Alleen arme mensen sterven jong

ROTTERDAM – Mensen die lager op de sociaal-economische ladder staan (gerekend naar hun opleidingsniveau, beroep of inkomen) leven gemiddeld korter en minder gezond dan mensen op de hogere treden. De levensverwachting bij de geboorte verschilt vaak vijf tot tien jaar, afhankelijk van het sociaal-economisch welzijn, waarbij armere mensen tien tot twintig jaar langer last hebben van ziekte en invaliditeit dan hun rijkere tegenhangers.

In de negentiende eeuw zou deze situatie niet zo verrassend zijn geweest, gezien het lage relatieve inkomen, de wijdverbreide armoede en het gebrek aan sociale zekerheid. Maar dergelijke cijfers worden vandaag de dag ook algemeen gerapporteerd voor de hogeinkomenslanden, waaronder de landen die hoog scoren op de ranglijsten voor economische welvaart en menselijke ontwikkeling – zelfs de hoogontwikkelde West-Europese verzorgingsstaten.

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog hebben de West-Europese landen geprobeerd de sociaal-economische ongelijkheid in te dammen, of de gevolgen ervan te compenseren, via progressieve belastingen, sociale zekerheidsprogramma's en een brede reeks collectief gefinancierde voorzieningen, zoals sociale woningbouw, onderwijs, gezondheidszorg en culturele en vrijetijdsvoorzieningen. Maar hoewel dit beleid de ongelijkheid op bepaalde sociaal-economische terreinen inderdaad heeft teruggedrongen, zoals op het gebied van het inkomen, de kwaliteit van de woningen en de toegang tot de gezondheidszorg, is het niet in staat gebleken de ongelijkheid op het gebied van de gezondheid te elimineren.

https://prosyn.org/oyMuxyfnl