adebajo3_ ALEXIS HUGUETAFP via Getty Images ALEXIS HUGUET/AFP via Getty Images

Een einde maken aan de eindeloze oorlog in Congo

LAGOS – Het geweld neemt opnieuw toe in het instabiele Grote Merengebied in Afrika. Deze maand is het dertig jaar geleden dat de genocide in Rwanda plaatsvond, waarbij achthonderdduizend mensen omkwamen en nog eens twee miljoen mensen ontheemd raakten. Deze vluchtelingen vluchtten naar het oosten van de Democratische Republiek Congo (DRC), dat het epicentrum werd van een steeds hardnekkiger conflict – wat sommigen nu de Dertigjarige Oorlog van Afrika noemen.

Sinds de afzetting van de kleptocratische dictator Mobutu Sese Seko in 1997 zijn de opeenvolgende regeringen van de DRC niet in staat geweest om de grenzen van het land te beveiligen en grote gebieden in het oosten te besturen, waar ongeveer zes miljoen mensen zijn gedood en nog eens zeven miljoen mensen ontheemd zijn geraakt. De wetteloosheid in dit uitgestrekte gebied heeft de systematische plundering van de grote voorraden kobalt, coltan, koper, goud, diamanten en andere mineralen van de DRC – vooral de afgelopen jaren – door lokale en buitenlandse troepen mogelijk gemaakt.

Afrikaanse regionale organen, buitenlandse mogendheden en de Verenigde Naties – die al 25 jaar vredesmissies in de DRC inzetten – zijn er niet in geslaagd het geweld te beteugelen. Om escalatie te voorkomen en het conflict uiteindelijk te beëindigen, moeten de binnenlandse, regionale en internationale gesprekspartners van de DRC de complexe dynamiek begrijpen die gaande is.

De kern van de huidige crisis wordt gevormd door de ernstige spanningen tussen de DRC en Rwanda, waarvan de autocratische president Paul Kagame bij de verkiezingen in juli naar verwachting zijn bijna een kwart eeuw durende bewind zal verlengen. Kagame heeft de regering van de DRC ervan beschuldigd genocidale Hutu-milities te steunen, Congolese Tutsi’s te willen verdrijven en te weigeren te onderhandelen over de beëindiging van de gevechten. De DRC heeft ondertussen gesprekken met de March 23 Movement (M23), een door Rwanda gesteunde rebellengroep in Oost-Congo, afgewezen en Kagame opgeroepen om de Rwandese troepen terug te trekken uit de DRC en de M23 te demobiliseren.

Buurlanden Oeganda en Burundi hebben een dubbelzinnige rol gespeeld in het conflict. Beide worden (net als Rwanda) beschuldigd van het smokkelen van goud en andere grondstoffen uit de DRC. Maar ondanks de ongemakkelijke wapenstilstand met Rwanda heeft de Oegandese regering samen met de DRC een operatie opgezet tegen de Allied Democratic Forces (ADF), een extremistische islamitische groepering die in beide landen actief is. Burundi heeft Rwanda ervan beschuldigd Burundese rebellen in Oost-Congo te steunen en heeft onlangs troepen naar de regio gestuurd in het kader van een bilaterale overeenkomst met de regering van de DRC.

De erbarmelijke situatie in de mineraalrijke oostelijke provincies Kivu en Ituri wordt nog verergerd door de wijdverbreide mensenrechtenschendingen door het Congolese leger en sommige burgerwachten van de Mai-Mai (lokale zelfverdedigingstroepen). En dan hebben we het nog niet eens over de ruim honderd milities die in de regio actief zijn. Alleen al vorig jaar hebben deze gewapende groepen een miljoen mensen op de vlucht gejaagd. In februari braken gewelddadige botsingen uit toen de M23 de grote stad Goma, de hoofdstad van Noord-Kivu, omsingelde. De ADF en de Coopérative pour le développement du Congo (CODECO) hebben naar verluidt honderden mensen gedood en seksueel geweld gepleegd.

SPRING SALE: Save 40% on all new Digital or Digital Plus subscriptions
PS_Sales_Spring_1333x1000_V1

SPRING SALE: Save 40% on all new Digital or Digital Plus subscriptions

Subscribe now to gain greater access to Project Syndicate – including every commentary and our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – starting at just $49.99.

