondheid met elkaar verbonden, omdat gender zelf een belangrijke drijvende kracht is achter de gezondheidsresultaten. Gender kan invloed uitoefenen op de vraag of iemand tabak rookt, regelmatig sport of toegang heeft tot gezond voedsel. En gezien het feit dat ruim 75% van de beroepsbevolking in de gezondheidszorg over de hele wereld van het vrouwelijk geslacht is, bepaalt gender dikwijls ook wie er voor je gaat zorgen als je ziek bent.

Tientallen jaren lang heeft de mondiale gezondheidszorggemeenschap lippendienst bewezen aan de cruciale rol die wordt gespeeld door ongelijke machtsrelaties, met name als het gaat om gender, bij het vaststellen van gezondheidszorgresultaten. Je zou misschien verwachten een hoge mate van gendergelijkheid in de gezondheidszorgsector tegen te komen, maar uit een recent rapport van de pleitbezorgersgroep Global Health 50/50 blijkt iets anders.

In feite is het verontrustend om het rapport, waarin 140 organisaties werden onderzocht die werkzaam zijn in de mondiale gezondheidszorgsector, te lezen. Veel van deze organisaties schieten op beschamende wijze tekort bij het adresseren van genderongelijkheid. De strategieën van de helft van deze organisaties omvatten geen specifieke beloften op het gebied van gendergelijkheid; en hoewel een derde zich richt op de gezondheid van vrouwen en meisjes, wordt geen gewag gemaakt van de risico's op het gebied van gender.

SPRING SALE: Save 40% on all new Digital or Digital Plus subscriptions
PS_Sales_Spring_1333x1000_V1

SPRING SALE: Save 40% on all new Digital or Digital Plus subscriptions

Subscribe now to gain greater access to Project Syndicate – including every commentary and our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – starting at just $49.99.

Subscribe Now

De situatie is zelfs nog slechter in het geval van mannen en jongens, die – ongeacht hun land van herkomst – mogen verwachten een korter, minder gezond leven te leiden dan hun vrouwelijke tegenvoeters. Volgens het Global Health 50/50 rapport volgt slechts een derde van de organisaties een op gender gebaseerde aanpak van de gezondheidszorgbehoeften van de hele bevolking, en richt geen enkele organisatie zich specifiek op mannen en jongens.

Bovendien heeft slechts 43% van de onderzochte organisaties specifieke maatregelen voorbereid ter ondersteuning van de carrières van vrouwen in de volksgezondheid, ondanks de overwegend vrouwelijke samenstelling van de beroepsbevolking in de gezondheidszorg. Het zou geen verbazing mogen wekken dat de meeste van deze organisaties worden gerund door mannen. Bij de onderzochte organisaties is 80% van de bestuursvoorzitters en 69% van het topmangement van het mannelijk geslacht.

Voor ons was een van de meest verbijsterende uitkomsten van het rapport dat twee derde van de organisaties de gegevens niet naar geslacht splitst. Zonder data, transparantie en adequate verslaglegging over genderongelijkheid kan er geen vooruitgang worden geboekt op de weg naar gendergelijkheid.

Toch zijn niet alle uitkomsten van het rapport negatief. De Zweedse International Development Cooperation Agency, de in Bangladesh gevestigde organisatie BRAC, Save the Children International, en The Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis, and Malaria behoren tot een tiental organisaties die het over de hele linie goed doen. Wat zij gemeen hebben zijn toegewijde leiders die pro-actieve stappen hebben genomen om de vooruitgang te garanderen.

De succesvolle organisaties hebben allemaal heldere beleidsmaatregelen en routekaarten omarmd om organisatorische verandering op gang te brengen. Ze hebben verslagleggingssystemen ingevoerd, waaronder maatregelen om te verzekeren dat gendercompetenties in personeelsadvertenties en evaluatiegesprekken worden opgenomen. En zij hebben flexibele werkomgevingen gecreëerd, waarvan ouderschapsverlof en ander gezinsgeoriënteerd beleid deel uitmaken.

Als we vooruit kijken, hopen we dat alle mondiale gezondheidszorgorganisaties concrete maatregelen zullen invoeren om de tekortkomingen aan te pakken die worden geïdentificeerd in het Global Health 50/50 report. Bij ontstentenis daarvan zouden we willen aanbevelen dat de betreffende organisaties in het verslag van volgend jaar worden opgesomd, om duidelijk te maken welke ervan nog steeds tekortschieten.

Vrouwen moesten ooit vechten voor het recht om te mogen stemmen, en wij strijden nu voor betaald ouderschapsverlof en gelijke beloning. Maar we moeten verder gaan door ook te pleiten voor verslaglegging en gendergelijkheid in de sfeer van de mondiale volksgezondheid.

Helen Clark, een vroegere minister-president van Nieuw-Zeeland, is een voormalig bestuurder van het United Nations Development Programme. Sania Nishtar is mede-voorzitter van de Independent High-level Commission on Noncommunicable Diseases van de Wereldgezondheidsorganisatie, een vroegere federale minister van Pakistan, en de oprichter en president van Heartfile.

https://prosyn.org/K7Gjkv7nl