Subscribe Now

De vredesinspanningen in het Grote Merengebied zijn al even gecompliceerd. In 2022 haalde Félix Tshisekedi, de grillige Congolese president, vredeshandhavers uit de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (Burundi, Kenia, Zuid-Soedan, Tanzania en Oeganda), waarvan Congo ook lid is, voordat hij hun onwil om tegen de M23 te vechten bekritiseerde en hun vertrek regelde. Afgelopen december nodigde Tshisekedi een missie van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) uit – bestaande uit 2900 soldaten uit Malawi, Zuid-Afrika en Tanzania – ondanks luid verzet van Rwanda. Maar het is onwaarschijnlijk dat de SADC-vredesmacht een grootschalige oorlog met Rwanda en de M23 aangaat, wat Tshisekedi uiteindelijk wel wil. Bovendien heeft de recente dood van twee Zuid-Afrikaanse soldaten in de DRC voor onrust gezorgd onder Zuid-Afrikaanse beleidsmakers.

Zorgwekkend is dat de VN-vredesmissie zich op verzoek van de Congolese regering eind 2024 uit de DRC zal terugtrekken. De drie Afrikaanse leden die momenteel zitting hebben in de VN-Veiligheidsraad – Algerije, Mozambique en Sierra Leone – werken nauw samen met Guyana om ervoor te zorgen dat de financiële en logistieke steun voor de SADC-missie wordt voortgezet, terwijl ze de VN waarschuwen voor het achterlaten van een ‘veiligheidsvacuüm’ in de DRC.

Buitenlandse mogendheden zijn ook actief in het Grote Merengebied. De Verenigde Staten, die de opmars van de M23 naar Goma in 2013 een halt hebben toegeroepen door Rwanda hulp te onthouden, hebben onlangs geprobeerd te bemiddelen tussen de DRC en Rwanda. De VS hebben de afgelopen jaren ook een hardere houding aangenomen ten opzichte van Rwanda, de militaire hulp opgeschort, het land aangespoord om troepen en grond-luchtraketten uit de DRC terug te trekken en de steun van het land aan de M23 veroordeeld. Even belangrijk is dat de VS de bijdragen van Rwanda aan de VN-vredeshandhaving in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Soedan in twijfel hebben getrokken. Rwanda gebruikt deze vermeende bijdragen vaak om de druk van zijn acties in de DRC af te leiden.

Eigenbelang heeft de meeste andere buitenlandse mogendheden gemotiveerd. Hoewel Frankrijk de kritiek van Amerika deels heeft herhaald, heeft het zijn financiële steun aan Rwanda verhoogd. Rwanda heeft 2500 soldaten naar Mozambique gestuurd om een gasverwerkingsfabriek van de Franse oliegigant TotalEnergies te beschermen tegen lokale opstandelingen. In februari ondertekende de Europese Unie een memorandum van overeenstemming met Rwanda voor de exploitatie van cruciale mineralen (ondanks de plundering van de grondstoffen van de DRC), wat de woede opriep van Congolese functionarissen. China, waarmee de EU concurreert voor grondstoffen, heeft zwaar geïnvesteerd in de kobaltsector van de DRC.

Om de crisis in het Grote Merengebied op te lossen is coördinatie tussen regionale en externe actoren nodig. Westerse landen moeten de hulp aan Rwanda koppelen aan de terugtrekking van zijn troepen uit het oosten van de DRC en de stopzetting van zijn steun aan de M23. Rwanda, Oeganda en Burundi moeten ook zware gevolgen dragen voor de plundering van en de illegale handel in de mineralen van de DRC. Tot slot moet de rol van Rwanda in VN-vredesmissies aanzienlijk worden teruggeschroefd.

In eigen land moet de DRC de wijdverbreide corruptie aanpakken, het democratisch bestuur verbeteren, en de genocidale strijdkrachten en westerse huurlingen in toom houden. En de Afrikaanse Unie moet de gaten in de vredesinspanningen dichten, onder meer door de SADC-missie te versterken zodat deze nauwer kan samenwerken met de VN-vredesmacht. Maar het belangrijkste is dat de VN een overhaaste, slecht geplande terugtrekking moet voorkomen uit wat secretaris-generaal António Guterres terecht heeft omschreven als ‘een langdurige en grotendeels verwaarloosde humanitaire crisis.’

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/SCEo6Aonl